In een artikel kwam ik het begrip
‘expectation management’ tegen.
Het was niet de eerste keer dat dat gebeurde, maar dit keer bleef mijn oog aan de woorden hangen. De schrijver van het artikel stelde dat het in de politiek allemaal ging om het managen van verwachtingen. In de politiek, maar misschien ook daarbuiten. De verwachting gaat aan het oordeel vooraf en is feitelijk een onderdeel van het oordeel, zeker als dat oordeel verder gaat dan de vaststelling of een toets goed (maar twee fouten) of slecht is gemaakt.
In de politiek, in de kunst, in de liefde – om drie uiteenlopende afdelingen van menselijke bezigheden te noemen – weerspiegelt het oordeel altijd een verwachting, hoop of het tegendeel van hoop, een diepgeworteld wantrouwen: het zal wel weer niets zijn.
Beeldvorming in de politiek is daarom cruciaal en ik meen dat beeldvorming ook in kunst een aanzienlijke rol speelt. En in de liefde? Ik ben geneigd te zeggen: ja.
In vastgelopen relaties kunnen partners elkaar alleen nog maar teleurstellen, omdat dat het beeld is wat ze van elkaar hebben gevormd. Nog voor de een iets heeft kunnen zeggen of doen is de ander al teleurgesteld. Deze vicieuze cirkel is nauwelijks te doorbreken.
De relatie tussen politicus en kiezer is minder emotioneel, en daarom kunnen vaardige campagnemanagers soms nog wel wat schade herstellen, maar ook niet altijd.
Wat de kunstenaar betreft zou je kunnen zeggen dat hij een spel speelt met de verwachtingen van de kijker/lezer. Het nadrukkelijk niet willen behagen van de kijker/lezer is, vrees ik, uiteindelijk ook een vorm van behaagzucht. Waarmee ik niet wil zeggen dat de kunstenaar veroordeeld is tot behagen. Er zijn uitwegen, al zijn ze soms moeilijk te vinden.
En u, lezer? Heb ik aan uw negatieve dan wel positieve verwachtingen voldaan? Bent u aangenaam dan wel onaangenaam verrast? Moet ik uw verwachtingen in de toekomst beter managen?