Sinan Çankaya introduceert 'Mijn ontelbare identiteiten'

Mijn ontelbare identiteiten

hoe werkt het?

Hoe werkt de boekenclub?

  1. Download gratis de Brommer op zee app in je appstore of playstore.
     
  2. In de app vind je exclusieve notities van de auteur en kan je met andere lezers in gesprek. Alle updates rondom de boekenclub vind je in onze Facebookgroep.
     
  3. Lees je het boek liever op papier? Dat kan ook! Volg ons dan op Instagram of Facebook voor alles leesopdrachten. Of schrijf je hieronder in voor onze nieuwsbrief.

Veel leesplezier!

Wie is Sinan Çankaya?
​​​​​​​
Sinan Çankaya (1982) is cultureel antropoloog en schrijver. Hij is gepromoveerd op een onderzoek naar diversiteit binnen de politieorganisatie (Buiten veiliger dan binnen, 2011). Daarna deed hij onderzoek naar etnisch profileren ( De controle van marsmannetjes en ander schorriemorrie, 2012). Ook schreef hij maandelijks voor De Correspondent. Momenteel werkt Çankaya als universitair docent aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In 2021 won hij de Jan Hanloprijs Groot voor Mijn ontelbare identiteiten.

meet-up

Op woensdag 25 augustus van 19.30 uur tot 21.00 uur gaan we samen met jullie én Sinan in gesprek over Mijn ontelbare identiteiten tijdens onze online meet-up. Er is ruimte voor vragen, anekdotes en gedeelde leeservaringen. 

Wil je hierbij zijn? Meld je aan door je naam en woonplaats te mailen naar brommeropzee@vpro.nl, met als onderwerp 'Meet-up met Sinan'. Prangende vragen kunnen alvast meegestuurd worden.

over het boek

Mijn ontelbare identiteiten

Wat willen jullie dat ik zeg? vraagt Sinan Çankaya als hij wordt uitgenodigd om te spreken op het veertigjarige jubileum van zijn oude middelbare school. De uitnodiging creëert een opening waar vergeten herinneringen uit zijn jeugd en middelbareschooltijd zich doorheen wurmen. Zo denkt Çankaya terug aan zijn voormalige geschiedenisleraar Nico Konst, ooit de tweede man van de extreemrechtse Centrumpartij.

Zonder zichzelf te sparen beschrijft Çankaya in Mijn ontelbare identiteiten hoe moeilijk hij het vindt om een eigen verhaal te vertellen tegen de achtergrond van de debatten over integratie, cultuur en racisme. Steeds laveert hij tussen wortelen en willen vluchten, tussen ‘wij’ en ‘zij’, tussen straat en school, tussen een erbij en er niet bij horen, tussen ongebreideld individualisme en een soms beklemmend collectivisme. Op de dag van de jubileumviering, waar hij zijn oude geschiedenisleraar Nico Konst weer onder ogen moet komen, vertelt hij zijn verhaal.

Mijn ontelbare identiteiten is een bespiegeling op de veranderde omgang met de ‘de Ander’ in Nederland. Het is een indringend verhaal over opgroeien in Nederland als kind van migranten. Reflecterend op loyaliteit, ontheemding en vooral de zoektocht naar een thuis keert Çankaya zich tegen vastomlijnde identiteiten en weigert hij om een verhaal binnen de grenzen van zijn eigen lichaam te vertellen.

leesopdrachten van Sinan

1

Mijn boek is geen één-op-één kritiek op identiteitspolitiek. Tegelijkertijd is er wel degelijk een  pervertering zichtbaar waarbij identiteit wordt voorgesteld als een hard, onveranderlijk ding. Bijna als een object. Dat is hetgeen waarover ik me opwond als antropoloog en deels de reden waarom ik dit boek wilde schrijven. Identiteiten zijn vloeibaar, en rekkelijk – dat punt wilde ik (weer) maken. Er is geen vaste identiteit. We worden steeds gedefinieerd door anderen, en tegelijk kunnen we ook onszelf definiëren. Mijn vraag aan jullie: is jouw identiteit wel eens door anderen in twijfel getrokken? Of is jou wel eens een identiteit opgelegd?

2

De figuur van de klassenmigrant, waar Didier Eribon over schrijft, is ontzettend belangrijk geweest tijdens het schrijven van mijn boek. Hoewel ik de theorie zo licht mogelijk probeer te houden, probeer ik ‘klasse’ als onderwerp te thematiseren als het gaat over in- en uitsluiting. Hier gaat het te weinig over in het publieke debat. Ik schrijf dat de migrantenervaring mij weinig zegt, maar de pijn van sociale stijging – het zijn van een klassenmigrant –, de vervreemding, de afzondering, de afstand tot mijn oude vrienden en zelfs familie, herken ik wel. ‘Je spreekt als een Nederlander’, of ‘je spreekt als een boek’, hoorde ik vroeger heel vaak. In de wijk waar ik opgroeide was je best doen op school not done. Ben jij ook een klassenmigrant? Of waar doet dit figuur je aan denken? Welke ervaringen of gebeurtenissen schieten je te binnen?

3

Ongemak kan productief zijn, herhaal ik inmiddels als een soort mantra in het leven. We doen iets niet helemaal goed als er iemand zich niet ongemakkelijk voelt als we spreken over in- en uitsluiting. En wat maken we veel ongemakkelijke momenten met elkaar mee. Tijdens familiedinertjes, op de werkvloer, in het openbaar vervoer. Bij het lezen van welke scene in het boek voelde jij je ongemakkelijk? Waarom?

4

Ik heb, zonder overdrijven, meerdere nachten wakker gelegen vanwege dit hoofdstuk. Ik heb er buikpijn van gehad. En toch moest het erin, anders was ik geen knip voor de neus waard, had ik mezelf veroordelend wijsgemaakt. Ik sta 100% achter mijn kritiek op delen van de antiracismebeweging waarbinnen nieuwe scheidslijnen in het leven worden geroepen, en waardoor we naar mijn mening nog verder van huis zijn. Sommigen zijn op geen enkele manier geïnteresseerd in het gemeenschappelijke. Met deze kleine fringe deel ik niets, en in dit hoofdstuk maak ik dat duidelijk. Soms is het gestrekte been gerechtvaardigd, en toch verschilt onze politiek; en dat is oké. Hoe kijk jij naar ontwikkelingen in het debat over discriminatie en racisme in Nederland?