Jeugdzorgjongeren belanden als ze achttien worden vaak op straat, zegt Marleen van der Kolk van Stichting Zwerfjongeren Nederland. ‘Een paar jaar later zien we ze terug in de opvang.’

Ja, het klinkt Marleen van der Kolk bekend in de oren: het verhaal van de 23-jarige Carmen die vertelde over de weg die ze bewandelde nadat ze als negentienjarige dakloos werd. Van der Kolk werkt als programmamanager bij Stichting Zwerfjongeren Nederland en zit bij ministeries en gemeenten aan tafel om aandacht te vragen voor de problemen van de ruim twaalfduizend dak- en thuisloze jongeren. Dat is een diverse groep, vertelt Van de Kolk. Het zijn jongeren zoals Carmen die na een relatiebreuk zonder thuis zitten. Ook zijn het statushouders of jongeren uit het speciaal onderwijs of entreeonderwijs. Maar er is één groep jongeren die Van der Kolk veel vaker in de opvang terugziet: jongeren uit de jeugdzorg. Volgens haar heeft ruim 60 procent van de dak- en thuisloze jongeren daar een verleden. Waar gaat het mis?

Eisen

Het gaat om jongeren die in een instelling leven, omdat thuis wonen niet meer lukt. Als die jongeren achttien worden, vallen ze onder de volwassenzorg en andere wetten, zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of de Participatiewet. Bij die overgang van het ene systeem naar het andere gaat het volgens Van der Kolk verkeerd. Jeugdzorginstellingen laten die jongeren op hun achttiende verjaardag ‘letterlijk los’ vertelt Van der Kolk: ‘We hebben je behandeld, ik hoop dat je het redt en hier heb je een telefoonnummer: als er wat is bel je maar.’

Kun je ons vertellen hoe een jongere dakloos wordt?

Of ken je iemand die daar meer over weet? Dan horen we dat graag. Deel hier je verhaal.

Op dat moment zijn jongeren erg kwetsbaar, legt Van der Kolk uit. Ze hebben trauma’s en de ouders zijn ‘buiten beeld’. Die jongeren moeten na hun achttiende verjaardag aankloppen bij de gemeente voor hulp. Die stelt vervolgens allerlei voorwaarden: ‘Bij het loket Werk en Inkomen zeggen ze: kan je toch niet naar school? Het is toch beter dat je naar school gaat? Nou wij weten dat dat voor heel veel van die jongeren nog een stap te ver is.’ Volgens Van der Kolk zitten jongeren op zo’n moment nog in de ‘overleefstand’. Ze zijn ‘zorgmoe’ en hebben al veel hulpverleners gezien. ‘Je moet je voorstellen dat ze eigenlijk in een soort burn-out zitten. Als ik naar de dokter ga en zeg: ‘Ik heb een burn-out’, zegt hij: ‘Doe maar rustig aan. Kom maar even bij; even geen andere dingen aan je hoofd.’ Maar deze jongeren moeten de hele tijd weer volgende stappen zetten.’

Financiële stress

Juist die rust, ‘een soort breakjaar’ zoals Van der Kolk het noemt, wordt vaak overgeslagen in het systeem van hulp dat om dak- en thuisloze jongeren heen is gebouwd. Een specifieke regel - de zogenoemde ‘onderhoudsplicht’ - is haar een doorn in het oog. Jongeren tussen de 18 en 21 jaar hebben in principe recht op 255 euro bijstand per maand, legt Van der Kolk uit. Het idee daarachter is dat ouders hun kind tot hun 21e verjaardag financieel kunnen onderhouden. Bij jongeren uit de jeugdzorg ligt dit anders: daar zijn de ouders vaak afwezig waardoor jongeren het zelf moeten rooien: ‘Dus er is niet een ouder die zegt van: Je komt niet rond. Ik ondersteun je wel even. Of: ik ga met je kijken naar een bijbaantje.’ Van 255 euro per maand kunnen jongeren hun vaste lasten niet betalen, zegt Van der Kolk, en dat levert hen weer financiële stress op.

Plan van aanpak

Daarom moeten gemeenten en jeugdzorginstellingen plannen maken voor het moment dat jongeren achttien worden en ingrijpen voordat de problemen van jongeren verergeren, meent Van der Kolk. De stichting is zelf gestart met een proef gericht op jeugdzorgjongeren: ‘Het Bouwdepot.’ Vijf thuisloze jongeren tussen de 18 en 21 jaar krijgen een jaar lang een inkomen van 1050 euro per maand om te werken aan hun toekomst. Van der Kolk: ‘De proef gaat over financiële rust en kijken of ze zelf een volgende stap kunnen zetten. Dat gaan we een jaar lang volgen en kijken of het deze jongeren helpt hun leven weer zelf op te bouwen.’

Het probleem zou zo zachtjes aan wel bekend moeten zijn, gezien de stroom aan rapporten en adviezen over het onderwerp door de jaren heen. Van der Kolk: ‘We weten wat we moeten doen en wie wat zou moeten doen.’ Ze is zichtbaar gefrustreerd over de advieswoede rond het thema. In dezelfde periode nam de groep in omvang alleen maar toe. 'We gaan nu zorgen dat er echt iets gaat gebeuren waarmee de jongeren geholpen zijn.’

Reactie Vereniging van Nederlandse Gemeenten

De koepelorganisatie Vereniging van Nederlandse Gemeenten zegt het probleem te herkennen. Het ‘financiële probleem’ wordt door gemeenten soms opgelost met bijzondere bijstand, zo laat een woordvoerder weten. Om gemeenten te ondersteunen is door VNG het project 16-27 opgezet, waarbinnen meer dan honderd gemeenten ervaringen uitwisselen op het gebied van jeugdzorg, de overgang naar volwassenenzorg en het op tijd beschikbaar stellen van sociale huurwoningen Lees hier de volledige reactie van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.

Kun je ons vertellen hoe een jongere dakloos wordt?

Voor onze volgende onderzoeksstap willen we de routes die dak- en thuisloze jongeren afleggen volgen. Kun je ons hier meer over vertellen? Of ken je iemand die daar meer over weet? Dan horen we dat graag. Deel hier je verhaal.