Eisa S. - een vluchteling uit Iran - had volgens het Openbaar Ministerie een coördinerende rol bij het voorbereiden van aanslagen in Iran, die daar door anderen werden uitgevoerd. Het OM had zes jaar cel geëist. De rechtbank Rotterdam legde hem een wat lagere straf op, omdat S. (42) werd onderdrukt door het Iraanse regime. De rechtbank vindt het bewezen dat S. deel uitmaakte van een terroristische organisatie en betrokken was bij aanslagen. Het ging onder meer om moordacties tegen leden van de veiligheidsdiensten van het Iraanse regime en het in brand steken van banken.
Het belangrijkste bewijs waren grote hoeveelheden chatberichten uit de jaren 2017 tot 2020. Hierin sprak S. over doelwitten, stelde hij geld in het vooruitzicht en vroeg hij aanslagplegers om beelden te maken van de aanvallen. Met die beelden konden de aanslagplegers bij S. aantonen dat de aanslagen waren gepleegd, maar hij gebruikte ze ook in zijn werk voor de anti-Iraanse televisiezender Ahwazna TV in Rijswijk. S. was daar tot zijn arrestatie begin 2020 presentator en een van de leidinggevenden. Met hulp van een collega bij het televisiestation maakte hij geld over naar aanslagplegers in Iran.
Een voorbeeld is een chatgesprek in oktober 2018. Een persoon in Iran appt dan aan S.: ‘Ik wil een schietijzer kopen. Hopelijk dankzij u. Komt alles voor elkaar. Ik doe alles wat jij van me zegt. Ik sta tot je dienst.' S. antwoordt daarop: ‘Kopen jullie maar een schietijzer en voeren jullie maar goed werk uit. Het geld is overgemaakt. Dit is het transactienummer.’