Ik heb een teleurstellende mededeling. Als je hoopt dat een filosoof je in dit stukje wel even gaat vertellen waarom de dingen zijn zoals ze zijn, kan ik je niet helpen. Ik weet het namelijk ook niet. Heel eerlijk gezegd weet ik überhaupt niet veel en kan ik nergens van vertellen ‘waarom’. Nu ben ik een onbeduidend, nog niet eens afgestudeerd filosoofje. Dus misschien hoop je dat een serieuze, gediplomeerde filosoof wél bevredigende antwoorden paraat heeft. Maar ook dat valt nogal tegen: de oogst van de filosofie is schrikbarend mager. Al zo’n vijfentwintig eeuwen peinzen allerhande scherpzinnige wijsgeren over alle mogelijke waaromvragen. Die millennia van intensief nadenken hebben welgeteld nul definitieve antwoorden opgeleverd. De hele filosofie lijdt dus duidelijk aan chronische onproductiviteit. Wat heeft zo’n vruchteloze missie voor zin? Kunnen we dat gefilosofeer niet beter gewoon opgeven? Tell me: waarom filosoferen we eigenlijk?
De beroemde wijsgeer Plato uit het oude Athene geeft direct toe dat filosoferen een dorre onderneming is. Dat zit ‘m al in de naam zelf: ‘Filo’ komt van het Griekse ‘begeren’ en ‘sofie’ van ‘wijsheid’. ‘Filosoferen’ betekent dus zoiets als ‘wijsheid verlangen’. Nu merkt Plato op dat je alleen verlangt naar wat je nog niet hebt. Wie al in een kolkende rivier staat, hoeft geen water.
Maar dat betekent dat mensen die naar wijsheid verlangen – filosofen – nooit wijsheid kunnen bezitten: dan zouden ze ophouden ‘wijsheidsbegeerder’ te zijn. Vandaar dat filosofen zo weinig weten: zolang ze verlangen wijs te worden, zijn ze het niet. Filosoferen is als zwerven door een eindeloze vragenwoestijn, vergeefs zoekend naar de bron der wijsheid. Soms denk ik even dat ik een onbetwistbare waarheid buitgemaakt heb. Maar steeds blijkt het weer schijn. Dat ik nu een stukje voor Dorst aan het schrijven ben, lijkt bijvoorbeeld vrij zeker. Maar misschien strompel ik eigenlijk gedehydreerd door de Sahara en heb ik heel Dorst bij elkaar gehallucineerd. Ook wat ik nu doe, is dus niet onwankelbaar zeker. De ellende met het begeren van wijsheid is dat je nooit ergens absoluut zeker van bent. Uit verlangen de ware wijsheid te bemachtigen, neemt de filosofie met geen enkele eventuele waarheid genoegen. Want zelfs de meest ingenieuze theorie is niet honderd procent twijfelbestendig. Zo blijft de wijsheidsdorst je voortjagen, telkens als je dacht het antwoord te hebben gevonden. En zo blijf je je maar afvragen waarom.
Toch heeft filosoferen zin. We hebben allemaal zo onze ideeën over hoe de wereld in elkaar steekt. Je kunt bijvoorbeeld geloven dat homoseksualiteit een ziekte is. Of dat er kamelen met drie bulten bestaan. Misschien heb je dat zo geleerd, op school of van televisie. Maar kloppen je
overtuigingen ook echt? Plato zag de filosofie als ‘catharsis’, wat ‘reiniging’ betekent. Het verlangen naar wijsheid zuivert je van vooroordelen. Door kritisch na te denken, scheur je jezelf los van de overtuigingen waar je door toeval in verzand bent geraakt. Je laat je mening niet dicteren door het lot of door één of andere betweterige filosofiestudent, maar schept ruimte om zelf te oordelen. Filosofie maakt je toegankelijk voor nieuwe inzichten. Overtuigingen die van jou zijn, omdat jij er weloverwogen voor kiest. En zelfs aan die eigenhandig verworven inzichten zit je niet vastgeklonken. Want zolang je kritisch nadenkt, is geen enkel oordeel onherroepelijk. Ook van je eigen beslissingen maakt de filosofie je vrij: in het licht van de waarheid kun je je wereldbeeld heroverwegen, telkens opnieuw.
Dus hoewel je voor onomstotelijke antwoorden bij filosofen aan het verkeerde adres bent, heeft de wijsbegeerte weldegelijk iets waardevols te bieden. Filosofie is de verlossende kunst van de twijfel. Wijs word je er niet van. Maar wel vrij.
De Groten der aarde (Cher, Freddie Mercury, Fergie) stelden ons Grote Vragen maar gaven hier vervolgens nooit een zinnig antwoord op. Dorst vroeg vier jonge filosofen deze Grote Vragen te beantwoorden. We hebben negenennegentig problemen, maar deze vraagstukken zijn er geen (meer). Deze week Bronski Beat met: Tell me why?
de grote vragen (4)
Kirsten Kalkman (1990) studeert Wijsbegeerte aan de Universiteit van Amsterdam. In haar masterscriptie onderzoekt ze de verhouding tussen filosofie en esoterie aan de hand van Plato’s dialogen.