Gisteravond in Café Europa discussieerden Bastiaan Rijpkema en René Cuperus hierover. Rijpkema is jurist, rechtsfilosoof verbonden aan de Universiteit Leiden en schreef het boek 'Weerbare democratie: de grenzen van democratische tolerantie'. Cuperus is cultuurhistoricus, verbonden aan de Wiardi Beckman Stichting en columnist bij de Volkskrant.
Rechts-populistische partijen beleven hoogtijdagen in Europa. Hun retoriek is nationalistisch, anti-establishment en anti-EU. Ze zetten het politieke midden voor het blok, terwijl hun populariteit alleen maar groeit. Met verkiezingen volgend jaar in Nederland, Frankrijk, Italië en Duitsland, allen grondleggers van de Europese Unie, ligt de vraag op tafel: wat moet het antwoord zijn van traditionele politieke partijen op anti-Europees sentiment?
‘Reden voor democratische alertheid’
"Ik denk dat er zekere reden is voor democratische alertheid", zegt Rijkema. "Kijk naar de Verenigde Staten waar een president verkozen is die tijdens de campagne heeft gesuggereerd dat hij zich misschien niet neer zou leggen bij de uitslag van de democratische verkiezingen. We zien binnen de Europese Unie, bijvoorbeeld in Hongarije dat een van de grootste oppositiekranten gesloten is door de regering van Orbán en in Polen wordt het constitutionele hof stevig vertimmerd."
Cuperus voegt hieraan toe: "Ik maak mij zorgen over de opmars van het populisme, maar ik maak mij ook zorgen over het waarom van deze opmars. Blijkbaar heeft de gevestigde politiek fouten gemaakt waardoor die opmars van het populisme verklaard kan worden."
‘Populisme als correctie’
Cuperus legt uit dat het populisme een positieve corrigerende functie kan hebben op de democratie. Want een groot probleem is dat de politiek de afgelopen decennia steeds meer ‘een pot nat’ is geworden. Verschillen tussen links en rechts zijn vrijwel verdwenen, en er is alleen nog een neoliberaal midden overgebleven.
Als reactie hierop zijn populistische partijen opgekomen, die pleiten voor het volk te spreken en een afkeer hebben van het beleid van de gevestigde politieke orde. In heel Europa is deze tendens te zien met partijen zoals Alternative für Deutschland (AfD), Zweden Democraten, de Deense Volkspartij of het Franse Front National.
Dit populisme kan het effect hebben van "een handrem om de koers van de democratie te verleggen," zegt Cuperus. Maar hij maakt zich wel zorgen wanneer het populisme aan de macht zou komen: “Kijk naar Orbán, kijk naar sommige leiders in de Balkan, kijk naar Polen, dan zie je als populisme macht verwerft wordt het autoritair, en dan heeft het problemen met de rechterlijke macht en met de vrije media."
"Dus populisme als correctie, als handrem, kan ik begrijpen. Maar populisme dat macht verwerft is heel link, omdat het mee doet aan een autoritaire tendens, denk aan Poetin of Erdogan. Dat is de grootste bedreiging voor onze democratie: het autoritaire leiderschapsprincipe."
Oorzaken erkennen
"Je moet heldere grenzen stellen aan het rechts-populisme en tegelijkertijd moet de gevestigde politiek heel gevoelig zijn voor de oorzaken ervan," zegt Cuperus.
Als een van de belangrijkste oorzaken voor het oprukkende populisme noemt de cultuurhistoricus de omgang met de financiële crisis, die begon in 2008, en de snoeiharde bezuinigingsmaatregelen die hierop volgden. Juist de onderkant van de samenleving heeft hier zwaar onder geleden. Instanties zoals de thuiszorg en sociale werkplaatsen werden zwaar gekort, maar de bankiers werden met rust gelaten.
Volgens Cuperus voedt de boosheid over deze oneerlijke behandeling populistische partijen. Ook de onvrede over de omgang met immigratie en de opbouw van de EU zijn belangrijke fundamenten. Volgens Cuperus hebben grote beleidsfouten op deze gebieden geleid tot de huidige situatie.
‘Politiek moet andere antwoorden bieden’
Volgens Rijpkema moet de zittende politiek "de zorgen waar rechts-populistische partijen op inspelen serieus nemen, en daar andere antwoorden op geven." Antwoorden die wél binnen de grenzen van de rechtsstaat passen. Zoals met het probleem van de radicale islam: "Het antwoord van de PVV daarop is het praktisch afschaffen van de godsdienstvrijheid voor moslims: ze willen moskeeën en islamitische scholen sluiten. Ik denk dat je een ander antwoord op dit probleem zou kunnen formuleren. Bijvoorbeeld door te kijken naar de visums voor haatpredikers."
Cuperus is het hiermee eens, maar vindt het een probleem dat de gevestigde politieke partijen juist nog steeds niet actief genoeg zijn op de vraagstukken waar populistische partijen op in zetten. Zoals hoe om te gaan met het gefaalde ideaal van multiculturalisme, waarbij de eigen cultuur haast als gelijkwaardig zou moeten worden gezien ten opzichte van nieuwe culturen, of de manier waarop de Europese Unie wordt bestuurd vanuit Brussel, wat door sommige inwoners van de lidstaten wordt zien als ondemocratisch.