Een van de grootste misvattingen in de berichtgeving over het Midden-Oosten is de neiging om conflicten door een sektarische bril te bekijken.

Toen oud-Assad-militairen een hinderlaag legden voor ordetroepen van de nieuwe machthebbers en vervolgens gevangen soldaten levend begroeven en verbrandden, ontstond een kettingreactie. Het dieptepunt: de willekeurige moord op Syrische burgers in de kustprovincies.

De bewijzen stapelden zich snel op voor wat waarnemers terecht als genocidale daden omschrijven. De media struikelden clichématig over sektarische analyses. Dat is niet alleen fout en gevaarlijk, maar ook simplistisch.

(tekst gaat verder onder kader)

gekleurde landkaartjes

Door Syrië vooral door een religieus-etnische lens te bekijken, missen we het bredere plaatje.

De afgelopen dagen waarschuwden analisten aan talkshowtafels voor een sektarische burgeroorlog, terwijl ingekleurde landkaarten met bevolkingsverdeling over het scherm vlogen.

Maar in al die berichtgeving ontbrak een cruciaal element: de politieke strijd tegen de lokale krijgsheren die tot de tanden toe bewapend zijn. Een gevecht dat grotendeels binnen de soennitische gemeenschap plaatsvindt.

Een veiligheidsofficier gelieerd aan de Syrische regering

Kreten als ‘aan de regering gelieerde jihadisten’ en ‘bijltjesdag’ klinken mediageniek, maar de praktijk is complexer. 

Nergens werd uitgelegd wie de soennitische strijdgroepen die Alawitische burgers hebben gedood precies zijn, en waarom de nieuwe machthebbers geen volledige controle over hun land hebben.

ongecontroleerde strijders

Op veel Telegram-video’s zien we strijders van de Sultan Suleiman Shah-divisie trots verkondigen dat zij Alawieten executeren. Deze groep staat bekend om afpersing, verkrachting, moorden en andere oorlogsmisdaden. Uit mensenrechtenrapporten blijkt dat hun slachtoffers niet per se tot een minderheid behoren.

Zonder coördinatie met Damascus trokken deze en soortgelijke milities het Alawitische woongebied binnen.

De nieuwe interim-president Ahmed al-Sharaa erkende in een interview met Reuters dat ‘sommige fracties buiten zijn ministerie van Defensie opereren’. Juist deze groepen lijken verantwoordelijk voor het criminele geweld tegen burgers.

De Syrische interim-president Ahmed al-Sharaa

Sharaa is politiek vaardig genoeg om de onderzoeksvragen van een aanstaande commissie breed te formuleren en ook het gedrag van zijn eigen troepen te onderzoeken. 

Want met de krijgsheren te openlijk confronteren riskeert hij een gewapende strijd.

een gouden kans voor Damascus

Deze episode na de val van Assad benadrukt hoe versnipperd Syrië nog is. In een normaal functionerende staat heeft alleen de regering het geweldsmonopolie. Nu bestaan het nationale leger op papier wel, maar in de praktijk runnen de krijgsheren hun eigen rijkjes.

De nieuwe machthebbers in Damascus proberen deze milities te pacificeren en onderdeel te maken van een nationale Syrische eenheid.

Ondanks de grote bezwaren van de bevolking tegen veel van deze gewapende groepen, is dit voor Sharaa een kans: hij kan zich nu eindelijk  ontdoen van de grootste bedreiging voor stabiliteit.

Met de oprichting van een onafhankelijke commissie om het geweld tegen Alawieten te onderzoeken, zet hij een tactische stap.

Dit is niet alleen een symbolisch gebaar naar de slachtoffers, maar een begin van een schaakspel waarin de ongecontroleerde gewapende groepen uiteindelijk schaakmat moeten worden gezet.

meer over Abdou Bouzerda

Bouzerda richt zich met name op het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Dankzij zijn talenkennis en uitgebreide netwerk treedt hij vaak op als duider in verschillende media. Hij presenteerde onder andere de podcastserie De Arabische Lente: 10 jaar later, waarin hij samen met gasten als journalist Joris Luyendijk en schrijver Hassnae Bouazza terugblikt op de volksopstanden die in 2010 begonnen. In de serie worden niet alleen de oorzaken en gevolgen van de Arabische Lente besproken, maar ook de huidige situatie in de regio en de mogelijkheid van nieuwe protesten.

Bouzerda schrijft regelmatig voor De Groene Amsterdammer en NRC Handelsblad, waar hij zich richt op internationale politiek en maatschappelijke kwesties.

het zijn net mensen

Voor veel Syriërs die hun leven willen heropbouwen, was het geweld tegen hun Alawitische buren een schok.

Na de val van Assad was er hoop dat sektarisch geweld vermeden kon worden en de anarchie van milities zou eindigen. Daarom klinkt er brede steun voor het optreden van de regering in Damascus: niemand wil een nieuwe burgeroorlog.

Syrische activisten protesteren in het centrum van Damascus tegen de massaslachting van de voorgaande dagen

Dat betekent niet dat er geen video’s circuleren van strijders die gruweldaden plegen of dat pubermeisjes op TikTok het geweld toejuichen. Maar dat hoeft niet de ultieme illustratie te zijn van de Syrische realiteit bij een talkshowtafel. Van een volwassen medialandschap mag je meer verwachten.

Zoals journalist en antropoloog Joris Luyendijk in Het zijn net mensen (2006) al schreef: de westerse journalistiek vereenvoudigt het Midden-Oosten vaak tot een zwart-witverhaal. Anno 2025 doen we dat nog steeds.

Sektarisch verslag doen van Syrië is verleidelijk, omdat het een complex conflict snel reduceert tot een begrijpelijk narratief. Het draagt bovendien een ondertoon van oriëntalisme: ‘die volkeren kunnen niet met elkaar leven.’

Terwijl journalisten het geweld beschreven als een sektarische twist en het begin van een eventuele  desintegratie van Syrië voorspelden, werd intussen een deal gesloten tussen de belangrijkse Koerdische macht in het land en de Syrische regering. 

Na de val van Assad waren op straat de Koerdische vlaggen samen met de nieuwe Syrische vlag te zien

Dit narratief—Koerden en Arabieren die samenwerken binnen een verenigd Syrië—staat haaks op de analyses die een onvermijdelijke fragmentatie voorspellen. 

Een nieuwe burgeroorlog kan zomaar ontstaan, maar het reduceren van Syrië tot een simplistische sektarische strijd doet geen recht aan de complexiteit van het land en zijn inwoners. 

Syriërs laten zich niet in hokjes duwen. Ze zijn net mensen.

En wij? Wij zijn net Westerse journalisten.