Onervaren arts-assistenten moesten daarnaast van elkaar leren hoe zij bij de patiënt een ‘centrale lijn’ moesten aanbrengen. Zo’n riskante ingreep, waarbij een infuus via de hals of lies in een grote ader wordt geprikt, wordt meestal uitgevoerd door de intensivist, of in elk geval onder diens toezicht.
Patiënten konden er ook niet op vertrouwen dat ‘acute problemen op het gebied van respiratie’ (beademing) ‘s nachts direct zouden worden behandeld. Verscheidene intensivisten die de avond- en nachtdienst thuis draaiden op oproepbasis, lieten zich niet eenvoudig overtuigen om bij spoedgevallen naar het ziekenhuis te komen. Hierdoor waren arts-assistenten minder snel geneigd om aan de bel te trekken.
‘Een voorbeeld is dat er ’s nachts een patiënt wordt opgenomen en dat de intensivist niet in het ziekenhuis is’, vertelt een van de verpleegkundigen aan Argos. ‘En dat we vervolgens zelf een arterielijn moeten prikken, maar die krijgen we er niet in, de arts-assistent ook niet, waardoor de patiënt op een gegeven moment twintig keer wordt geprikt omdat de intensivist niet wordt gebeld.’
Hoogleraar IC-geneeskunde Jan Bakker en emeritus-hoogleraar patiëntveiligheid Jan Klein reageren geschrokken op de situatie in het Flevolandziekenhuis. ‘Onacceptabel. Ongelooflijk dat zoiets nog bestaat’, zegt Bakker, zelf intensivist en verbonden is aan het ErasmusMC, de New York University en de Columbia University in New York en de katholieke universiteit in Santiago in Chili.
‘Als je zelfs niet voldoet aan de minimale eisen die gelden voor wat wij een IC noemen, ja, dan bén je het eigenlijk ook niet.’
‘Ik word hier heftig ongerust van’, zegt Jan Klein, ‘vanwege de risico’s die patiënten lopen en hebben gelopen, maar ook vanwege de termijn waarop deze problematiek speelt.
‘Deze intensivisten van het eerste uur hebben niet goed gefunctioneerd en zijn niet gecorrigeerd. Daarmee is die groep in feite gaan disfunctioneren. Zij zijn zich niet of onvoldoende gaan houden aan de standaarden zoals wij die kennen in de intensive care: niet of onvoldoende communiceren met de verpleegkundigen, geen dagelijkse besprekingen houden of erger zelfs: niet naar het ziekenhuis komen als daarom wordt verzocht door een arts-assistent of een verpleegkundige. Uiteindelijk staat de kwaliteit van zorg, inclusief de veiligheid dus ernstig onder druk door het functioneren van de intensivisten.’