In de Levi’s winkel vraagt de verkoopster mij wat ik zoek. Een spijkerbroek.
‘Bent u bekend met onze broeken?’
Nu is iedereen bekend met Levi’s spijkerbroeken, dus ik vermoed dat ze verwijst naar diepgravender kennis dan naamsbekendheid, en ik zeg: ‘Nee.’
Ze legt me uit dat ze drie soorten broeken hebben voor de verschillende lichaamstypes. Dit is het moment waarop een mens wegloopt of zich overgeeft, ik geef me over.
Het meisje gaat me opmeten. Ik moet mijn armen voor mijn borst kruisen en zij meet mijn taille en dijen, terwijl ik ook nog naar links en naar rechts moet knakken. Zo word ik midden in de winkel gediagnosticeerd. Naïef genoeg verwacht ik even dat mijn type er niet tussen zit, maar jawel hoor.
Ik moet zelf kiezen of ik wijde of smalle pijpen wil, dunne of dikke stof. Ik vraag om een soepele broek en graag met wijde pijpen. Het meisje weet precies welke broeken ze moet pakken. Het gaat allemaal zo vlot: analyse, diagnose en advies op maat. Ik verwacht er een hoop van, totdat ik mezelf in de spiegel bekijk in een hele saaie broek en nog een saaie broek, en nog een.
‘Wat vind je er niet mooi aan?’
‘Ik vind ze saai.’
‘Maar wat wil je anders?’
‘Eh...’
‘Wat is het dat je niet bevalt?’
‘Ik weet het niet.’
Het meisje is even stil en zegt dan: ‘Maar als je niet weet wat er anders moet, dan kan ik je ook niet helpen.’
Tot nu toe had ze overal een antwoord op. Ze heeft duidelijk instructies gehad over hoe je iemand aan de juiste broek helpt, maar de instructeurs hebben geen rekening gehouden met klanten die het niet weten.
Ik zeg tegen het meisje: ‘Pak maar iets wat jij mooi vindt.’
Ik weet hoe ik me moet overgeven.
Daar kan ze wel iets mee. Ze loopt enthousiast naar een andere kast en geeft mij een stijve broek met smalle pijpen. Hij staat geweldig en ik koop er twee, een blauwe en een zwarte.
Ze geeft me nog een folder mee, waarin alles over de lichaamstypes staat uitgelegd, alsof ik met die informatie nu zelf aan de slag kan. Maar ik wil niet zelf aan de slag, ik wil geholpen worden door iemand die het beter weet.
Ik wil een winkel binnenstappen waar met gouden letters boven de deur staat: ‘In deze winkel luisteren wij niet naar u.’