Een mooie, verzorgde vrouw van 31 op hoge hakken. Dat is Stella nu. Ze oogt krachtig en zelfverzekerd. Maar als haar dochter huilt, raakt Stella in paniek. Dan is haar peuter de baas in huis. Want Stella wordt nooit boos. Doodsbang is ze dat als Jeugdzorg zou horen dat haar dochter huilt, dat zou kunnen leiden tot een uithuisplaatsing. Dat is haarzelf als kind tenslotte ook overkomen. Stella’s moeder zei: ‘Je moet wel grenzen stellen’. Nu krijgt ze daarvoor hulp van een psycholoog.
Haar ouders scheidden toen Stella een jaar of acht was. Vader leidde een avontuurlijk bestaan in het uitgaansleven en verdween min of meer van het toneel. Stella en haar oudere broer bleven wonen bij hun moeder, die tijdens - en na - de scheiding een depressie ontwikkelde. Stella was een pittig kind. ‘Ik had gedragsproblemen, mijn broer was een stuk stabieler’. Stella’s moeder kon de opvoeding niet alleen aan en zocht hulp.
Die hulp kwam er in de vorm van een speciale naschoolse opvang voor Stella. Een centrum voor ‘moeilijke kinderen’. Ze werd daar niet beter van, integendeel. ‘Ik kwam daar tussen allerlei kinderen met zware problemen te zitten en dat versterkte mijn slechte gedrag alleen maar’. Jeugdzorg greep in. Stella moest uit huis worden geplaatst. Niet alleen haar heftige temperament, maar ook de ‘symbiotische verhouding’ met haar moeder, was volgens Stella de motivatie voor dat besluit van de gezinsvoogd. Wat een symbiotische verhouding precies was, wist ze toen niet. En wat daar zo erg aan was, weet ze nog steeds niet. Ze was op dat moment tien jaar.