Een veiligere en stabielere woonsituatie. Dat is het uitgangspunt van jeugdzorg wanneer een kind uithuisgeplaatst wordt. Toch weten we dat veel uithuisgeplaatste kinderen niet op eenzelfde locatie blijven wonen, maar vaak van plek naar plek moeten verhuizen. Bijvoorbeeld omdat ze geen aansluiting vinden in het pleeggezin, of omdat de instellingsplaats maar tijdelijk is. ‘Ik denk dat de meeste kinderen te maken hebben met doorplaatsen’, zegt Kinderombudsman Margrite Kalverboer. Het aantal doorplaatsingen loopt uiteen. Sommige kinderen verhuizen één keer, maar anderen wel twintig.
Doorplaatsingen zijn schadelijk voor de ontwikkeling van kinderen, komt uit studies naar voren. Waarom wordt er dan toch zoveel doorgeplaatst binnen de jeugdzorg? En wat is er nodig om dit te veranderen?