In hoeverre representeert het aanbod op DDW de tijdgeest? Manifestations staat traditiegetrouw voor art, tech en fun, maar hoe fun is de wereld waarin we leven – laten we wel wezen? Nooit eerder vonden we de tentoonstelling boven in het Veemgebouw zo grimmig. Zeker, de fun ontbreekt er niet, maar jonge ontwerpers schuwen ook de donkere kanten van het leven niet, met werken die gaan over femicide, onze relatie met geweld in het algemeen maar ook over uitbuiting en struggles rondom identiteit en adoptie.
Eenzaamheid, geweld en smeltende ijskappen. Dutch Design Week vliegt dit jaar rechtstreeks af op de uitdagingen van de tijd. En verbeeldt ook alternatieve werkelijkheden, onder het (enigszins abstracte) thema: REAL UNREAL. Uit het brede aanbod helpen wij je alvast op weg met tien niet te missen VPRO-tips.
tip 1
Manifestations
Veemgebouw
Bij het betreden van de tentoonstelling ligt een bodybag op de grond, in ‘millennial pink’ (deze kleur is hot op DDW, zo vonden wij uit). Dit werk van Rachelle Jeuring van ArtEZ Zwolle gaat over femicide (moord op vrouwen in de vorm van huiselijk geweld of eerwraak) dus het lijk erin zal een vrouw zijn. De bedoeling is dat je met een zaklamp om het werk heen loopt, waar bordjes met cijfers en tekst staan met daarop ontluisterende feiten zoals dat 1 op de 6 mannen geweld tegen vrouwen geoorloofd vindt. Via een koptelefoon hoor je testimonials van nabestaanden en overlevenden. Minstens zo macaber zijn de, overigens prachtig uitgevoerde, schilderijen van Alexander Blu, afgestudeerd aan Minerva Groningen, getiteld Violence: hoe gaan we om met grensoverschrijdend gedrag? Kijken we weg, blamen we de victim? Ook hier ligt weer een onthutsend stukje statistiek onder: In Nederland doet één op de vijf vrouwen aangifte van aanranding, vaak gepaard met lichamelijk geweld.
Ook niet leuk: westerse uitbuiting als gevolg van kolonialisme. De Kantamanto-markt in Ghana is een van de grootste dumpplekken van onze afgedankte kleren. Honderd zeecontainers, met erin, pak ’m beet, vijftien miljoen kledingstukken, elke week. Daan Sonnemans van de TU Eindhoven bedacht een ironisch-kritische omkering, toen hij zag hoe lokale ontwerpers creatief nieuwe kleren maken van onze oude meuk (make it fashion!). Hij zette een platform op waarin deze werken te koop zijn, Kantamanto Social Club, en laat zo het westen zijn eigen rommel terugkopen.
REAL UNREAL
tip 2
Poetics of Prompting
MU
Heb je het over AI, dan zijn mensen vaak in paniek (ik vind nooit meer een baan) of dolenthousiast (je kunt foto’s maken zonder foto’s te maken!). Zoals wel vaker het geval ligt de waarheid in het midden. De twijfelachtige datasets waaruit AI-tools putten en de enorme hoeveelheden energie die ze opslurpen ten spijt: we kunnen er niet meer omheen. AI is hier om te blijven en met de opmars van generatieve tools als ChatGPT en Midjourney, krijgt digitaal een heel nieuwe betekenis. Ook cool: AI lijkt de wereld tot nu toe vaak eenvormiger en voorspelbaarder te maken, je kunt de techniek ook aanwenden om een creatievere en authentieker uitkomst te krijgen, getuige de tentoonstelling Poetics of Prompting.
Reden om het medium in ieder geval beter te leren kennen, begrijpen, en onderzoeken hoe je je ertoe kunt verhouden. Met Poetics of Prompting gaat MU met behulp van 21 werken op zoek naar de samenwerking tussen machines en menselijke creativiteit. Een samenwerking die altijd begint bij een prompt, de instructie die je geeft aan de AI-tool. Immers, zonder menselijke input doet de machine niks.
En dat prompten blijkt nog een hele kunst. Is het een kwestie van techniek, of moet je juist creatief aan de slag met woorden om een goede uitkomst te krijgen? Wat betekent het om de taal van de tool goed te spreken? Ontwikkel je tot prompt professional bij het werk Prompt your person, waarbij je inderdaad je person kunt prompten door er kenmerken over in te tikken en te kijken of de foto die de tool vervolgens print een beetje matcht met de person die je in gedachte had. Blijkt moeilijker dan gedacht. Werkt het bijvoorbeeld om alleen het uiterlijk te beschrijven, of moet je ook innerlijkheden vermelden?
Een vrouwelijke verslaggever van het VPRO tipteam nam de proef op de som en prompte haar mannelijke collega, die ze objectiveerde tot een blote gespierde hunk op een rots - met cynische blik, dat wel.
UNREAL
tip 3
Meaningful Encounters
Ketelhuisplein
Polarisatie. Wie weleens tv kijkt, nieuws volgt, een krant leest of een verjaardagsfeestje bezoekt, zal het woord de afgelopen tijd voorbij hebben horen komen. Je bent voor of tegen Israël / Palestina, wel of niet woke – en in welk kamp je ook zit, daar begraaf je jezelf in en kom je niet meer uit. Contact met andersgezinden is er niet bij, de empathie lijkt de samenleving uit. Bij een beetje social designer gaan dan de handen jeuken, zoals die van de gezusters Neele en Sanne Kistemaker (Muzus uitsprekend als ‘m’n zus’ of muze, catch the drift?) die op het Ketelhuisplein een performatieve installatie hebben neergezet waarbij publiek elkaar gaat ontmoeten. Jawel, de vreemde ander!
Om te beginnen nemen we plaats in een rij om vervolgens in koppels een vrolijk bemozaiëkt huisje in te gaan, met als disclaimer dat je je wederhelft van je eigen koppel niet kent (er staat een schotje tussen). In het huisje word je gestimuleerd om er je handen in gaten te steken zodat je de vreemde ander gaat aanraken (wees gerust: handen only, maar desalniettemin voelt het toch behoorlijk intiem van een vreemde ineens huid en lichaamstemperatuur te voelen). Het huisje uitgewandeld zie je elkaar voor het eerst (hoog blind date gehalte) en ga je met elkaar een artificieel bos in. Aan de hand van opdrachten en diepgaande vragen leer je elkaar beter kennen. Wie stelt er tegenwoordig nog wezenlijke vragen uit menselijke interesse, kom er nog maar eens om.
Koren op onze VPRO-molen, want een betere wereld begint bij inlevingsvermogen en de bereidheid om de wereld door andermans ogen te willen zien. Ook hiertoe wordt het publiek door Muzus uitgedaagd trouwens, want de installatie gaat een directe relatie aan met ander werk op het Ketelhuisplein. Alles in deze installatie is een voorbereiding om ontvankelijker voor te zijn voor de rest van het DDW-aanbod, ook als je hetero bent en het werk van een queer ontwerper gaat beleven.
REAL
tip 4
Fix Your Phone Shop
Ketelhuisplein
De smartphone. Is het een blessing, is het een curse. Weet ik het. Weet jij het. Wie het in ieder geval weet: Waag Futurelab. Dat er een heleboel aan die smartphone scheelt, is duidelijk. Van de kinder- en mensenrechten die met voeten worden getreden voor de winning van allerhande mineralen, tot woeste algoritmes en de big tech dataroof. Er gaat een wereld schuil achter je scherm. En niet per se een wereld waar je blij van wordt.
Dat moet anders. Dat kan anders. Leer het en implenteer het bij Fix Your Phone Shop, waar je met Waag Futurelab vier lagen van je telefoon uitdiept. Die lagen nemen je mee in de wereld van besturingssystemen, hardware en apps. Er worden alarmbellen gerinkeld, noodklokken geluid, maar ook: oplossingen en alternatieven geserveerd, voor alle onderdelen van het mobiele ecosysteem. Grote oplossingen, die besloten liggen in EU-beleid. En kleine oplossingen, die je met een paar drukken op je smartphonescherm meteen kunt toepassen.
Speel het Digital Detox Dobbelspel en leer hoe je je telefoon zo instelt dat-ie minder afleidt, minder energie en opslagruimte gebruikt en minder verslavend is – zet je beeldscherm bijvoorbeeld eens op grijstinten en kijk hoe lang je het nog uithoudt op Instagram. Leer waar op het internet je de beste handleidingen vindt om zelf je telefoon te fiksen. Leer welke besturingssystemen er nog meer zijn naast Android of iOS. Neem het heft in eigen hand bij Kill your phone en maak een signaalwerend hoesje, zodat je telefoon niet meer te traceren valt en je écht off the grid kunt gaan.
Kortom, leer die telefoon voor jou werken, in plaats van andersom.
REAL
tip 5
Microlab
Solem Venenum en Scootmobiel Dans Collectief
Yogasnuivers, opgelet: wie een beetje vinger houdt aan de polsslag van synthetische drugs, weet dat ze chemische troep zijn voor het lichaam (en ja, de geest). En wie dan ook nog een beetje vinger houdt aan de polsslag van moeder natuur, weet dat chemische troep daar ook niet per se in goede aarde valt.
Veel gebruikers zijn zich niet bewust van de ecologische schade die drugsgebruik met zich meebrengt, toch is het volkomen genormaliseerd. Dat fascineerde en alarmeerde Daan Walder, zelf parttime organisator van partijtjes vol elektronische muziek en bijpassend drugsgebruik - en tot voor kort zelf ook niet vies van een pilletje.
Zijn bachelor Interaction Design aan de HKU volgde hij op met een master Social Design aan Design Academy in Eindhoven. Toen Walders oog eind 2023 viel op nieuwsberichten over de vondst van één van de grootste drugsdumpplaatsen van Nederland, nabij het pastorale Halsteren, ging hij op onderzoek uit.
Met een LiDAR-scanner toog hij naar de bossen nabij Halsteren. Hij sprak er met boswachters en opruimdiensten. Verzamelde data. Maakte geluidsopnamen. Elk aspect van de locatie werd nauwkeurig vastgelegd. Met deze data bouwde Walder Solem Venemum, een meeslepend interactief landschap, waar je in Microlab dankzij lichaamssensoren doorheen kunt lopen. Een trippy ervaring, ook in nuchtere toestand.
Van dansen op een elektronisch muziekfeest, naar dansen in een scootmobielcollectief, Microlab verveelt nooit:
Wie een scootmobiel rijdt, moet wel oud en invalide zijn. Aangezien niemand dat graag wil zijn, heeft de scootmobiel een imagoprobleem: real uncool. Wat een stigmatiserende kul, vond social designer Femke Hoppenbrouwer. Toen de tante van haar moeder werd veroordeeld tot het gebruik van een scootmobiel en ze zag hoe hoog haar mentale drempel was, deed Femke wat een fatsoenlijke social designer behoort te doen: stigma’s tackelen, stereotypen omverschoppen en het gesprek openen. Haar doel: de scootmobiel en diens gebruiker de status toekennen die ze verdient: Hollands glorie.
Dus daar ging ze, op haar elektrische fiets scootmobielen inhalen (‘Ze gaan best snel!’), om de gebruikers ervan te kunnen spreken en uiteindelijk te vragen of ze bij haar Scootmobiel Dans Collectief wilden. Dat wilden mensen wel. Met een groep van vijftien scootmobieldansers bedacht Femke dansbewegingen en choreografieën. De moves zijn opgetekend in een boek, het verhaal vastgelegd in een documentaire. Hartverwarmend.
De scootmobiel is wat ons betreft de nieuwe Fatbike.
REAL
tip 6
Collaboration for Future
Foundation We Are
Wat gebeurt er als je tien klimaatwetenschappers en tien ontwerpers, zonder opdracht, negen maanden lang bij elkaar zet? Veel bijzonders, en bijzonder veel, zo blijkt. Bij Collaborations for Future, te zien bij Foundation We Are, zie je ontwerpen die het probleem van klimaatverandering op een speelse manier dichtbij brengen.
Zeg je ijs, denk je dan aan een Raket of Magnum, of aan smeltende ijskappen? Wetenschapper Roderik van de Wal en ontwerper Merel Witteman waarschijnlijk aan allebei. Daarom hebben ze een ijscobar ontwikkeld waarin zes verschillende waterijsjes te koop zijn, gemaakt van zout gletsjerwater. Al die ijsjes zeggen daadwerkelijk iets over Antarctica. Neem bijvoorbeeld het ijsje Doomsday Delight, ter ere van de gevaarlijkste gletsjer ter wereld. Of er over een paar honderd jaar nog genoeg gletsjers zijn om ijsjes van te maken, moeten we afwachten. Uit het loeiende vriezertje kun je in ieder geval nu nog een stukje zeewater-ijs consumeren.
Mocht je nog twijfelen over de ernst van de situatie, dan kun je de hele week inbellen bij de ‘Open Climate Call’, een telefooncel opgehangen aan de muur van de expositie. Aan de andere kant van de lijn hangt elke dag een andere klimaatwetenschapper, die al je vragen live beantwoordt over wat er REAL / UNREAL is aan klimaatverandering. Hoe we die verandering moeten tegengaan? Aan oplossingen geen gebrek, volgens de klimaatwetenschappers en de ontwerpers, want het klimaatprobleem is geen natuurwetenschappelijk probleem, maar vooral een sociaal probleem. En dat vraagt om sociale oplossingen.
Alle ontwerpen van de expositie doen een poging je op een andere manier te laten kijken naar natuur en milieu. Vergaap je aan een ontnuchterend overzicht van de meer dan zesduizend (!) climate policies die er wereldwijd zijn gemaakt. Of betreed de kubus in het midden van de tentoonstelling. Die neemt je mee naar de belevingswereld van een klimaatwetenschapper die duizend jaar in de toekomst kijkt naar een smeltend Antarctica. Hoe kan hij met droge ogen nog een barbecue aansteken?
REAL
tip 7
Show Not Show
Kruisruimte
Een gloednieuwe DDW-locatie, daar houden wij als jaarlijkse tippers van – verandering van spijs doet immers eten. Dit is wel een beetje een omfiets-locatie, maar absoluut de moeite waard. Als plek alleen al: een charmante atelier-woningcombinatie en in tegenstelling tot de gegentrificeerde Koelhuis-‘hub’ nog lekker rommelig en rafelig. Gemeenten in Nederland: take note; deze plekken worden zeldzaam door de goudkoorts van overheden en projectontwikkelaars, maar o wat zijn ze fijn. Omdat voor de Kruisruimte kennelijk de portemonnee nog niet uitgewrongen hoefde te worden, konden ontwerpers Aad Bos, Frank Penders, Marc Meeuwissen, Luuk van Laarhoven, Pepijn Fabius Clovis en Lucas Zito hier neerstrijken met hun expositie Show Not Show.
Cryptische titel, denk je wellicht, maar nee: dit is heel concreet. Je komt binnen in het Not Show-deel van de tentoonstelling: ontwerpen die nog niet af zijn, prototypes en mislukkingen. Waarom exposeren makers alleen een eindproduct, wanneer die met bubbeltjesplastic naar de galerie of het museum wordt gestuurd? Waarom niet het experiment vieren door het proces te laten zien? Zo showt Luuk van Laarhoven zijn prachtige metalen platen met verschillende tinten blauw die in elkaar overvloeien als een meditatief Rothko-schilderij – een onbedoeld gevolg van het feit dat hij als houtbewerker zonder al te veel ervaring begon te lassen en er bij zijn lasnaden heftige verkleuringen plaatsvonden. Kleuren mooi, lasnaad lelijk – hij behield wat mooi was en perfectioneerde zich in de lastechniek. En voilà.
Een ruimte verderop, langs de afscheiding van (hoe kan het anders) bubbeltjesplastic, komen we in het Show-deel, met onder meer een bijzondere metalen stoel van Frank Penders. Dit werk is het gevolg van een experiment met een lamp – te zien in het Not show-deel. Uit één metalen plaat vouwt en buigt hij objecten door verhitting en zonder restmateriaal. Dit deed hij ook toen hij met een lamp bezig was. Ondertussen zag hij dat hij er ook een stoel van kon maken wanneer hij een deel van de lamp de andere kant op zou buigen. En zo werd lamp ook stoel.
Kortom, een inspirerende plek met mooie spullen (fijne afwisseling van al die systeemverandering op en rondom Strijp-S), maar ook een fijne oefening voor een elastische geest: experimenteer en denk om, dat levert mooie dingen op.
REAL UNREAL
tip 8
Design Academy Eindhoven Graduation show
Microstad
Een kleine 200 ontwerpers is dit jaar afgestudeerd aan de internationaal vermaarde Design Academy. In Microstad, een oud KPN-kantoor naast het centraal station, is de expositie van hun werk. Wij zijn razend benieuwd tot welke thema’s jonge ontwerpers zich verhouden; wat houdt hen bezig en hoe vertalen ze dit naar hun projecten? Ook hier valt de donkere kant van het leven op. Zo zijn er meerdere projecten die over dood en suïcide gaan. Niet vreemd, weet curator Nadine Botha, want veel studenten kampen met mentale gezondheidsproblemen.
We lichten er één uit: de voor de De Gijs Bakker Award genomineerde Daniel Elkayam heeft een confronterende installatie gemaakt over de zelfmoord van zijn vader. Het werk bestaat uit een huisje vol alledaagse objecten die symbool staan voor ‘het complexe emotionele landschap’ rondom het thema zelfdoding. Het interieur: een werkbank met bankschroef, een vaas met bloemen waaraan een touw met strop is gedrapeerd, een scheermesje, een lijkwade en een foto van zijn vader. Op de grond een gevallen kruik waar vloeistof uit druipt. Als kijker voelen we de verstilde dood, de chaos en leegheid waarmee nabestaanden achterblijven na de zelfmoord van een geliefde, maar ook de gruwelijkheid van de handeling zelf.
Een ander thema is spiritualiteit. Als je dacht dat de jonge generatie nuchter met de poten in de klei staat, think again. Als de wereld een grote bende is, kun je het misschien ook maar beter hogerop zoeken. Misschien is er dan toch meer tussen en hemel en aarde en biedt dat hoop. Lucas Garvey presenteert een mystieke wereld van animisme, met handgemaakte objecten en wezens die er kleurrijk, vrolijk en prettig betoverend uitzien. Zijn werk is ook performatief (al was hij er helaas zelf niet toen wij langs toerden), dus met een beetje geluk ziet u de ontwerper in actie met toverspreuken en verbroken vloeken, interacterend met zijn gepresenteerde magische wereld.
Sidonie Devienne is een christen. Je kunt met het doodverklaren van God het kind met het badwater weggooien, maar wat doe je met de universele menselijke behoefte aan contemplatie? Heb je daar een yogamat voor nodig, of kunnen kerkelijke rituelen een uitkomst bieden? Devienne ontwierp een installatie met een meditatieve (biecht?)stoel, keramische rozenkransen, gebedsstenen, amuletten en een contemplatieve door kaarslicht verwarmde veertjesmobiel. Hiermee komt ze elke morgen tot rust voordat de hectische dag begint.
Een ander thema dat ons opviel is ‘de rekbare mens’. Het leven van de homo ludens wordt zelfs opgerekter dan we dachten: een aantal stoere in elkaar gelaste met rood fluweel beklede voorwerpen van menselijk formaat, verbeelden speeltoestellen voor volwassenen. In Playgrounds Can Age Too gebruikt Maria Murphy het concept van spelen dat evolueert met de leeftijd. Als kind klim je in bomen en schommel je in een speeltuin, maar naarmate je ouder wordt, spelen speelse elementen hopelijk nog wel een rol in bijvoorbeeld seks en dans, maar vaak smoren de sociale verwachtingen de spontane nieuwsgierigheid en het plezier in de kiem. Met dit project brengt de ontwerper de speeltuinen terug in ons dagelijks leven en laat die met ons meegroeien.
Matti Paffen rekt de mens zelf op, of beter gezegd diens kleding. Haar outfits groeien ook mee: longlast fashion! Tear to Wear is de titel van haar collectie die bestaat uit gemoduleerde kledingstukken die zijn ontworpen om gescheurd te worden. Dragers kunnen de gestikte stof opentrekken en ruimte creëren voor hun met de jaren veranderende lichaam.
Een mens heeft ook meubels nodig. Als het aan Emma Batsheva Cohen ligt, decoreren we onze huizen niet met wegwerpmeubels maar met duurzame meegroeimeubels. De ontwerper gebruikt het pricipe ‘Bal Tash'rit’ dat 'niet verspillen' betekent. Haar innovatieve systemische ontwerpmethode is als een Meccano-doos voor volwassenen: met talloze stukjes plantaardig gelooid leer in mooie, geometrische patronen, kun je zelf je modulaire meubels bouwen zonder verspilling van materiaal en zonder ook maar een spijker te gebruiken. Je begint met een bord en vaas van leer, maar in een houten frame kun je ook op ambachtelijke wijze een stoel of tafel vervaardigen, en zo je hele interieur in elkaar puzzelen dat je in elke fase van je leven kunt aanpassen.
Wij zijn onder de indruk van de academie. Niet alleen omdat de projecten van bachelors en masterstudenten opmerkelijk goed verzorgd en overzichtelijk gepresenteerd zijn, maar ook omdat er nadrukkelijk niet wordt weggekeken van de grimmige realiteit waarin we verkeren, zware thema’s niet worden geschuwd en de verbeelding gelukkig ook volop wordt gebruikt om alternatieve werelden te scheppen.
REAL UNREAL
tip 9
World Design Embassies en What if Labs
Ketelhuisplein
Moesten we vorige jaren nog de hele stad doorkruisen om alle verschillende embassies te kunnen zien, dit jaar koos de DDW ervoor om ze allemaal onder hetzelfde dak te plaatsen. En dat werkt. De lichte kas op het Ketelhuisplein is als een kraamkamer voor de samenleving van de toekomst.
Enkele highlights uit de overvloed van ruim veertig projecten: Fides Lapidaire’s Feel Gut op de Embassy of Food. Eerdere jaren opende ze ons al de ogen voor de potentie van jawel, poep, en ook dit jaar geeft ze een nieuwe kijk op ontlasting. Fides pleit voor gezonde poep uit een gezond lichaam. Maar, omdat we te veel troep eten, schort het daar bij een kwart van de Nederlanders nog weleens aan, blijkt uit onderzoek. Gelukkig helpt haar interactieve snackautomaat ons uit de shit. Je test je eigen darmgezondheid, waarna de automaat een reep uitwerpt (pun intended), die bijdraagt aan een gezond microbioom – zeg maar driesterrenpoep. Want als poepproducent hebben we een wereld te winnen aan gezondheid voor darm, mens en bodem.
Als we anders willen kijken naar de bodem, zitten we ook goed bij Nieuwe Vroenten, ook op de Embassy of Food. Het project van onder meer de architecten van Lola Landscapes en Jaap Korteweg geeft ons een inkijkje in een heel andere omgang met het land. Geen afscheiding tussen wonen, werken, landbouw en energieproductie, maar een revolutionaire toekomstvisie die een stuk land van 1000 hectare op een gezonde en duurzame manier wil invullen. Ga erlangs en verbeeld je hoe het is om daar te wonen.
Het loont ook om stil te staan bij de verschillende ‘What If Labs’, broedplaatsen voor experimenteel ontwerp met het doel maatschappelijke problemen op te lossen. Zo laten ze zien hoe sociale verandering soms met kleine middelen grote impact kan hebben: een speelse blokkendoos met informatie over gedeeld ouderschap met een daverende emanciperende werking en een online tool die de gemeente Amsterdam helpt om steekincidenten te voorkomen. Sociale verandering hoeft niet ingewikkeld te zijn.
Een eyecatcher vinden we gelijk naast de embassy, in de vorm van een wel heel bijzonder tiny house. Architectenbureau Superuse ontwikkelde het tiny house van de ‘nacelle’ van een windmolen, oftewel het gebouwtje van waaruit de wieken draaien. Betreed de toekomst en ervaar hoe het is als we afval meer gaan zien als grondstof.
Daarnaast is er in de tentoonstelling dit jaar veel aandacht voor inclusieve toegankelijkheid, bijvoorbeeld door een tactiele maquette in de expositieruimte voor mensen met een visuele beperking. Met als bonus op het halve uur een gratis publiekstour door de woekerende wildgroei van projecten. Helemaal in lijn met de uitgangspunten van het ontwerpen van een inclusieve samenleving, die hopelijk zijn weerslag heeft op andere plekken en locaties, binnen en buiten de DDW.
REAL
tip 10
Fiera del Suono en Dropstuff
Koelhuis
Wist je dat de voorloper van DDW de kermis was? Vanaf de 17e eeuw was de kermis immers een broedplaats voor creativiteit en innovatie en dé plek waar live theater en dans voor een breed publiek toegankelijk waren. En wist je dat het woord komt van het wijdingsfeest van de kerk: de kerk-mis? Dit alles weet de architectonisch ontwerper, media- designer en kermiskenner René van Engelenburg. Met zijn team van Dropstuff en in samenwerking met Het Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum en studenten van verschillende hogescholen, schotelt hij ons in Koelhuis een enorme immersieve experience voor. Een levendige wereld waarin technologie, kunst en kermis als volkscultuur en erfgoed worden gemixt.
Uitgerust met een koptelefoon lopen we door een parcours van kleurrijke opblaasbare kermisattracties. Een waarzegster (de geweldige stem van actrice Hetty Heyting) heeft een gezicht in de vorm van een hologram die is gevat in een gele opblaas-glazen bol. Ze neemt je mee in een tijdreis vol geluiden van artiesten, circuspaarden, draaiorgels en achtbanen.
Via stippen op de vloer lopen we verder met onze locatiegestuurde hoofdtelefoons. Sensoren, led-schermen, animaties, de nieuwste geluidstechnologieën zoals een 3D-audio scape van maar liefst vierenzestig speakers en subwoofers, onderbouwen onze ontdekkingsreis door het verleden, heden en de toekomst van kunst en innovatie op de kermis. ‘Je koptelefoon uit 2023 is verouderd en kan hier worden ingeleverd', zegt een stem tot slot van de reis. We zijn in het jaar 2034 aanbeland en (spoiler alert!) heeft AI in je hoofd de koptelefoon vervangen.