Eisa S. uit Delft heeft vier jaar cel gekregen omdat hij met Nederland als thuisbasis jarenlang betrokken is geweest bij het plegen en financieren van aanslagen in Iran.

Eisa S. - een vluchteling uit Iran - had volgens het Openbaar Ministerie een coördinerende rol bij het voorbereiden van aanslagen in Iran, die daar door anderen werden uitgevoerd. Het OM had zes jaar cel geëist. De rechtbank Rotterdam legde hem een wat lagere straf op, omdat S. (42) werd onderdrukt door het Iraanse regime. De rechtbank vindt het bewezen dat S. deel uitmaakte van een terroristische organisatie en betrokken was bij aanslagen. Het ging onder meer om moordacties tegen leden van de veiligheidsdiensten van het Iraanse regime en het in brand steken van banken. 

Het belangrijkste bewijs waren grote hoeveelheden chatberichten uit de jaren 2017 tot 2020. Hierin sprak S. over doelwitten, stelde hij geld in het vooruitzicht en vroeg hij aanslagplegers om beelden te maken van de aanvallen. Met die beelden konden de aanslagplegers bij S. aantonen dat de aanslagen waren gepleegd, maar hij gebruikte ze ook in zijn werk voor de anti-Iraanse televisiezender Ahwazna TV in Rijswijk. S. was daar tot zijn arrestatie begin 2020 presentator en een van de leidinggevenden. Met hulp van een collega bij het televisiestation maakte hij geld over naar aanslagplegers in Iran. 

Een voorbeeld is een chatgesprek in oktober 2018. Een persoon in Iran appt dan aan S.: ‘Ik wil een schietijzer kopen. Hopelijk dankzij u. Komt alles voor elkaar. Ik doe alles wat jij van me zegt. Ik sta tot je dienst.' S. antwoordt daarop: ‘Kopen jullie maar een schietijzer en voeren jullie maar goed werk uit. Het geld is overgemaakt. Dit is het transactienummer.’

ASMLA

Ahwazna TV is onderdeel van de onafhankelijkheidsbeweging Arab Struggle Movement for the Liberation of Ahwaz (ASMLA) met het hoofdkwartier in Denemarken. Deze organisatie, met een gewapende tak, verzet zich tegen onderdrukking van de Arabische minderheid in Iran en streeft naar onafhankelijkheid. S. werkte bij het plannen van aanslagen samen met drie Deense ASMLA-kopstukken. Deze medeverdachten van S., onder wie ASMLA-leider Habib Jabor die in 2018 zelf doelwit was van een verijdelde aanslag, staan in Denemarken terecht. De groep zou miljoenen euro’s hebben ontvangen van de Saoedische inlichtingendienst. Geld dat onder meer zou zijn gebruikt voor de aanschaf van wapens. S. communiceerde met de Deense leiders over de voorbereiding en financiering van aanvallen. De bemoeienis van Saoedi-Arabië speelde in de Nederlandse strafzaak geen rol.

S., woonachtig in Delft, kwam in 2014 naar Nederland nadat hij Iran was ontvlucht. In Iran zat hij meerdere keren in de gevangenis vanwege zijn politieke activiteiten. S. maakt deel uit van de Arabische minderheid in Iran in de regio Khuzestan, door hem en zijn medestanders Ahwaz genoemd.

‘Onschuldig’

S. heeft steeds volgehouden dat hij onschuldig is. De Iraanse inlichtingendienst zou telefoons en laptops hebben gehackt en in zijn naam berichten over aanslagen hebben verstuurd. Het OM zei op basis van onderzoek door de politie en deskundigen dat de kans heel klein is dat anderen dan S. achter de berichten zitten.

De advocaten van S., André Seebregts en Mirjam Levy, wezen bovendien op de onderdrukkende aard van het Iraanse regime. Volgens hen is het gerechtvaardigd om je hiertegen te verzetten. Ze noemden daarbij het verzet tegen bijvoorbeeld de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog en de strijd tegen het regime van president Assad in Syrië. Volgens de rechtbank gaat dit zogeheten verzetsrecht niet op, omdat S. ‘gewelddadig verzet organiseert en faciliteert in een land waar hij niet zelf verblijft’. Daarom is er ‘geen sprake van  verzet tegen een eigen tiranniek regime’.

Iraanse geheime dienst

Argos berichtte de afgelopen jaren over de activiteiten van de Iraanse inlichtingendiensten in Nederland. Daaruit bleek dat Eisa S. op flinke Iraanse belangstelling kon rekenen. Zo kreeg hij bezoek van de Iraanse spion Raghdan al-H., van wie later bleek dat hij foto’s van de woning van S. naar de Iraanse inlichtingendienst had gestuurd. Daarna kreeg S. een noodknop van de politie.

Een ander, de Iraanse asielzoeker M., woonde meer dan een jaar bij S. in huis en vertelde later dat hij van de Iraanse geheime dienst opdracht had gekregen om de laptop en telefoons van S. te stelen. Argos berichtte eerder dit jaar over M. omdat hij in 2016 aan de IND had verteld dat hij door de Iraanse inlichtingendienst naar Nederland was gestuurd. Hij had naar eigen zeggen de liquidatie van de uiteindelijk in 2017 in Den Haag vermoorde Nederlandse ASMLA-leider Ahmad Mola Nissi moeten voorbereiden. De autoriteiten weiegeren vragen te beantwoorden over het verhaal van M.