Een moeder met HIV, een vader die homo is en een zusje met het syndroom van down. In 'Mijn vader' worden ingewikkelde volwassen thema’s verteld en gezien door de ogen van een kind.

Jack Valkering won met zijn eerste reeks korte jeugddocumentaires met onderwerpen als ‘Mijn vader is dement’ en ‘Mijn vader is een transseksueel’ een kast vol prijzen en werd zelfs genomineerd voor een internationale Emmy Award. In de tweede serie Mijn vader gaat het niet alleen om vaders, maar ook om andere familieleden in een moeilijke situatie. Een zus in coma, een moeder die illegaal in Nederland is of een grootvader met een nsb-verleden. De kinderen laten samen met hun familie heel eerlijk zien hoe hun situatie voor ze is. Wat opvalt, is vooral hoeveel liefde er is in de gezinnen. En dat er soms verdriet is, maar ook veel vrolijkheid.

‘Als je een jaar of elf bent, wil je eigenlijk het liefst net zo zijn als iedereen,’ vertelt Valkering. ‘Wanneer dat niet zo is, vanwege iets wat thuis speelt, kan dat moeilijk zijn. Ik merk dat klasgenootjes vaak maar weinig begrip kunnen opbrengen voor zo’n kind, dat komt meestal voort uit onwetendheid. Ik hoop dat kinderen door de serie zien dat je er niets aan kunt doen als iemand in je familie een beetje anders is, en dat er gewoon heel veel verschillende mensen bestaan.’

Homevideo's
De bijzonder intieme verhalen zijn het resultaat van veel tijd en energie in de aanloopfase steken, vertelt regisseur Valkering. De documentaires lijken bijna een soort homevideo’s. ‘Voordat ik ging filmen, kwam ik eerst vaak langs om de kinderen te leren kennen. Pas na drie of vier bezoekjes nam ik een kleine flipcamera mee. De kinderen filmen soms zelf, en soms neem ik ongemerkt de camera over. En ik coach ze een beetje in de gesprekken die ze voeren met bijvoorbeeld hun ouders. Ze vonden het zelf vaak belangrijk om een duidelijke boodschap over te brengen: nu weet je hoe wij leven, oordeel niet te snel.’

extra: lees interviews met de kinderen