Deze zomer werd de VPRO-jeugdserie Zara en de magische kicksen gedraaid op zes asielzoekerscentra in Nederland. Regisseur Sam Yazdanpanna, assistent-opnameleider en (spel)coach Aqil Dahhan en production designer Farhad Vilkiji woonden zelf ook in een azc.

In de derde aflevering van Zara en de magische kicksen dreigt het mis te gaan met de hoofdrolspeelster. Een paar
dagen voor het azc-toernooi wordt de stervoetbalster in allerijl naar het ziekenhuis gebracht met een op het oog ernstige enkelblessure. Speciaal voor deze draaidag verbouwde Farhad Vilkiji het gymzaaltje op het azc in Oisterwijk tot kinderafdeling. 

Vilkiji (46) deed in zijn geboorteland Iran als kostuumontwerper, fotograaf en set designer 25 jaar ervaring op met talloze filmproducties en werd tweemaal uitgeroepen tot beste art designer van het land. Maar toen hij in 2009, drie maanden na zijn asielaanvraag in Nederland, een verblijfsvergunning kreeg, maakte zijn cv totaal geen indruk. Het was alsof hij in een vacuüm terecht kwam: ‘Stel dat je op vakantie bent in Kenia en daar te horen krijgt dat je niet meer terug mag naar Nederland. Je moet in Kenia blijven terwijl je de taal niet spreekt en de cultuur niet kent maar vanaf dag één in je eigen onderhoud voorzien. Dan heb je alleen jezelf. In zo’n geval kun je beter slager of timmerman zijn dan uit de filmwereld komen.’

Als production designer kon Vilkiji in Iran terugvallen op zijn artistieke achtergrond en staat van dienst maar als nieuwkomer kon hij daar niets mee. Hij wist ook niets van de Nederlandse filmwereld. Het was dat hij de kans kreeg een filmopleiding te gaan doen en videojournaals kon gaan maken, anders was het maar de vraag of hij aan werk had kunnen komen. ‘Via via kon ik aan de slag bij een tv-kanaal in Almere. Daar heb ik uiteindelijk een baan als
production manager bij tv Almere aan overgehouden.’

Inmiddels runt Vilkiji zijn eigen productiebedrijf, Motion & Frame. Hij zou jongeren op azc’s aanraden het cursusaanbod goed in de gaten te houden. ‘Er zijn tegenwoordig verschillende organisaties actief op azc’s die jongeren en volwassenen begeleiden en hen de kans bieden hun talent te laten zien.’

(tekst loopt door onder afbeelding)

kleurrijke coproductie

Zara en de magische kicksen is een coproductie van Pristine Film en de VPRO, in samenwerking met Cinekid en Stichting De Vrolijkheid, die culturele activiteiten organiseert voor kinderen en jongeren op azc’s. De laatste twee partijen vonden elkaar vorige zomer door op het azc in Zeewolde een miniversie van het mediafestival te organiseren. De opzet was om azc-kinderen, voor wie in de vakantie weinig valt te beleven, een week lang de kans te geven stop-motion- en One Minute-filmpjes te maken, VR-maskers in elkaar te zetten en films te bekijken. Afgelopen zomer ging Cinekid opnieuw het land in, ditmaal naar zes azc’s waar De Vrolijkheid actief is. Mirjam Marks, jeugddocumentairemaker en programmeur bij Cinekid, kwam vervolgens op het idee om op deze zes locaties een jeugdserie op te nemen. ‘Om kinderen in azc’s afleiding te bezorgen in de lange, lege zomer en het gevoel te geven dat ze erbij horen. Daarnaast wilden we hen voor en achter de schermen hun talenten laten ontdekken.’

De VPRO was enthousiast en ook NPO Zapp gaf meteen groen licht. Het scenario, geschreven door Robert
Alberdingk Thijm, Jan Eilander en Ashgan El-Hamus, houdt het midden tussen Assepoester en De wondersloffen van Sjakie. Het gaat over een meisje dat van haar broers niet mag voetballen, maar door tussenkomst van een engeltje plotsklaps de beste speelster ter wereld blijkt te zijn.

De afleveringen werden geregisseerd door David Eilander, Hesdy Lonwijk, Sam Yazdanpanna, Ties Schenk en Barbara Bredero, met rollen van onder meer Yannick Jozefzoon, Sabri Saad El Hamus en Akwasi. Cast en crew hadden grotendeels een niet-westerse achtergrond. Kinderen van de azc’s in Rotterdam, Grave, Emmen, Oisterwijk, Leersum en Amsterdam vervulden bijrollen, maakten props en werkten mee aan de animatiefilmpjes die in elke aflevering zitten.

 

Mensensmokkelaar

Terwijl Zara op haar ziekenhuisbed uit handen van twee handlangers van een ­snode, op geld beluste spelersmakelaar moet zien te blijven, bekijkt Sam Yazdanpanna de eerste takes van deze scène. Als regisseur kwam hij in Oisterwijk op vertrouwd terrein. In 1998 vluchtte hij op zijn zeventiende uit Iran naar Nederland. In zijn geboorteland werd hij ‘helemaal gek van alle repressie en censuur’ en toen hem de dienstplicht boven het hoofd hing,
besloot hij in overleg met zijn ouders via Turkije naar West-Europa te gaan. Ze waren bereid een mensensmokkelaar
voor hem te betalen.

In Nederland raakte Yazdanpanna na twee jaar uitgeprocedeerd. Daarna verbleef hij, ‘geholpen door fantastische mensen’, zes jaar illegaal in het land om via het generaal pardon in 2007 alsnog aan een verblijfsvergunning te komen. Al die jaren was hij bezig de taal te leren en las hij boeken om uiteindelijk een opleiding te kunnen volgen. Terugkeren was geen optie. Daarmee zou alle opoffering en energie van zijn ouders vergeefs zijn geweest.

Yazdanpanna ging naar de Rietveld Academie en volgde aansluitend een filmopleiding. Inmiddels maakt hij films – onlangs ging zijn korte film Eenheid in première op het Nederlands Filmfestival – en werkt hij als jongerencoördinator bij Stichting De Vrolijkheid. Daar zette hij zo’n 1200 workshops in gang voor in totaal ruim 2000 azc-jongeren. Vóór hij deze baan kreeg, bezocht hij voor het eerst in jaren weer een azc.

(tekst loopt door onder afbeelding)

Identiteit

‘Ik was meteen ontroerd. Dat heb ik eigenlijk nog steeds. Zodra ik in een azc ben, krijg ik meteen het gevoel dat ik erbij hoor. Of ik nu vrouwen in lange Afrikaanse gewaden tegenkom of kleine kinderen zie rondfietsen. Dan voelt het of ik dichter bij mezelf kom. Het azc-leven betekent voor mij het echte leven. Hier ben ik getest. Omdat ik mezelf in die tijd weer helemaal opnieuw moest uitvinden.

Wie in Nederland asiel aanvraagt, komt in een molen terecht. In korte tijd worden een heleboel dingen van je afgepakt. Wat overblijft is het etiket “vluchteling”. Daarna begint de hervorming van je identiteit. Ik wist meteen dat ik nooit meer dat Iraanse jongetje zou zijn. Het kostte jaren om daar overheen te komen. Alsof je een soort
liquide identiteit hebt.

Ik heb het idee dat het nu moeilijker is om iets voor elkaar te krijgen voor jongeren die op een azc wonen. Er ligt veel druk op de bewoners. De maatschappij wil iets van ze, er worden hoge eisen aan ze gesteld. Het asielbeleid is zonder meer verhard. Destijds werd je mede beoordeeld op je talenten. Dat ligt nu anders. Wanneer ik nu in contact kom met jongeren op een azc krijg ik het gevoel dat voor hen alles stilstaat. Maar dat hoeft niet zo te blijven. Toen ze mij in Oisterwijk op de filmset in het Farsi hoorden praten en ik de regisseur bleek te zijn, zagen ze hoop.’

Mime

Tijdens de draaidagen van Zara werkte acteur en producer Aqil Dahhan (45) als assistent-opnameleider en (spel)coach van de tientallen azc-kinderen die meewerkten aan de serie. Op het azc in Grave werd hij in het Farsi (Perzisch) aangesproken door een Iraanse man. Die informeerde naar de kansen in de theater- en tv-wereld voor zijn zestienjarige zoon, die net een week in Nederland was. ‘Die jongen wilde dolgraag acteren. Dat deed hij al van jongs af aan. Ik heb hem op het hart gedrukt zo snel mogelijk Nederlands te leren. Hij zal hoe dan ook audities moeten doen.’

Het bracht Dahhan direct terug naar de tijd die hij zelf doorbracht in het azc. Op zijn zesde was hij met zijn familie zijn geboorteland Irak uitgezet en moest hij zich zien te redden in Iran. Omdat hij alleen Arabisch sprak, leerde hij zich met gebarentaal verstaanbaar te maken. ‘Ik dacht na over wat ik wilde zeggen en probeerde dat met handen en voeten over te brengen. Eigenlijk een soort mime: ik maakte er theater van.’

Op school liep zijn acteertalent in de gaten en daarna zou Dahhan in Iran zo’n twintig jaar meedoen aan allerlei tv- en theaterproducties. Vervolgens vluchtte hij naar Nederland waar hij weer van voren af aan kon beginnen: ‘Ik sprak geen woord Nederlands maar had wel door dat ik mijn talent moest laten zien. Daarom ben ik aan de slag gegaan met poppentheater en schimmenspel. Zo kun je met beeld en muziek toch communiceren.’

(tekst loopt door onder afbeelding)

' Wanneer ik nu in contact kom met jongeren op een azc krijg ik het gevoel dat voor hen alles stilstaat. Maar dat hoeft niet zo te blijven.' 

Sam Yazdanpanna

Krant

In de vierenhalf jaar dat hij moest wachten vóór hij zijn status kreeg, woonde Dahhan onder meer in het toenmalige azc in Delfzijl, waar niemand hem kende en niemand hem zag. ‘Met een paar bewoners zijn we toen een krant gaan maken. Die hebben we laten lezen aan de mensen uit het dorp. Vervolgens zijn we die ook gaan interviewen. Als je creatief probeert te zijn, is er van alles mogelijk. Zelfs als je bent
uitgeprocedeerd.’

Na een hbo-opleiding technische informatica werkte Dahhan tien jaar bij de klm. Tegenwoordig is hij actief in de film- en tv-wereld. ‘Ik voel me vooral geïnspireerd als ik met nieuwkomers en migranten kan werken.’ Zo geeft hij met De Vrolijkheid en stichting The Buddy Film Project voor gevluchte filmprofessionals, onder wie Farhad Vilkiji, creatieve workshops aan kinderen op het azc in Katwijk. Eerst wordt zo veel mogelijk muziek-, teken- en acteertalent geselecteerd om vervolgens gezamenlijk tot een volwaardige theater- of filmproductie te komen. Een voorbeeld daarvan is de animatiefilm Onze eiland die op het Cinekid Festival in oktober in première ging. ‘Meewerken aan zo’n productie heeft honderd procent impact op je status. Daarmee kun je laten zien dat je iets toevoegt aan de Nederlandse maatschappij. Kleur, variatie en diversiteit.’

meer zara en de magische kicksen