De afgelopen jaren zijn verschillende rapporten verschenen waaruit blijkt dat Amerikaanse artsen en psychologen actief betrokken waren bij martelprakijken van de CIA. Was u verbaasd toen u dat las?
‘Artsen zijn in de geschiedenis vaak ingezet bij verhoren waarbij gemarteld wordt. In koloniale oorlogen zoals in Nederlands-Indië kwam het voor. En vrij recent dus ook in de geheime gevangenissen van de Amerikanen. Je hoopt altijd dat je beroepsgroep hier niet aan meewerkt, maar de praktijk is helaas anders. Dus ik was eigenlijk niet verbaasd.’
Dat verbaast mij dan weer.
‘Artsen zitten soms in een lastige situatie. In sommige landen worden zij bijvoorbeeld gevraagd om een verklaring af te geven over wat heet ‘fit for punishment’. In de praktijk betekent dat dat artsen - in Iran bijvoorbeeld - een oordeel moeten geven over de gezondheid van iemand die zojuist 100 zweepslagen heeft gehad. De arts moet dan beslissen: kunnen we vanuit gezondheidsperspectief doorgaan of niet?’ Hij kan in zo’n geval oordelen: Nee, de gevangene is ‘unfit for punishment’, maar als hij dat te vaak doet, zullen autoriteiten daar niet blij mee zijn. De speelruimte is vaak heel klein.
Hoe bepaalt een arts tot hoe ver je doorgaat?
‘Voor de verhoorders, en dus ook die van de CIA na 9/11, gaat het erom: waar ligt het punt dat een gevangene ‘doorslaat?’ Wanneer breken we hem genoeg zodat hij met ons gaat praten? Ondervragers willen niet dat een gevangene dood gaat, want dan krijgen ze zeker geen informatie. Veel technieken hebben het doel om het dunne lijntje te bewandelen tussen doorslaan en doodgaan. Die staan gewoon beschreven in militaire- en detentiehandboeken. Artsen en psychologen in dienst van het leger of van gevangenissen dragen hier vanuit hun expertise aan bij.