In de Kasaï, een regio in het hart van de Democratische Republiek Congo, wordt het ene na het andere massagraf ontdekt. Wat begon als een lokale opstand is geëscaleerd tot een bloedige strijd waarbij al honderden doden zijn gevallen.

Midden op straat liggen drie jongens op hun rug, de armen en benen gespreid. Eén van hen draagt een rode bandana, het handelsmerk van de Kamwina Nsapu: een groep gewapende milities die de Kasaï in zijn greep houdt. Een ander heeft een vlecht van twijgjes om zijn riemlussen gebonden, ervan overtuigd dat deze talisman hem een vroege dood zou besparen. Boven zijn hoofd sijpelt een straaltje bloed over het asfalt.

Het is slechts één van de vele gruwelijke taferelen die Sosthène Kambidi, journalist in de Kasaï-provincies voor de lokale zender Radio Télévision Chrétienne, met zijn volgers op Facebook deelde.   

‘Het is hier een bloedbad,’ zegt Kambidi door een krakende telefoonlijn vanuit Kananga, de hoofdstad van de provincie Kasaï-Central. In de afgelopen maanden zegt hij getuige te zijn geweest van tientallen moordpartijen. ‘Lichamen liggen hier gewoon langs de kant van de weg. Anderen zijn door dorpelingen bedekt met een laagje aarde. En overal zijn massagraven. Je ziet ze al van veraf door de zwermen vliegen.’

Opvolgingskwestie

Hoe heeft het zover kunnen komen? De kiem van het conflict ligt in april 2016, precies een jaar geleden. Jean-Pierre Mpandi keerde terug uit Zuid-Afrika om zijn overleden vader op te volgen als Kamwina Nsapu, de traditionele titel voor de leider van een lokale groepering in de provincie Kasaï-Central.

De provinciale autoriteiten weigerden Mpandi als nieuwe chef te erkennen. Volgens de International Crisis Group had dit mogelijk te maken met de politieke kleur van Mpandi. Hij zou te dicht bij de oppositie hebben gestaan. In het huidige klimaat ligt dat extra gevoelig: president Joseph Kabila heeft zijn ambtstermijn laten verlopen en stelt het uitschrijven van nieuwe verkiezingen keer op keer uit. 

Mpandi kwam in opstand en riep zijn aanhangers op tot verzet. Het conflict liep uit de hand en Mpandi werd in augustus bij een hinderlaag gedood. Maar de geest was al uit de fles: in naam van hun overleden leider zetten opstandelingen hun strijd voort.

‘De provinciale autoriteiten, in overleg met nationale ministers, hebben de traditionele opvolgingskwestie slecht aangepakt en het lokaal probleem groter gemaakt dan het oorspronkelijk was. De overheid is te snel overgegaan tot repressie en geweld, in plaats van via een dialoog met Kamwina Nsapu een vreedzame oplossing te vinden,’ schrijft Nadia Nsayi, beleidsmedewerker Centraal-Afrika van Broederlijk Delen en Pax Christi Vlaanderen.

Gewapende Kamwina Nsapu in Nganza, Kananga.

Cocktail van frustraties

Wat begon als een lokale machtsstrijd om het leiderschap kon zo in korte tijd uitgroeien tot een totale chaos. De International Crisis Group spreekt van een ‘cocktail van frustraties’ in wat bekend staat als één van de armste regio’s van Congo.  

‘De Kasaï is een broeihaard voor rebellie,’ beaamt journalist Kambidi. ‘De mensen hier zijn decennialang in de steek gelaten, er is hier niets behalve extreme armoede.’

De teller van de Verenigde Naties staat inmiddels op 400 burgerdoden. Daarnaast kwamen 100 politieagenten om het leven, waarvan zeker 40 zijn onthoofd, vermoedelijk door de Kamwina Nsapu. Twee vermiste VN-medewerkers en hun gids werden eind maart dood teruggevonden. De moord op de expertgroep trok wereldwijde aandacht. De Amerikaanse en Zweedse autoriteiten hebben aangedrongen op onderzoek.

Maar over het lot van de omgekomen Congelezen blijft het in Kinshasa nagenoeg stil. ‘Het lijkt wel alsof we worden vergeten,’ zegt Kambidi. ‘Deze provincie was altijd al een soort enclave, afgesloten van de rest. Nu is dat nog erger geworden’.

Hij is ervan overtuigd dat het werkelijke dodental veel hoger ligt. ‘De cijfers van de Verenigde Naties liggen ver, heel ver van de werkelijkheid. Veel graven zijn nog niet geïdentificeerd of gelokaliseerd. De VN zit nog middenin dat proces, ik denk dat het cijfer de komende tijd naar boven wordt bijgesteld.’

‘Dat is evident,’ bevestigt Yvon Edoumou, woordvoerder voor OCHA, de VN-organisatie voor humanitaire hulp, aan de telefoon vanuit Kinshasa. ‘Er worden nog steeds nieuwe massagraven ontdekt.’

Ingenomen wapens van de Kamwina Nsapu

Groot kaliber geweren

In een zeldzame toespraak vorige week maande president Kabila de Congolezen tot rust. Hij beloofde de orde in de Kasaï zo snel mogelijk te herstellen.

Dat wordt hoe dan ook een lastige opgave. Want, zo stelt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch, ook het Congolese leger maakt zich schuldig aan executies. In februari dook een video op waarop te zien is hoe soldaten vermeende Kamwina Nsapu-militanten koelbloedig executeren.

Hoewel de Kamwina Nsapu velen schrik aanjaagt, zijn volgens Kambidi de Kasaï nog banger voor het leger: ‘Soldaten trekken van deur tot deur, ze gaan de huizen af en ze moorden. Als ze vermoeden dat je lid bent van de Kamwina Nsapu, dan kun je het vergeten.’

Bovendien heeft de Kamwina Nsapu geen centraal gezag. ‘Ze zijn versplinterd over de hele provincie,’ zegt Kambidi. ‘Elk dorpshoofd probeert nu zijn eigen militie op te zetten. Het is ingewikkeld, maar vooral heel dramatisch wat hier gebeurt. Het begon met jongeren, kinderen zelfs, die de straat opgingen met stokken en bezems. Nu lopen sommigen al rond met een groot kaliber geweer.’

meer van Bureau Buitenland