In de muzikale film ‘Sing Song' wordt de 16-jarige Jasmine (Georgiefa Boomdijk) uitgenodigd voor een song-contest in Suriname.
Bekijk de film op NPO Zapp via de onderstaande button.
lees het interview met de hoofdrolspelers
We spraken Glen Faria, Georgiefa Boomdijk en Floris Bosma over Sing Song, Suriname en hun favoriete zomernummers.
Het is nu bijna twee jaar geleden sinds Sing Song in de bioscoop te zien was. Hoe gaat het nu met jullie?
[Glen] Is het alweer twee jaar geleden? Dat gaat snel. Het gaat heel goed.
[Floris] Het voelt bijna als een ander leven! Het gaat goed. Ik speel nu in GTST en ben nog steeds veel bezig met muziek. Ik ben op het moment ook bezig met de muziekproductie voor de theatervoorstelling van mijn vriendin, die is actrice. Maar dat is allemaal nog in een beginstadium.
[Georgiefa] Met mij gaat het goed. Ik werk aan mijn muziek carrière. Ik heb ook in de televisieserie #Forever gespeeld, een gastrol. Verder ben ik nu bezig met het RTL4 televisieprogramma All Together Now, waar ik jurylid ben. Ook geef ik lessen in theater en workshops.
Wat voor plek heeft Sing Song inmiddels binnen jullie carrière?
[Floris] De eerste stap richting meer acteren. Bij Sing Song werd ik echt volledig in het diepe gegooid. Omdat ik eigenlijk daarvoor helemaal geen ervaring had met acteren überhaupt: het enige aan de rol waar ik wel ervaren in was, was gitaarspelen. Dat was ook wel echt het leuke er aan. Het was ook zeker een steun dat er meer onervaren acteurs in de cast zaten. Dat geeft het gevoel dat wat je doet niet raar of dom is, maar dat gevoel heb ik bij Mischa (Kamp, regisseur, red.) sowieso nooit gehad.
[Georgiefa] Ik heb door Sing Song mogen beseffen dat ik heel veel jongere meiden, jongens ook, inspireer. Als ik op een evenement ben of iets dergelijks, word ik vaak door ouders aangesproken: ‘Hee jij bent toch dat meisje uit Sing Song? Dankjewel! De kinderen willen nu met ons mee naar Suriname.’ Of er zijn meiden die precies hetzelfde meemaken als mijn personage Jasmine. Kinderen die naar me toe komen en zeggen: ‘ik wil ook acteren, hoe doe je dat?’ Dat geeft me heel veel motivatie om door te gaan.
Hoe was het om te spelen tegenover bekende namen als Kenny B, Negativ en natuurlijk Glen Faria?
[Glen] Ik werkte al met Kenny B, ik heb een aantal liedjes voor hem geschreven. Achter de schermen was ik al bekend, maar voor het grote publiek nog niet. Maar de muzikanten, daar werkte ik al veel langer mee. Filmen met bekenden van mij was ook zeker een fijne ervaring.
[Floris] Vooral heel leuk. Kenny B heb ik niet veel gezien, Glen wel, uiteraard. Een ontzettend leuke fijne gast om mee te werken.
[Georgiefa] Ik ben opgegroeid met Negativ als rapper en acteur uit Bolletjes Blues. Ik dacht: hij is zo gangster. Maar ik had niet door dat hij dat gewoon aan het acteren was. Voor Sing Song kende ik Glen niet, tijdens de film is hij echt een vaderfiguur in de acteerwereld voor mij geworden, waarbij ik me comfortabel voelde. Ik miste hem ook in Suriname, want hij had een periode waarin hij klaar was met filmen en terug naar Nederland ging. Uiteindelijk heb ik een heel warm gevoel overgehouden bij Negativ en Glen, omdat ze me de acteerwereld lieten zien en me vertelde wat ik allemaal kan.
Hielp de muziek in de film om je in te leven in je personage?
[Glen] Ik heb de liedjes voor de film geschreven. De liedjes worden vanuit de personages verteld. Je bent zodoende veel aan het praten over de personages, ook met de hoofdrolspelers. Dat helpt, doordat je daardoor de hele situatie schetst, in plaats van dat je je alleen concentreert op je eigen rol. Waarom ik de film zo speciaal vind, is dat Mischa (Kamp, regisseur, red.) de authenticiteit van de Surinaamse cultuur zo wou laten zien, in plaats van het cartooneske. We wilden heel eerlijk zijn tegenover de Surinaamse cultuur. Dat is ook de hoofdreden waarom ik ja heb gezegd tegen deze film.
[Floris] Het was voor Mischa ook heel belangrijk om een goed beeld van Suriname te vormen. En Glen heeft daar met zijn muziek ook een heel groot aandeel in gehad, dat het zo authentiek is geworden.
[Georgiefa] Voor Sing Song had ik nog een beetje moeite met geschreven nummers uitvoeren. Glen heeft mij, als een soort docent, kunnen coachen: ‘Kijk Gie, als het je zo zingt, dan komt het echt goed over.’ Door zijn aanwijzingen heb ik de rol wel echt kunnen spelen zoals het moest, en dat heb ik allemaal te danken aan Glen.
Was je al eerder in Suriname geweest?
[Georgiefa] Ja, zeker! Voor 2013 was ik ongeveer om de twee jaar in Suriname met mijn familie. Het was wel spannend: ik bleef nu zes weken in Suriname, veel langer dan normaal. Op een gegeven moment kreeg ik heimwee.
[Floris] Ik was nog nooit buiten Europa geweest. Voor het eerst in een tropisch regenwoud klimaat! Ik vond het echt heerlijk. Het enige waar ik moeite mee had, was de hitte. Als je je wil concentreren op een scene en het is echt bloedheet, dan doet dat wel wat met je concentratievermogen. Dat was wel een uitdaging.
[Georgiefa] Floris is er nog enthousiaster over dan ik.
Wat is de tofste herinnering die je hebt, waar moet je meteen aan denken bij Sing Song?
[Glen] Dan denk ik aan de hoofdrolspeelster. De ontwikkeling die zij heeft meegemaakt: van een meisje dat geen acteerervaring heeft, naar iemand die een hoofdrol vertolkt en de film draagt. Ik heb ook veel met haar gesproken tijdens het proces. Mischa en ik hebben ook sessies met haar gedaan; hoe kunnen we haar emoties zo authentiek mogelijk neerzetten zonder dat ze acteerles hoeft te nemen. En dat meisje roept van nature zoveel sympathie op. De scene dat ze op een bootje langs het binnenland vaart op zoek naar haar moeder en haar oma blijft voor altijd bij me. Die scene vind ik supermooi, ik krijg daar zo’n kerngevoel van Suriname van, wat in bijna geen enkele Nederlandse Surinaamse film naar voren is gekomen. Daar ben ik heel trots op.
[Georgiefa] In het binnenland zelf, werd ik helemaal gek van de insecten, maar de reis naar het binnenland toe en de reis terug naar Paramaribo is zo’n mooie herinnering. Ik heb zoveel mooie landschappen gezien. In het binnenland ben ik er achter gekomen dat ik zelf zo goed aansloot op mijn rol in de film. Ik heb mijn eigen cultuur kunnen ontdekken.
[Floris] Filmen in de jungle, met de boten over de rivier. Dat vond ik een hele bijzondere ervaring. Ik zou nog liever voor een film of een productie naar Suriname gaan dan op vakantie. Want we werkten daar ook samen met een Surinaamse productiebedrijf waardoor je veel meer meekrijgt van hoe het land in elkaar zit, dan wanneer je als toerist daar bent. Echt een kijkje onder de motorkap.
Wat is het beeld van Suriname waarvan je hoopt dat mensen het meenemen uit de film?
[Glen] Warmte. Dat Surinamers een warm volk zijn. Die hard van buiten kunnen ogen, maar heel zacht zijn van binnen.
[Floris] Vrij, warm. Heel relaxed ook natuurlijk. En vooral heel vriendelijk en positief. Eigenlijk is het ook klein; Suriname is eigenlijk een dorp. Zelfs de stad, Paramaribo, voelt als een dorp. Het grootste deel van het land is natuurlijk jungle. En lekker eten natuurlijk. Ik heb het ook echt wel meegenomen naar Nederland. Als ik aan Suriname denk, krijg ik meteen een warm gevoel en fijne herinneringen die naar boven komen. Mensen hebben minder behoefte aan spullen, of een nieuwe baan. Blij zijn met wat je hebt.
[Georgiefa] Dat het echt een warm land is, met én leuke mensen én mensen met een attitude. Het liefst wil ik dat mensen meenemen dat Suriname een land is met lekker eten, lekkere zon, waar je gewoon lekker kan genieten, tot rust kan komen en jezelf kan vinden.
[Glen] Ik vind dat we een hele goeie mix hebben gevonden van het nonchalante, komische, warme en emotionele. En dat is alles wat Surinamers zijn.
''Suriname is eigenlijk een dorp.''
De zon begint al weer een beetje te schijnen en als Sing Song op televisie is al helemaal; wat is jullie favoriete zomernummer?
[Georgiefa] Op dit moment is dat Santo Domingo van Dopebwoy en Yxng Bane.
[Glen] Summertime van Will Smith. Dat is wel echt een zomer-classic toch?
[Floris] Ik luister zo veel muziek. Maar ik heb wel een nummer dat ik wel heel lekker vind in de zomer: Another Sunny Day van Belle & Sebastian.