22 augustus 2019 (mail 42)
ZonMW zal in het kader van het NPA binnenkort beginnen aan een evaluatie van de reclamecode voor alcoholhoudende dranken. Daarvoor moet een ‘startnotitie' worden opgesteld; een soort onderzoeksopdracht op papier.
Stiva mailt een tekstsuggestie voor die opdracht. Opvallend is wat Stiva weghaalt uit het oorspronkelijke voorstel: uitkomsten van de evaluatie zullen niet worden "betrokken bij het verder verbeteren van zelfregulering", maar enkel worden "besproken met de deelnemers van het NPA".
Daarnaast merken ze hun ontevredenheid op over aantal andere punten, zoals de publiekscampagnes.
Twee uur later bevestigt VWS: "We zijn eruit gekomen dat het tekstvoorstel open zou moeten laten hoe we verder gaan, i.p.v. al wetgeving of zelfregulering te noemen." Ze nemen de tekstsuggestie van Stiva over. Ook zegt VWS over de ontevredenheid Stiva: "Een optie zou zijn dat VWS of de voorzitter kijkt wat hierop mogelijk is." Ze gaan een gesprek inplannen.
Augustus & september 2020 (mails 1, 3, 75)
In het kader van het NPA is er onderzoek uitgevoerd naar de impact en het effect van alcoholmarketing op problematisch alcoholgebruik. Deze 'Kennissynthese Alcoholmarketing' is uitgevoerd door de universiteiten van Amsterdam en Twente, en Tactus verslavingszorg. De conclusie luidt dat er een causaal verband is tussen alcoholmarketing en alcoholconsumptie bij minderjarigen. En ze schrijven: “Tot slot trekken diverse onderzoekers conclusies dat zelfregulering en zelfmonitoring van de alcoholindustrie niet effectief is.”
Stiva wordt uitgenodigd voor een bijeenkomst om het rapport te bespreken, maar wil de meeting uitstellen. “Wij willen het rapport goed kunnen lezen en ook een meer voldragen analyse kunnen maken van hoe dit rapport zich verhoudt tot andere wetenschappelijke publicaties.”
Toch gaat de meeting door. Een paar dagen erna stuurt Stiva een eerste korte reactie namens de Nederlandse Brouwers, SpiritsNL en de Koninklijke Vereniging van Nederlandse Wijnhandelaren op het conceptrapport. "Ook zijn wij nog aan het kijken naar wetenschappelijke publicaties die niet zijn meegenomen in het rapport.”
Als bijlage voegen ze een brief bij, waarin ze de conclusies van het onderzoek aanvallen.
- Ze vinden causaliteit tussen marketing en consumptie, die het conceptrapport aantoont, niet bewezen
- "De conclusie dat zelfregulering niet zou werken is buiten de scope van deze opdracht."
- "Er is een lange lijst aan studies die geen effecten vinden of een zeer gemengd beeld. Sommige van deze studies of reviews worden genoemd, maar belangrijke bevindingen worden achterwege gelaten."
- Ook werpen ze tegen dat tussen 2003-2018 alcoholconsumptie onder jongeren enorm is afgenomen (84>47%); dit zou volgens hen de causale relatie marketing-consumptie onderuithalen.
De onderzoekers schrijven hierop een brief terug aan Stiva waarin ze ingaan op de kritiek en hun conclusies verdedigen. Zo leggen de onderzoekers onder meer uit dat de studies die geen verband tussen marketing en consumptie aantonen, al zijn meegenomen. Bovendien heeft een recent gepubliceerde studie van Sargent & Babor (2020) het causale verband overtuigend aangetoond.
1 oktober 2020 (mails 76, 77)
Stiva stuurt de ‘Analyse blootstellingcijfers alcoholreclame 2002-2017’ door, een onderzoek dat is uitgevoerd door SKO en Screenforce. Stiva schrijft: “Deze analyse maakt in ieder geval duidelijk dat minderjarigen veel minder alcoholreclame op tv zien in 2017 ten opzichte van de periode van ongeveer 15 jaar daarvoor.” In het rapport zelf valt op dat op verzoek van Stiva de onderzoeksopzet op een aantal punten is aangepast. Alcoholarm en -vrij bier zijn uitgesloten van de analyse, evenals sponsoring/concerten/evenementen, en aperitieven alcoholvrij. Die worden dus niet meegenomen wanneer men onderzoekt aan hoeveel alcoholmarketing mensen worden blootgesteld.
20 januari 2021 (brief 5)
Stiva ziet "punten van verbetering" in het proces. Ze schrijven: "Het is in ieder geval belangrijk om de afspraken die we vooraf gemaakt hebben, goed na te leven." Dat gebeurt nu niet, impliceren ze, als het aankomt op 3 onderzoeken die in kader van NPA zijn uitgevoerd. Twee van die onderzoeken zijn al afgerond "en ook al in november 2020 naar de Tweede Kamer gestuurd. STIVA verkeerde in de veronderstelling dat beide onderzoeken eerst ter bespreking in het Preventie Akkoord aan de orde zouden komen.”
“De gekozen gang van zaken vindt STIVA niet goed passen bij de afspraken die we vooraf gemaakt hebben. Het zou beter zijn om deze (en ook het derde onderzoek nl de evaluatie van de Reclamecode voor Alcoholhoudende dranken) met elkaar te bespreken. Nu zijn deze twee rapporten zonder context in de politieke arena terechtgekomen."
“Daar komt bij dat we het niet eens zijn met de bevinding van de Kennissynthese Alcoholmarketing dat er een oorzakelijk verband zou zijn tussen alcoholmarketing en drinkgedrag bij jongeren. Dat oorzakelijke (causale) verband is in geen enkele wetenschappelijke publicatie aangetoond, ook niet in de publicaties die door de auteurs hiervoor worden opgevoerd.”
"Ten aanzien van het bereikonderzoek zijn wij van mening dat ten aanzien van het thema televisie onvoldoende belicht is dat minderjarigen veel minder bereikt worden dan bijvoorbeeld 15 jaar geleden. Het gaat om een daling van 75%. Een dergelijke daling is zeer relevant ten aanzien van de vraag wat er nu nog verbeterd zou kunnen worden op dat vlak en met welke maatregelen dat zou kunnen worden gerealiseerd.""
Tot slot nodigen ze staatssecretaris Blokhuis uit voor een overleg samen met de supermarktbranche en Koninklijke Horeca Nederland.
21 november 2021 (brief 6)
Brief waarin Nederlandse Brouwers meldt wat ze allemaal al doen op het gebied van preventie. Ook benadrukken ze, in gedeeltelijk dezelfde woorden als Stiva een dag eerder, dat ze verwacht hadden de uitgevoerde onderzoeken eerst onderling te kunnen bespreken voor die naar de Tweede Kamer zouden worden gestuurd. “In het geval van alcoholmarketing zijn rapporten zonder context gepubliceerd. Hier moeten we voor de toekomst betere afspraken over maken."
22 november 2021 (brief 7)
Weer een dag later volgt een brief van Koninklijke Horeca Nederland (KHN). Ook zij plaatsen "een aantal kanttekeningen" bij hoe het is gegaan met de onderzoeksrapporten. "In tegenstelling tot hetgeen in de brief van 5 januari jl. wordt gesteld was er tijdens deze sessie nauwelijks ruimte om de onderzoeken inhoudelijk te bespreken laat staan dat daar een goede discussie over heeft kunnen plaatsvinden. Een gezamenlijke gespreksronde samen met STIVA, de Nederlandse Brouwers en CBL bleek vanuit het ministerie VWS niet bespreekbaar."
In reactie op de onderzoeken schrijft KHN: "Ten eerste zijn de onderzoeken, wat ons betreft, niet overtuigend in het leggen van de relatie tussen marketingactiviteiten en het effect op de doelen van het NPA betreffende het terugdringen van problematisch alcoholgebruik. (...) Daarnaast is KHN van mening dat eventuele acties op basis van de uitkomsten van de onderzoeken binnen de overlegstructuren van het NPA besproken zouden moeten worden."
Ze concluderen:
"Zodoende ziet KHN in de uitkomsten van de onderzoeken geen reden om met voorstellen te komen voor acties in de horecasector om het bereik van alcoholmarketing bij jongeren te beperken."