Hoewel het boek over de kwestie-Poch eerder dit jaar gesloten leek, blijkt de discussie over de rol van Nederland in volle hevigheid te zijn voortgezet door juridische grootheden. Hoogleraren, universitair hoofddocenten, oud-rechters en de officier van justitie in de zaak-Poch kruisen al maanden de degens met uitputtende stukken in juridische vakbladen. Voorlopig slotstuk in de polemiek verschijnt binnenkort in het Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht. Daarin betogen hoogleraar internationaal strafrecht Harmen van der Wilt (UvA) en universitair hoofddocent strafrecht Klaas Rozemond (VU) dat Nederland in 2009 anders had moeten reageren op het veelbesproken rechtshulpverzoek van Argentinië, dat uitmondde in de omstreden arrestatie van Poch en zijn uitlevering aan Buenos Aires, waar hij acht jaar onschuldig gevangen zat. Nederland had de heikele beslissing over dat rechtshulpverzoek moeten overlaten aan een uitleveringsrechter, vinden Van der Wilt en Rozemond. Door dit niet te doen, zijn essentiële rechten van Poch mogelijk geschonden.
Klaas Rozemond licht dit standpunt in Argos toe. Met reacties van Poch’ advocaat Geert-Jan Knoops en SP-Tweede Kamerlid Michiel van Nispen.