Een korte verhandeling over haat.

  1. Primo Levi schreef dat het tegenovergestelde van liefde geen haat is, maar onverschilligheid. Daarmee is de haat nog niet van alle schuld vrijgesproken. Kunnen wij zonder haat door het leven? Wie moet je haten en waarom? Hoe laat je je haat blijken?
     
  2. Wijsgeren menen dat het beter is met zo min mogelijk haat door het leven te gaan. Daar zit veel in, al was het maar omdat het tijd bespaart. Haten kost veel tijd, soms meer tijd dan liefde. Denk aan de mensen die de eu haten en referenda organiseren om de eu te verlaten dan wel af te breken. In die tijd hadden ze ook een mooi schilderijtje kunnen maken of beter piano leren spelen. Kortom, de beste reden om niet te haten is dat u er geen tijd voor hebt. U kunt dan ook tegen mensen zeggen: ‘Ik zou u best willen haten, maar ik heb er helaas geen tijd voor.’ Dat is beleefd en toch eerlijk.
     
  3. Als u desalniettemin tijd wilt vrij maken om te haten, omdat u bijvoorbeeld gepensioneerd bent en rugklachten hebt, moet u iets of iemand kiezen om te haten. Beter een individu dan een bevolkingsgroep. Ga naar het adresboek in uw telefoon en zoek iemand uit. Schrijf diegene een sms of een e-mail met de simpele boodschap: ‘Ik haat je. Als je wilt weten waarom, maak je geen zorgen, de toelichting volgt binnenkort per e-mail.’ Als die persoon is ingelicht, kunt u het er natuurlijk niet bij laten zitten: de hater die in stilte haat, krijgt vroeg of laat een maagzweer. Stuur de persoon die u haat dus regelmatig, gemiddeld één keer per maand, een lange e-mail waarin u hem of haar uitlegt waarom zij of hij de meest waardeloze dan wel weerzinwekkendste persoon op aarde is. Vergeet niet de e-mail altijd af te sluiten met: ‘Mocht het bovenstaande niet geheel duidelijk zijn, dan ben ik bereid tijdens een kopje koffie mijn standpunten en diagnoses toe te lichten.’