1. Er bestaan, zoals duidelijk mag zijn, geen mensen zonder geheimen. Mensen hebben recht op geheimen. Ook uw kinderen. Omgekeerd hebt u recht op geheimen voor uw kinderen; uw kinderen hoeven bijvoorbeeld niet uw sms’en te lezen.
Een geheim is iets anders dan privacy. Privacy is dat u alleen op de wc zit en dat u dit in de regel niet wenst te doen terwijl andere mensen naar u kijken.
Een geheim is dat u alleen kunt klaarkomen als u aan Geert Wilders denkt. Of dat u het klaarkomen wenst uit te stellen en dat dit alleen maar lukt u als u aan Wilders denkt.
2. Wees voorzichtig, maar niet overdreven. Schrijf vanaf uw werk-e-mail geen berichten aan uw beste vriend, uw minnaar of uw partner, zeker niet als u over collega’s roddelt.
3. Geheimen gaan niet alleen over geld, de belastingaangifte, geheime liefdes, bordeelbezoek, soa’s en drugsgebruik, voor behoorlijk wat mensen zal hun geheim bestaan uit, pakweg, aambeien. In dergelijke gevallen is het goed om het geheim bespreekbaar te maken. Via sociale media kunt u laten weten dat u last heeft van aambeien, maar u kunt ook een briefje ophangen op uw werk dat u chronisch last hebt van aambeien en dat u mensen zoekt om daarover te praten. Anderen openbaren geheimen nadat het eigen geheim is geopenbaard.
4. Wat is erger: dat iedereen denkt dat uw aambeien hebt? Of dat u daadwerkelijk aambeien hebt?
5. Als u echt een geheim hebt, praat er met niemand over. Schrijf er een boek over, bij voorkeur fictie, maar doe dan niet in interviews of dat boek toch per ongeluk non-fictie is.
6. U hebt geheimen, omdat u niet gekwetst wilt worden en omdat u andere mensen niet wenst te kwetsen. Uw verdriet mag een geheim zijn. De gedachte dat u een hekel hebt aan uw oudste zoon.
7. Mensen gaan ook naar therapie omdat ze hun geheimen willen openbaren, maar bedenk dat zelfs de therapeut niet zit te wachten op al te smerige details. Voor de waarlijk smerige details kunt u bij de politie terecht, mits het allemaal echt gebeurd is, maar dat spreekt vanzelf.
Een korte verhandeling over geheimen.