Regisseur Ivo van Hove en Toneelgroep Amsterdam vieren triomfen van New York tot Buenos Aires. De VPRO-Gids sprak Van Hove over Kings Of War, succes, en natuurlijk zijn samenwerking met David Bowie. 'Ik leefde al een jaar met dat geheim.

In het Amsterdamse hotel waar we hebben afgesproken, zijn we gedirigeerd naar een rustige plek die vlak bij de keuken blijkt, de deuren slaan er onophoudelijk en het is een komen en gaan van leveranciers, handdoekenkarren en personeel. Over een uur wordt Ivo van Hove verwacht bij een repetitie voor Kings of War, daarna vliegt hij naar Milaan waar zijn voorstelling Na de repetitie/Persona wordt gespeeld. Maar Van Hove blijft onverstoorbaar en praat door alle kabaal heen. Hij is alert en kalm tegelijk. En soms schiet er een warme, brede glimlach over zijn gezicht.

In Milaan heeft hij ook afspraken. Modern artistiek leiderschap in een tijd waarin subsidie geen garantie meer is, betekent een tweede job ernaast die meestal pas begint als de voorstelling ’s avonds voorbij is. In de foyer, of een restaurant: socializen en netwerken met sponsors, partners en donateurs. ‘Ik ben de baan opgegaan,’ noemt Van Hove dat. Met succes: ‘We hebben twee grote sponsoren en zo’n zeventig mecenassen aan ons weten te binden. Deze periode zitten we goed. Maar er is geen enkele garantie,’ constateert hij.

Leiderschap

Kings of War is een grote coproductie die tot stand kwam met vier partners: het Barbican Centre (Londen), de Wiener Festwochen, het Théâtre National de Chaillot en het Holland Festival. Is dat ook een antwoord op de bezuinigingen? ‘Dit is extreem, maar wij zoeken inderdaad actief naar internationale samenwerking. Dus niet hapsnap een productie hier of daar en dan weer weg, maar een verbintenis aangaan voor langere tijd, zoals we hebben in Parijs en New York. Wij zetten in op ons netwerk. Want dat telt, in the long run.’

De voorstelling is gebaseerd op drie stukken van Shakespeare, grote thema is macht en leiderschap in tijden van oorlog en vrede. Van alle koningsdrama’s die Shakespeare schreef, koos Van Hove Henry V, Henry VI en Richard III, kort gezegd een goede, een slappe en een hele kwaaie koning. Waarom juist deze drie stukken? ‘Omdat ze de duidelijkste vormen van leiderschap laten zien. Dat is het thema. Maar wat is goed leiderschap? Henry V zie je groeien van een losbol naar een echte leider met verantwoordelijkheidsgevoel, een machthebber ook die durft te twijfelen. Henry VI is eigenlijk heel integer, en religieus gedreven, maar komt daardoor voortdurend in gewetensnood en hij raakt politiek totaal geïsoleerd. Waarna de adviseurs het overnemen en er totale chaos ontstaat. Richard III tot slot is puur uit op de macht. Niet om er iets positiefs mee te doen voor de samenleving, maar voor zichzelf. Maar als hij eenmaal koning is, is hij doodongelukkig. Dan zit-ie daar, met de kroon op z’n kop. Hij is een amoreel figuur, de macht op zijn verderfelijkst. Richard roeit niet alleen zijn vijanden, maar ook al zijn mogelijke vijanden systematisch uit.’

Vitaal

Aan het eind van de voorstelling krijgt Richard III als een soort Scrooge bezoek van de geesten uit zijn verleden; mensen die hij heeft omgebracht. ‘Hij vraagt zich voor het eerst in zijn leven af wat hij heeft aangericht. Maar er is in dit stuk geen moraal. Zowel Shakespeare als de oude Grieken vertellen je nooit wat je moet vinden. Ik vind ook dat kunst helemaal niet geschikt is voor moraal. Ik wil nooit van tevoren stelling nemen, ik wil zien wat er ontstaat uit de voorstelling en ik wil dat mensen zelf denken.’ Shakespeare is vitaal theater, zegt Van Hove. ‘Of het nu gaat over liefde of oorlog, wat hij schrijft, is waar, universeel. Zowel zijn komedies als tragedies hebben dat. Dat doen weinigen hem na – al komt Hugo Claus misschien een beetje in de buurt qua diversiteit van onderwerpen en thematiek. ‘

Londen, Buenos Aires, New York, Michigan: wie de speellijst van het aankomende seizoen bekijkt, ziet een waslijst aan buitenlandse steden. Toneelgroep Amsterdam is uitgegroeid tot een internationaal bekend gezelschap dat de wereldpodia bespeelt. Met de bekendheid komen ook de grote namen: Van Hove werkte samen met Juliette Binoche, bij Angels in America in New York zaten Isabelle Huppert en Rufus Wainwright in de zaal; Wainwright riep volgens de pers na afloop tot drie keer toe dat het amaaazing was en Huppert ging mee de kroeg in, tot twee ’s nachts, vertelt Van Hove.

Limousine

Op de site staat bovendien een aanbeveling van Cate Blanchett. Geanimeerd: ‘Dat is natuurlijk het voordeel als je wat rondreist in de wereld. Van Cate Blanchett kreeg ik een mail, dat ze fan was. Daar heb ik wel een uurtje naar zitten staren, al geloofde ik het niet helemaal. Ik dacht dat iemand een grap met me uithaalde. Of ik om tien uur ’s avonds naar een bepaald restaurant kon komen. Kwam ik daar, was het helemaal leeg. Zie je wel, dacht ik. En toen kwam daar toch een zwarte limousine voorrijden en hebben wij een fantastische avond gehad. Met haar zou ik nog een samenwerking aangaan voor haar theater in Sydney, maar dat ging allemaal niet qua planning. Ik heb ondertussen het geluk gehad drie grote internationale actrices te ontmoeten: Binoche, Huppert en Blanchett. Zij zijn alle drie heel verschillend, maar in één ding zijn ze hetzelfde: ze staan niet op het toneel om te schitteren, ze willen werk maken dat er toe doet. Zij willen het beste van het beste. Ze doen wel eens een film voor het geld, maar door de bank genomen is hun werk indrukwekkend. I’m blessed, zal ik maar zeggen.’

Heeft zijn bekendheid in de VS al geleid tot interesse vanuit de filmwereld? Afgelopen jaren heeft Van Hove veel filmbewerkingen gedaan, zoals Husbands, Opening Night en Brokeback Mountain. Bovendien heeft hij al een speelfilm gemaakt. Hij reageert voorzichtig. ‘Nee. Ik heb daar wel eens aan gesnuffeld maar niks concreets. We zullen wel zien.’ Zou u het willen? ‘Natuurlijk, het lijkt me enorm interessant. Al was mijn eerste ervaring op dat gebied in Nederland niet zo positief, vanwege het wereldje eromheen, van subsidies en distributie. Lastig.’ Wat niet is, kan nog komen. Zeker bij Van Hove.

 

Jeugdidool

In april werd bekend dat hij zou gaan samenwerken met David Bowie. ‘Toen dat mailtje kwam, heb ik wel een vreugdesprongetje gemaakt. Van alle namen is de zijne voor mij toch wel het grootst. David Bowie is mijn jeugdidool. Ik kocht in 1975 mijn eerste plaat van hem en ik volg hem sindsdien. Dat ik nu met hem kan werken, is een droom die uitkomt.’

Met Toneelgroep Amsterdam gaat het heel goed, daar zal vriend en vijand het over eens zijn, concludeert hij. Maar wat betekent succes voor hem persoonlijk? ‘Dat men je serieus neemt. Dat men graag komt en kijkt. Het is mijn missie in het leven om werk te maken dat urgent is en dat raakt. Ik leef voor een groot deel in mijn theaterproducties. Daar uit ik mij in. En daar leg ik mijn hart in bloot.’

Holland Festival: Kings of War, Stadsschouwburg Rabozaal, 14, 17, 18, 20 en 21 juni

Holland Festival

met o.a. Kings of War

zaterdag, NPO 2, 22.35-23.15 uur

 

Bio Ivo van Hove

Ivo van Hove (1958) is sinds 2001 directeur van Toneelgroep Amsterdam. Bekende voorstellingen onder zijn regie zijn onder andere Angels in America van Tony Kushner, Romeinse tragedies naar Shakespeare, The Fountainhead van Ayn Rand en Opening Night van John Cassavetes. Zijn producties zijn gespeeld in onder meer The Old Vic in Londen, de Biënnale van Venetië en de Wiener Festwochen. Van Hove werkt regelmatig in New York, als vaste gastregisseur van de New York Theatre Workshop. Recente prijzen: in 2015 won Van Hove twee Olivier Awards plus de Critic’s Circle Award voor A View from the Bridge van Arthur Miller. In 2014 kreeg hij een Eredoctoraat van de Universiteit Antwerpen.

Lazarus

Voor de muzikale theaterproductie Lazarus, door David Bowie, Ivo van Hove en de Ierse toneel- en scenarioschrijver Enda Walsh (bekend van de film Hunger) brengt Bowie zijn personage Thomas Jerome Newton uit de cultfilm The Man Who Fell to Earth (1976,
Nicolas Roeg) weer tot leven. Met songs van Bowie, waarvan hij voor de musical nieuwe arrangementen maakt.

Van Hove: ‘De samenwerking met Bowie is in volle gang en heel intensief. Het is echt wel meer dan dat hij zijn naam eraan heeft verbonden. Bowie is bij elk stap betrokken. Ook met de casting houdt hij zich bezig; ik maak shortlists voor hem met namen, daarop reageert hij per mail direct. Over de namen zelf kan ik nog niks zeggen. Het project is momenteel in volle gang, er zijn al twee versies gepasseerd van het stuk. Er bestond nog niks hè: er zijn alleen de bestaande songs van Bowie. Er is een hele nieuwe tekst geschreven door Enda Walsh. Er zitten achttien songs in Lazarus, zelfs voor een musical is dat veel. Bowie schreef twee nieuwe songs voor ik erbij kwam en ik heb het voor elkaar gekregen dat hij er nog twee bij schrijft. Niet out of the blue, het heeft z’n redenen in het stuk: er waren enkele momenten waarop het passend was om een song te hebben. Dat heb ik hem gesuggereerd, en daar ging hij in mee. Bij de eerste lezing van het stuk, toen hij de tekst voorlas – want dat deed hij dus zelf – was ik bang dat hij mij zou vragen wat ik ervan vond. Ik dacht oh god, wat als ik het niet goed vind. Maar dat gebeurde gelukkig niet. De eerste ontmoeting was heel spannend. Ik had moeite mijn zenuwen te bedwingen en moest mezelf echt vermannen. Hij vroeg me of ik de tentoonstelling van Gerhard Richter al had gezien. “Ik heb hem al drie keer gezien,” zei Bowie. Dat is kenmerkend voor hem. Hij heeft een echte kunstenaarsziel, die zijn muziek gebruikt om zich te uiten.’

Lazarus gaat in december in première in de New York Theatre Workshop.