a. Ja, maar ze krijgt dan alleen mannetjes
b. Ja, maar ze krijgt dan alleen vrouwtjes
c. Nee, ze heeft altijd een mannetje nodig
Het juiste antwoord is A. Er is iets bijzonders aan de hand met het vrouwtje van de komodovaraan: naast de gewone manier van bevruchten, kan ze zich in haar eentje voortplanten. Dit is vooral handig als een vrouwtje belandt op een eiland waar geen mannetjes voorkomen. Zo kan ze toch voor nageslacht zorgen en voor mannetjes om mee te paren. Dit is weliswaar een vorm van inteelt, maar dat is beter dan uitsterven.
Een varaanvrouwtje heeft WZ-chromosomen en het mannetje ZZ-chromosomen. Een onbevruchte eicel heeft maar één W of één Z chromosoom. Bij de zelfbevruchting zorgt niet een zaadcel, maar een deel van de eicel voor de bevruchting. Hierdoor verdubbelen de chromosomen zichzelf. Dit zal de combinatie WW of ZZ opleveren. De combinatie WW is niet levensvatbaar. ZZ wel, dus zal het altijd een mannetje zijn.