Volgens Rob Bauer, hoogleraar Institutionele Beleggers aan de universiteit in Maastricht vergt zakendoen volgens de OESO- richtlijnen een forse inspanning van bedrijven vanwege de zogeheten ketenverantwoordelijkheid.
‘Stel, je zit in Qatar en je bent een stadion aan het bouwen. Je huurt iemand in die jou helpt om dat te doen en die huurt nog iemand in. En je weet dat daar iets niet helemaal koosjer zit, in die tweede of derde lijn. Dat voel je aan. Dan kun je twee dingen doen. Je zegt: ik zie het niet, óf je gaat erachteraan en analyseert het. Als je dat doet en je stelt vast dat er een probleem is, dan moet je ook maatregelen nemen.’
Bedrijven moeten bovendien transparant communiceren over rotte appels in de keten én als ze constateren dat mensen schade hebben geleden, die schade herstellen of compenseren. Bauer: ‘Je moet als bedrijf eigenlijk graven naar dingen die fout kunnen zijn. En wat je wilt is kansen pakken, zakendoen. Dus ik kan me voorstellen dat dit niet hoog op de prioriteiten agenda van de wekelijkse bestuursvergadering staat.’
Het roept de vraag op of je in Qatar zaken kunt doen zonder de OESO- richtlijn te schenden. We leggen het voor aan Gert Jan Hoetjes, universitair docent aan de Rijksuniversiteit Groningen op de afdeling Midden-Oosten, met als specifieke expertise de Golfregio.
‘Eigenlijk kan het niet. Er is sprake van een totalitair regime. Honderdduizenden arbeidsmigranten werken en leven onder slechte condities. Ze zijn rechteloos. Vakbonden zijn verboden. Dat staat natuurlijk allemaal lijnrecht tegenover de uitgangspunten van de OESO. En dat weet je als je daar naar toe gaat. ‘
Oud-Kamerlid Sadet Karabulut (SP) reageert resoluut: ‘Als de OESO- richtlijnen strikt zouden worden gehanteerd en gecontroleerd, en dus serieus genomen, dan kun je in Qatar geen zakendoen. En dat wist iedereen vanaf het begin. Dat land drijft op arbeidsmigratie, het hele verdienmodel is gebaseerd op goedkope arbeidskrachten die zeer slecht worden behandeld.’
Het weerhoudt overheid en bedrijfsleven niet. Sterker nog, Qatar is een ‘prioritaire markt in de handelsagenda van het kabinet’ zoals demissionair minister Sigrid Kaag (D66) van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking het in een recente brief aan de Kamer omschrijft.