Verslaggevers Sarah Haaij en Saskia Houttuin reisden naar het West-Afrikaanse land Burkina Faso voor een tweeluik. De sporen van migratie zijn daar duidelijk zichtbaar. Zo steken vrijwel alle kinderen op een dorpsschool in het zuidoosten van het land hun vinger op als hen gevraagd wordt wie familie heeft in Italië.
Het is één van de belangrijkste prioriteiten van het buitenlandbeleid van ons nieuwe kabinet: het bestrijden van de grondoorzaken van migratie, en dan met name van migratie uit landen in Afrika. Deze week praten Europese en Afrikaanse regeringsleiders in Ivoorkust ook over deze kwestie.
Vanuit Burkina Faso migreren mensen naar de buurlanden, naar Ghana, naar Ivoorkust, maar ook naar Europa. "Voor de dorpen in het zuidoosten van het land waar we zijn geweest, is migratie al generaties lang een heel belangrijk ontwikkelingsmodel", vertelt Saskia.
Investeren in ontwikkelingsprojecten
Nederland wil ‘de grondoorzaken van migratie wegnemen’, staat te lezen in het regeerakkoord. Want, zo is de gedachte, door te investeren in ontwikkelingshulp help je mensen aan werk en voorkom je dat ze in de verleiding komen om te migreren.
In Brussel is daar twee jaar geleden een speciaal fonds voor opgetuigd: het EU Emergency Trust Fund for Africa. De kustwacht in Libië wordt er mee betaald, agenten in Niger die de grens moeten bewaken worden met dat geld opgeleid. Maar het grootste gedeelte gaat naar ontwikkelingsprojecten.
Dat dit soort projecten niet altijd het gewenste effect hebben, blijkt wanneer Sarah en Saskia een bezoekje brengen aan projecten die worden gefinancierd met dit fonds. Sterker nog: het zou niemand verbazen als de ontwikkelingsprojecten die nu worden uitgerold, de bevolking juist kansen biedt om te vertrekken.
Deze reportages zijn mede mogelijk gemaakt door het Postcode Loterij Fonds voor journalisten en het Matchingfonds van De Coöperatie. In december verschijnt in het blad OneWorld een stuk van beide makers over het EU-migratiebeleid in Burkina Faso.