Onderzoeksjournalist Kristof Clerix hangt aan de telefoon. Vol begeestering vertelt hij over zijn deelname aan het grensoverschrijdende onderzoeksproject Security for Sale, een initiatief van journalistiek internetplatform De Correspondent. Zo’n twintig journalisten verspreid over landen als Zweden, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Nederland, België en Italië sloegen hiervoor hun handen ineen. Het doelwit van hun spit- en graafwerk is de uitdijende Europese veiligheidsindustrie.
Clerix kijkt onder andere naar de lobby van veiligheidsbedrijven in Brussel en naar hun invloed op de investeringsprogramma’s van de Europese Commissie. ‘Anderzijds kijk ik naar een paar heel concrete Belgische resultaten,’ vertelt hij. ‘Om jou een voorbeeld te geven... want dit gesprek publiceer je pas ná 22 februari, toch hè?’ Op die bewuste dag namelijk wordt het onderzoeksproject gelanceerd. Dan publiceren Clerix en consorten hun allereerste artikelen. In zijn geval in het Vlaamse weekblad Knack.
Maar nee: dit artikel verschijnt net een week vóór die tijd. Clerix is resoluut als hij dat verneemt: ‘Dan ga ik er absoluut niks meer over zeggen. Nee, maandenlang op een project werken en de scoop geven aan een andere journalist... Ik hoed me om nog meer te vertellen. Dat begrijp je wel, mag ik hopen.’
De Vlaming is gelouterd onderzoeksjournalist, met twee boeken op zijn naam over de activiteiten van buitenlandse geheime diensten in Brussel, het hoofdkwartier van Europa. ‘Wat ik wel kan vertellen,’ zegt hij na een tijdje, ‘is dat ik dit een belangrijk project vind. Omdat we hier de klassieke rol van de vierde macht zien: namelijk journalisten die kijken naar de manier waarop overheden omgaan met belastinggeld. Ik doe regelmatig internationale projecten. Ik ben ook lid van ICIK, de club van onderzoeksjournalisten achter de PanamaPapers, LuxLeaks, SwissLeaks, enzovoort. Ook heb ik meegewerkt aan een project waarin we samen met journalisten uit alle 28 EU-lidstaten de onkostenvergoedingen van de europarlementsleden hebben opgevraagd. Internationale journanalistieke samenwerkingen zijn de manier om dingen bloot te leggen die je in je eentje nooit kunt blootleggen. Terwijl dat nou net nodig is. Heel veel fenomenen zijn internationaal: misdadigers werken internationaal samen, evenals terroristen, politie- en inlichtingendiensten, bewakingsindustrieën. Het is logisch dat je dat als journalistiek ook doet, om die werelden te beschrijven.’