Wie aangifte doet van een aanranding of verkrachting, kan zomaar twee of drie jaar moeten wachten voordat de zaak op zitting komt. Vanwege capaciteitstekorten kampt de zedenpolitie met achterstanden van honderden plankzaken. In 2019 kwam daarom structureel 15 miljoen beschikbaar om de zedenrecherche op orde te krijgen, waaronder het werven van 60 zedenrechercheurs. Afgelopen mei stelde minister van Justitie en Veiligheid Yesilgöz nog dat die werving op koers lag.
Maar de capaciteit van de zedenrecherche blijkt helemaal niet te zijn toegenomen sinds 2019. Tijdens de werving gingen namelijk veel zedenrechercheurs met pensioen. Netto kwamen er slechts 8,5 fte zedenrechercheurs bij: dat is verwaarloosbaar met een stijging van 2% op de gehele werkkracht.
Intussen waarschuwde de Inspectie van Justitie en Veiligheid in 2020 dat, mede door de hoge werkdruk, de bejegening van zedenslachtoffers onder de maat is. Zo worden slachtoffers onvoldoende geïnformeerd over hun zaak. Ook slachtoffer Nelly die wij spraken, werd er niet van op de hoogte gebracht toen de verdachte in haar zaak gehoord werd.
Daarbij zijn er grote verschillen tussen de regionale Teams Zeden in wachttijden voor aangiftes, blijkt uit cijfers die Argos opvroeg. Wat is er aan de hand bij de zedenrecherche? Waarom is het niet gelukt om de capaciteit op te schalen, en is er zicht op een oplossing?