Het is moeilijk in te schatten hoeveel inheemse families uit Panama ieder jaar naar Costa Rica afreizen tijdens het koffieseizoen. Velen zijn ongedocumenteerd en hebben geen officiële status als werknemer. Het gevolg? Geen arbeidscontract, geen arbeidsrechten en geen recht om gebruik te maken van gezondheidszorg en onderwijs. Om over discriminatie nog maar te zwijgen.
Wat de situatie nog schrijnender maakt is dat er veel kinderen bij zijn. Zij zijn de gemarginaliseerden onder de gemarginaliseerden. Zij vormen ook een vrij onzichtbare groep: er wordt wel over hen gepraat (bijvoorbeeld door hulporganisaties), maar de kinderen zelf wordt vrijwel nooit iets gevraagd over hun situatie.
Hoog tijd om daar verandering in te brengen, dacht rechtsantropologe Carrie van der Kroon. In 2013 ging zij naar Panama en Costa Rica om meer over de werkende kinderen te weten te komen. De verhalen die zij daar hoorde zullen veel buitenstaanders verbazen.
Van der Kroon: 'Wat opviel is dat de kinderen heel andere dingen zeiden dan wij zouden denken. Ons beeld is dat jong werken slecht is voor een kind en dat het voortkomt uit armoede. In onze optiek is zo'n kind zielig, maar dat klopt niet altijd. Het is niet alleen maar slecht.'