Ik kam mijn dochters haar, in mijn andere hand een haarschuifje dat ik op tafel wil leggen, maar dat lukt niet. Het schuifje valt ernaast en ineens verbaast me dat. Er vallen de hele dag door dingen, er glippen constant spullen uit onze vingers, maar als je mij vraagt: ‘Kun jij dat haarschuifje op tafel leggen?’ zou ik zonder twijfel ja zeggen. Alles wat valt, valt bij uitzondering.
Soms is mijn dochter onhandig bezig, ze probeert te veel te dragen, ik zie dat het mis gaat, maar ik grijp niet in. Tot voor kort dacht ik dat het bij kinderen hoorde dat er dingen stuk gaan. Je koopt een nieuwe kerstbal, vijf minuten later isie stuk. ‘Kan gebeuren,’ zeg ik.
Ik zeg vaak: ‘Kan gebeuren.’
Ik vertrek geen spier. Als zij iets kapot maakt, is dat een regel, als ik iets kapot maak, is het een uitzondering, maar als we eerlijk gaan tellen, maak ik meer stuk dan zij.
Ik heb mijzelf getraind om niet te schrikken als mijn kind iets stuk maakt, ik herinner me te goed hoe erg ik het vond als er vroeger iets door mijn handen brak. Jammer genoeg schrik ik nog wel als ik zelf een glas kapot laat vallen. Het wordt tijd dat ik het breken van de dingen door mijn eigen handen als normaal ga beschouwen.
Ook zit er altijd wel ergens een kras of wond op mijn arm of hand, of een blauwe plek op mijn bovenbeen, terwijl ik zelden tegen dingen aan loop. Bij hoge uitzondering snijd ik mij aan een mes, of laat een bord op mijn vinger vallen, en toch ga ik nooit onbeschadigd door het leven – vreemd.
Hoeveel uitzonderingen heffen het uitzonderlijke op? Zo eten wij ook eigenlijk nooit voor de televisie, en krijgt mijn dochter elke dag groente, alleen vandaag niet. Mijn favoriete zinsnede naast ‘kan gebeuren’ is ‘voor deze ene keer dan’. Vaak is het ‘immers een bijzondere dag,’ of is dit weekend ‘toch al alles anders’.
Wanneer ik iets als uitzondering beschouw, heeft dit niets met de werkelijke gang van zaken te maken, maar alles met hoe ik vind dat het zou moeten gaan.
Zo kan mijn hele leven gemakkelijk een uitzondering zijn.
Vrijdag 2 januari 2015
Ik kam mijn dochters haar, in mijn andere hand een haarschuifje dat ik op tafel wil leggen, maar dat lukt niet. Het schuifje valt ernaast en ineens verbaast me dat.