Zijn accent is eigenlijk het enige waaraan je kunt merken dat Zoltán niet uit Nederland komt. Hij spreekt de taal vloeiend en past in het hokje van typische Hollander: blond haar, blauwe ogen, lang. Hij woont in een klein appartement achter in Utrecht samen met zijn vriend Kim, een danser van Deense afkomst. Sinds kort hebben ze een keeshondje: Theodor. Zoltán heeft een goede baan als postdoctoraal onderzoeker sociologie.
Waarom wilde je eigenlijk naar het buitenland?
Zoltán: “Avontuur zoeken, denk ik. Ik wilde toch wel heel graag de wereld zien. Ik had toentertijd een lange relatie die uitging. Ik denk dat dat ook deels de reden was dat ik daarna weg wilde.”
In Budapest haalt hij zijn diploma sociologie. Hij is een goede student, baankansen in Hongarije zijn zeker aanwezig. Toch wil Zoltán weg. Per toeval vindt hij een opleiding in Utrecht die hem aanspreekt: een master sociologie. Zonder verder veel onderzoek te doen, besluit hij zich aan te melden. In 2007 vertrekt hij naar Nederland, hij is dan tweeëntwintig. Met zijn ouders rijdt hij vijftien uur op en neer om te verhuizen.
Wat was je eerste indruk van Nederland?
“We kwamen aan in Utrecht en ik heb met mijn ouders in de binnenstad in een cafeetje gezeten. Ik vond het adembenemend mooi. Toen kwamen we erachter waar ik ging wonen. Het huis was een sociale-huurwoning uit de jaren tachtig, dat tot de sloop veroordeeld was. Er was helemaal niemand, omdat één student had afgezegd en de ander was verhuisd. Ik was alleen in een huis voor drie personen. De verwarming werkte niet, ik had natuurlijk geen meubels, alleen wat al door de woningbouw was ingericht: wat Ikea-meubels en verder niks.”