1. De tas dient ertoe om voorwerpen te vervoeren die niet in jas- of broekzak passen. Denk aan een laptop, een netje sinaasappelen of een thermoskan. Voor sommige dames en voor een enkele heer is de tas tevens een accessoire, wat erin zit is onbelangrijk. Soms zit er helemaal niets in. Deze tassen kunnen erg duur zijn en vervullen de functie die kleding kan vervullen; men geeft door middel van de tas aan – discreet of minder discreet – tot welke sociale klasse men zou willen behoren.
2. De koffer is een ander geval. Wie koffer zegt, denkt aan reizen. Toiletspullen, kleren, schoenen, ondergoed, sokken. In mijn koffer zitten meestal veel boeken. Een koffer bij je dragen is ongemak, de superrijken slepen daarom ook nooit zelf met een koffer.
3. De beginnende dakloze, althans in New York, beschikt vaak nog over een koffer. De gevorderde dakloze geeft al dan niet noodgedwongen de voorkeur aan plastic zakken. Ik heb ook weleens mensen ontmoet die uit een zeker revolutionair pathos met een plastic tas op reis gingen. Ik herinner me een student die drie dagen lang van huis ging met slechts één plastic zak.
4. Mijn moeder sprak graag over ‘zeewaardige koffers’, waarmee ze koffers bedoelde die mee konden op een lange bootreis. Ze was van mening dat mijn koffers veel te groot en te zwaar waren.
5. Men zegt dat mensen gaan lijken op hun huisdier. Zouden mensen ook op hun koffer gaan lijken? Als u bij een bagageband staat, weet u dan welke koffer bij wie past? Er doen zich dikwijls raadselen voor. Keurige heren en dames met koffers die in een vergevorderde staat van verval verkeren. Rugzakken bij wie men geen rugzak verwacht. Een kleine beautycase op de bagageband die wordt opgepakt door een alleen reizende man.
6. Het kijken in andermans koffers is een groot voyeuristisch genot. Kijken wat andere mensen aan boodschappen hebben gekocht is fijn, maar zien wat ze in hun koffer hebben, is waarlijk spannend.
7. Het lijkt me heerlijk om een tijdje op intieme voet met een smokkelaar te verkeren.