De nieuwe directeur van het Holland Festival is Ruth Mackenzie. Wat is haar stijl, en waar komt dat vandaan? ‘Dit is waar mijn ouders het voor deden.’

Ze maakte indruk in januari, door haar speech tijdens de persconferentie van het Holland Festival helemaal in het Nederlands te houden. Maar het interview doet ze voor de zekerheid toch in het Engels, al blijft ze op les want ze wil de taal beheersen. ‘Vanzelfsprekend wil ik dat,’ zegt ze met nadruk, ‘want Nederlands is de taal van mijn publiek. En ik ben er voor mijn publiek.’

Kenmerkende uitspraak. Deze bestuurder van formaat uit de internationale culturele sector – Ruth Mackenzie (Reading, 1957) adviseerde vijf opeenvolgende staatssecretarissen van Cultuur in Engeland en leidde grote festivals - is nadrukkelijk van het erbij horen, niet van het uitsluiten, en haar stijl is toegankelijk.

Ze liet dansers van de Millennium Bridge bungeejumpen en kreeg de Londenaren zelf ook massaal aan het dansen in de straten rond Piccadilly Circus tijdens het Londen Festival waarvan Mackenzie directeur was tussen 2010 en 2012; voor haar verdiensten kreeg ze de ridderorde opgespeld. Het festival had kunst van internationale naam en faam op de rol maar het voltrok zich als een waar volksfeest; veel was in de open lucht, en gratis toegankelijk bovendien.

Haar hand was ook zichtbaar in de herdenking van de Eerste Wereldoorlog vorig jaar, een groots evenement dat uitgroeide tot veel meer dan een verplicht nummer door een spectaculaire zee van rode keramieken klaprozen rond de Tower in hartje Londen. Een voor elke gevallen soldaat; mensen konden ze per stuk kopen en zelf ‘planten’. Op tv vertelden kleinkinderen het verhaal van hun opa, een klaproos in de hand. De kunstenaar erachter kwam uit Mackenzie’s netwerk. Hoogst origineel, vindingrijk en ontroerend, schreef de Britse pers. ‘En democratisch,’ voegt Mackenzie toe.  

Onder Mackenzie is de toeschouwer veel vaker deelnemer. Hij kruipt in bed met een actrice op locatie in de stad of loopt met de smartphone in de hand door de digitale stad 

wereldleider

Dat het schitterende foto’s opleverde die wereldwijd de kranten haalden, is ook niet onbelangrijk, in een tijd waarin een festivaldirecteur evenzeer thuis moet zijn in het theater als in marketing. ‘De kracht en betekenis van cultuur voor overheden en steden is groot,’ zegt Mackenzie. ‘Cultuur kan je op de kaart zetten, en is een manier om je identiteit uit te dragen, dat wordt heel goed begrepen: je kunt nergens anders ter wereld op de foto met de Amsterdamse grachten.’ In Nederland is anders hard bezuinigd op cultuur. ‘Meer meer geld garandeert nog niet dat je wereldleider wordt. En jullie hebben de wereldtop al in huis. Neem Ivo van Hove! Wat telt, is de juiste keuzes maken. Het lastige daarbij voor ons, is dat wij concurreren met een wereldwijde markt als het gaat om de beste voorstellingen.’

De eerste editie Mackenzie van het Holland Festival is, veel meer dan onder haar voorganger Pierre Audi, voor iedereen, en in de hele stad. Niet meer alleen in theatertempels, maar van broedplaats de Vlugt diep in West tot midden op de Dam. De opening is niet in het Muziektheater, maar in circustheater Carré, met op het programma Turkse muziek; de goedkoopste zitplaatsen in de nok zijn vijftien euro. Nog een verschil met Audi: onder Mackenzie is de toeschouwer veel vaker deelnemer. Hij kruipt in bed met een actrice op locatie in de stad voor Alles aan mijn zijde van theatermaker Fernando Rubio, of loopt met de smartphone in de hand door de digitale stad M.U.R.S. Als afsluiter haalde Mackenzie de Proms naar het Concertgebouw: de stoelen gaan eruit iedereen kan vrij in- en uit lopen.  

'Ga naar het museum, probeer het. Het enige dat je verliest als je het niks vindt, is tijd.' 

ruth mackenzie

participatie

Join the elite, is een uitspraak van Mackenzie. ‘Ga naar het museum, probeer het. Het enige dat je verliest als je het niks vindt, is tijd.’ Waar komt haar focus op participatie vandaan? ‘Ik denk uit mijn jeugd. Racisme, discriminatie, seksisme: ik had daar al jong sterke gevoelens over,’ vertelt ze. Mackenzie is enig kind van Zuid-Afrikaanse journalisten die moesten vluchten voor het Apartheidsregime. Zij groeide op in Londen. ‘Mijn moeder werd opgepakt tijdens het Sharpeville protest in 1960. Daar heeft ze nog lang weet van gehad. De overheersende ervaring in mijn jeugd was de politiek, niet het theater. Toen ik klein was gingen we vaak naar Trafalgar Square om te protesteren tegen Apartheid.’

Wat Mackenzie cultureel heeft gevormd, is het kinderkoor, vertelt ze. Niet zomaar een koortje: ze zong bij de Finchley Children's Music Group, met een grote reputatie op het gebied van eigentijdse muziek. ‘We traden op in de Royal Festival Hall, ik was gewend de artiesteningang te nemen. Dat was geweldig. Het gevoel dat je er recht op had om daar als kind aan deel te nemen; ik vind dat ieder kind die kans moet krijgen.’ In Cambridge zat ze bij het studententoneel, tot haar jaargang behoorde ook Stephen Fry. ‘Maar ik had al snel door dat ik beter ben achter de schermen. Inspireren, mogelijk maken, kunstenaars laten schitteren. It’s the best job!’

Als ze één voorstelling mag noemen van haar eerste editie, is dat het koor uit Kaapstad, the Cape Traditional Singers. ‘Dat is voor mij persoonlijk heel bijzonder. Dit is waar mijn ouders het voor deden. Zwarte jongens en meisjes op toneel! Had nooit gekund, toen.’ In de stilte die valt, schieten haar de tranen in de ogen.  

La Fura dels Baus & andere favorieten van ruth mackenzie:

Video:

Regie: Arnout Arens
Interview: Jonathan Maas
Camera: Marco Nauta
Geluid: Dennis Kersten 

bio

Ruth Mackenzie (1957) studeerde Engels in Cambridge. Ze was o.m. dramaturg bij de Wiener Festwochen, algemeen directeur van het Manchester International Festival en leidde de Schotse Opera. Van 2010 tot 2012 was Mackenzie directeur van de Culturele Olympiade en het London Festival. Ruth Mackenzie is adviseur van onder andere de Britse Staatssecretaris van Cultuur, Media en Sport, de BBC en het Tate. Ze woont afwisselend in Amsterdam en Londen.