Er zijn drie belangrijke redenen waarom mensen naar feesten gaan:
- Ten eerste: omdat het moet, degene die het feest geeft, kan niet voor het hoofd worden gestoten. Of de baas neemt afscheid na 25 jaar trouwe dienst, de secretaresse kan dan natuurlijk niet thuis blijven, hoewel we niet moeten uitsluiten dat ze oprecht geroerd is dat haar baas vertrekt. Het feest is een verplichting die uiteindelijk kan blijken mee te vallen. Zo danst men na drie wijn en keert dan opgelucht ja misschien zelfs met iets van euforie huiswaarts. Het leven is niet saai.
- De tweede reden om naar feesten te gaan, is om te netwerken. Wat als een feest wordt aangekondigd, is in feite een manier om mensen aan elkaar voor te stellen in de hoop dat ze nog iets aan elkaar hebben. Het feest is het glijmiddel voor opwaartse sociale mobiliteit.
- Het is bekend dat mensen ook naar feesten gaan om een seksuele partner te zoeken. Dit kan eveneens netwerken worden genoemd, maar het is een specifieke vorm van netwerken. Een uitgever die één keer per jaar een feest organiseert, vertelde me onlangs dat een bepaalde journalist de gewoonte heeft zich aan het einde van het feest te vergrijpen aan een of meer stagiaires. Het feest is, om de Nederlandse vertaling van een titel van Houellebecq te parafraseren, een markt waar strijd wordt geleverd.
Er zijn nog twee minder belangrijke redenen om naar feesten te gaan:
- Men gaat om bewonderd te worden. Oude mensen die denken heel beroemd te zijn of minder oude mensen die denken heel mooi te zijn. Men staat of zit en laat zich bewonderen.
- Dan zijn er ook nog mensen die naar feesten gaan om gratis te kunnen eten en te drinken. Dit is heel sympathiek en kan niet genoeg worden aangemoedigd. Progressieve rijken zouden feesten moeten geven waar uitsluitend champagne en kaviaar wordt geserveerd en dan nodigt men een honderdtal uitkeringsgerechtigden uit om aan herverdeling van champagne en kaviaar te doen. Zo kan men de deugd feestelijk met cynisme combineren.