’s Ochtends voor het naar school gaan, en in de middagpauze, als we thuis aten, maakte mijn moeder hem opnieuw.
Als ze mijn haar borstelde en alles naar achter en omhoog trok, werd ik vanzelf fris, wakker en alert. Alsof je twee keer per dag een facelift kreeg.
Nu draag ik de paardenstaart alleen nog thuis tijdens het werk, als niemand me ziet. Ik heb het gevoel alsof dan pas mijn hoofd in de juiste stand staat. Ik gun iedereen een bos haar waaraan je je gezicht zo nu en dan omhoog kunt hijsen.
Op televisie zagen we eens een vrouw in het circus die aan haar paardenstaart werd opgetakeld. Mijn vader zei: ‘Zal ik dat bij jou ook eens proberen?’
Dat leek me een geweldig plan. Daar stonden we in de huiskamer.
‘Ja, ga maar.’
’Ja, kan nog.’
‘Ja,’ ik stond al op mijn tenen.
‘Ja, ga door… Nee!’
Ik weet niet of het echt heel erg pijn deed, of dat het de angst was dat dit niet goed kon gaan.
Ik vertelde het aan mijn zesjarige dochter die onmiddellijk opsprong en aan haar haren omhoog getrokken wilde worden.
Heel bijzonder voor iemand die al van pijn schreeuwt als ze de borstel alleen maar ziet. Maar ja, als kind wil je ook wel eens op een spijkerbed liggen of over hete kolen lopen.
De hele jeugd is doorspekt met een groot ‘Ik-wil-dat-ook sentiment’. Dat sussen we later, omdat we langzaamaan beseffen dat we toch niet alles krijgen.
Soms denk ik dat ik te vroeg met sussen ben begonnen. Op de kleuterschool hadden we karren op het schoolplein waar
iedereen mee wilde spelen. Je kwam nooit aan de beurt. Ik besloot dat ik het niet eens zou proberen en dat maakte de schoolpauzes een stuk rustiger.
Wat ik niet wist, was dat het er juist voor zorgde dat ik die karren nooit meer zou vergeten. Met elke keer dat je jezelf iets ontzegt, groeit het verlangen. Nu pas ik godverdomme niet meer op zo’n kar en nog verlang ik ernaar.
Ik las laatst alweer dat het belangrijk is dat onze kinderen leren omgaan met teleurstellingen. Blijkbaar schieten we daarin tekort?
Ik maak me eigenlijk zelden zorgen of ik mijn dochter niet genoeg teleurstel. Dat
regelt zich meestal vanzelf wel.