Nauru is een piepklein eilandje in de westelijke Stille Oceaan, net iets kleiner dan Schiermonnikoog, en er is bijna niks. Behalve dan een van de omstreden Australische offshore detentiekampen voor vluchtelingen, dat hier in 2001 werd geopend. Dit vluchtelingencentrum is onderdeel van het zeer strenge Australische immigratiebeleid.
Afgelopen augustus bracht de Britse krant The Guardian schokkend nieuws over de onmenselijke omstandigheden van vluchtelingen op het eilandje Nauru, in een Australisch detentiecentrum. Gepensioneerd psychiater Maarten Dormaar werkte in 2002 ongeveer vier maanden op Nauru en nam toen ook al een deprimerende toestand waar. Wat hij zag legde hij vast met zijn camera, wanneer dat kon. Hij vertelde uitvoerig over zijn ervaring in Bureau Buitenland.
Vluchtelingen die op zee worden onderschept door de Australische kustwacht worden ofwel direct teruggestuurd, of ze worden naar een offshore kamp gebracht. De vaak arme landen die dergelijke detentiekampen op hun grondgebied toelaten worden daarvoor ruim gecompenseerd door de Australische overheid. Een ander centrum bevindt zich op Manus eiland in Papoea-Nieuw-Guinea. Een maand geleden werd bekend dat deze locatie, onder internationale druk, zal worden gesloten.
Ernstige misstanden
Afgelopen augustus kwam Nauru groot in het nieuws door een onthulling van de Britse krant The Guardian. Uit meer dan 2000 gelekte interne document bleek dat er ernstige misstanden zijn in het centrum, en dat vooral kinderen vaak het slachtoffer zijn van mishandelingen en seksuele intimidatie.
De rapporten over de mishandelingen werden door medewerkers van het kamp opgesteld. Ze berichten over complete moedeloosheid onder de vluchtelingen, zelfmoordpogingen, zelfverminking en verkrachtingen die plaatsvinden in het detentiecentrum. The Guardian legde een database aan van alle bewijsstukken.
Wanhoopsdaden
In mei dit jaar was Nauru ook al in het nieuws omdat twee vluchtelingen die verbleven in het detentiecentrum zich in brand staken. Eerst was er de 23-jarige Iraniër Omid Masoumali, hij overleed uiteindelijk aan zijn verwondingen in het ziekenhuis in Brisbane. De Australische minister van Immigratie, Peter Dutton, sprak zich later uit tegen het overbrengen van de man naar Australië om te worden behandeld. Volgens hem mochten vluchtelingen niet het idee krijgen dat ze zo alsnog binnen konden komen in het land. Een week na Masoumali’s dood stak ook de 21-jarige Somalische Hodan Yasin zich in brand, zij overleefde haar wanhoopsdaad.
Deze berichten over de slechte behandeling van vluchtelingen op Nauru komen naar buiten ondanks inspanningen om de media buiten de deur te houden. In 2014 kondigt de regering van Nauru aan dat de kosten voor een media visum aanvraag omhooggaan van 800 naar 2000 Australische dollar. Volgens linkse Australische politici een actie die bedoeld is om de wrede behandeling van asielzoekers af te schermen voor het publiek.
Veertien jaar geleden
Er lijkt niet veel veranderd in veertien jaar tijd. Ook toen Dormaar in 2002 te werk werd gesteld als psychiater in het centrum zag hij al dat de leefsituatie voor vluchtelingen beneden peil was. Een heel groot deel van de vluchtelingen leed aan depressie. Iedereen liep met dezelfde klachten. Men was moe, piekerde veel en sliep slecht door geluidsoverlast: in het kamp waren de bedden slechts van elkaar gescheiden door plastic. De situatie was totaal uitzichtloos, ook omdat de vluchtelingen werden beperkt in hun bewegingsvrijheid door hekken en strenge bewaking.
Ontmoedigd onderbreekt Dormaar zijn werk als hoofd psychiater van het kamp. Hij ziet dat hij zijn werk niet goed kan uitvoeren als er niks wordt gedaan aan de slechte leefomstandigheden. Later schrijft hij een eindrapport over zijn werk op Nauru, hierin noemt hij het eiland ‘The Heart of Darkness’.
Luister hier het tweegesprek met Maarten Dormaar en universitair onderzoeker Patrick van Berlo over Nauru terug: