“De klemmen op de ramen komen er. We hebben het erover gehad en vinden dat toch de beste oplossing.” “Maar hoe moeten we dan luchten? Het wordt op m’n kamer stikheet!” “Je kunt gewoon luchten. De ramen kunnen nog op de kiepstand, alleen niet meer volledig open.” “Najaaaaa wat is dat nou voor een gelul? Alsof ik eruit spring ofzo.”
We zitten in de gemeenschappelijke woon- en eetkamer, met felblauwe banken en okergele eetkamerstoelen. Het is dinsdagavond en we zijn te gast bij een crisisopvang van het Leger des Heils. “Het was ooit een verpleeghuis. Dat zie je nog aan de lange handgrepen aan de muren in de gang,” vertelt woonbegeleider Naomi Kok. Die muren zijn van grauwgrijze baksteen en de handgrepen zijn van donkerbruin, gelakt hout. Aan het plafond hangen ronde plafonnieres. Er komt geen daglicht in de gang.
In plaats van bejaarden, wonen er nu vijftien meiden van begin 20. “Wij bieden bed, bad en brood”, verklaart Naomi. “Tussen 9 uur ’s ochtends en 5 uur ’s avonds is het de bedoeling dat de meiden naar buiten gaan. Vanwege het coronavirus mogen we ze voorlopig 24 uur opvangen.”