In Noord-Polen maken de Verenigde Staten de dienst uit. Een raketschild moet het land beschermen. Maar tegen wie? Het blijkt een politiek machtsspel dat tot ver buiten Polen reikt. Dore ontmoet jongeren die zich hebben aangemeld bij de nationale schietscholen en spreekt met houthakkers over hoe internationale bedrijven de macht hebben. Vrijheid blijkt niet voor iedereen weggelegd.

In deze aflevering reist Dore eerst naar de zuidwestelijke provincie Silezië. Waar een gezin openhartig met haar praat over de armoede in hun stad. Veel Polen om hun heen verhuizen naar het buitenland, waar de lonen vele malen hoger liggen. Hun jonge kinderen maken dat voor hen onmogelijk. Dus proberen ze via een houthakbedrijfje in te spelen op zij die de centrale verwarming niet kunnen betalen, waardoor zij het hoofd boven water kunnen houden.

Ook ontmoet ze de motormuizen Witkor en Pawel. Die vrijwillig in Sokolowsko blijven en tevreden zijn met hun baan bij de Toyotafabriek in Walbrzych, ook al verdienen ze daar vier keer minder dan hun landgenoten in het buitenland. Want 'rijkdom is ook rust en tevredenheid.' Dan vertrekt Dore naar het noordelijk gelegen Slupsk en stuit op de bewoners die naast de militaire basis wonen, waar aan het Amerikaanse raketschild gewerkt wordt. Zij praten liever niet over het raketafweersysteem, dat hen doet vrezen voor hun eigen veiligheid.

Iets waar de nationale schietschool in Slupsk weer op inspeelt. Jongeren trainen daar om het land te beschermen tegen Russische dreiging. En om de bevolking gerust te stellen in hun veiligheid. Waar komt de motivatie van jonge vrijwilligers vandaan om zich op te geven voor dit soort scholen? 

▾ lees verderop: stoomcursus voor de jonge Poolse militair

Dore in Sokolowsko

over deze aflevering

Eerst onder de Russen, nu onder de Amerikanen. Hoe vrij is Polen eigenlijk?

door Maarten van Bracht, VPRO Gids

(klik op 'open' om het artikel te lezen)

In Polen mag sinds de val van de Muur en de aansluiting bij de Europese Unie het welvaartspeil zijn gestegen, er zijn regio's die fors achterblijven, zoals Neder-Silezië bij de grens met Tsjechië.In Walbrzych, waar in 1999 de kolenmijnen dichtgingen, bezoekt Dore van Duivenbode een echtpaar met vijf kinderen. Hun uitkering van zo'n 470 euro vult Kaspar aan met de verkoop van brandhout, want de helft van de bewoners kan zich geen gasverwarming veroorloven.

Zijn vrouw Elise klaagt dat Oekraïeners banen inpikken omdat Polen niet voor 2,50 euro per uur willen werken. Er is nu van alles te koop, zegt Kaspar, maar hij verdient gewoon te weinig. Drie dagen vakantie per jaar, meer zit er niet in. Na de sluiting van de mijnen kreeg Walbrzych een 'economische zone', waar de Toyota-fabriek de grootste werkgever is. Die biedt duizenden werknemers bestaanszekerheid, maar zij vormen een minderheid. Veel jongeren verkiezen het buitenland, waar de lonen veel hoger liggen. Ouderen blijven achter. Pawel is ook na veertien jaar Toyota tevreden: 'wij hoeven niet de hele wereld over te zwerven'.

'Dat schild is er om de VS te beschermen tegen Russische raketten'

Ook in Slupsk aan de Oostzee, even onder Kaliningrad, blijft het verleden zich opdringen. De militaire basis waar Russen en Polen voor 1989 in Amerika een gemeenschappelijke vijand hadden, is nu in handen van de Verenigde Staten; Polen werd immers lid van de Navo. Oud-militairen reinigen er oude Russische vliegtuigen, want binnenkort wordt de oprichting van het 28ste Luchtregiment herdacht.

Intussen zijn de Amerikanen op de afgesloten basis bezig met de bouw van een anti-raketschild dat volgend jaar klaar moet zijn. Dat schild, weet iedereen rond de basis, is er om de VS te beschermen tegen Russische raketten, maar ligt de basis dan niet in de frontlinie als er een gewapend conflict uitbreekt? Ofwel: wie beschermt eigenlijk Polen, en zijn Poolse jongeren misschien daarom zo patriottisch? Er is inmiddels een nieuw 'verdedigingsconcept' bedacht: een vrijwillgersleger van jongeren dat direct onder de minister van Defensie valt. Toen hogeschooldocent Marek hierover zijn bedenkingen uitte, werd hij ontslagen.

Pools-Turkse liefde aan de militaire basis

De Poolse researcher, vertaler en fixer voor Moja Polska! Anna Stylińska, belandde voor deze aflevering in een hotel in Slupsk met alleen maar Turkse mannen.

‘We sliepen in een enorm werkershotel in Slupsk voor de opnames bij de militaire basis. Totaal onverwacht bleek ik de enige Pool in dat hele hotel te zijn. Verder overnachtten daar alleen maar Turkse werkers. Een stuk of honderd. Daar kwamen we erachter dat de Amerikaanse basis helemaal niet door Poolse bedrijven gebouwd wordt. Een enorm Turks bouwbedrijf blijkt verantwoordelijk voor de bouw van alle NAVO-basissen in Europa.’

‘En wat bleek nou: Poolse meisjes waren bij bosjes gevallen voor deze Turkse werknemers. Er zijn heel wat Pools-Turkse stelletjes uit voortgekomen. Ik besloot dit wat verder uit te zoeken en we hebben uiteindelijk zelfs één stelletje gefilmd. Maar het lag iets te ver af van het verhaal dat we in deze aflevering wilden vertellen. Toch is het interessant dat de reacties op de komst van zowel de Turken als de Amerikanen in Slupsk vrij positief zijn. Veel mensen vertelden blij te zijn met het internationale tintje dat zij aan de stad geven. Dit verraste me wel: Slupsk was altijd een heel rechts-conservatieve stad. Maar ik denk dat er een ommekeer is gekomen toen Robert Biedron een aantal jaar geleden de verkiezingen won en burgemeester van Slupsk werd. Hij was openlijk homoseksueel, vocht voor LHBT-rechten, legalisatie van abortus, het toelaten van vluchtelingen en zaken als dierenrechten (hij verbood circussen met dieren als eerste in Polen).’

Een Pools-Turks stelletje wordt geïnterviewd door Dore

‘Hij is een tijd heel populair geweest in Slupsk en op de sociale media. Dat kwam omdat hij zo dichtbij de mensen stond: het is een gewone man, die op zijn fiets door de stad rijdt en die je kan tegenkomen in de bus. Mensen vonden hem zo cool dat ze hem respecteerden. En daarmee ook de progressieve wind die dankzij hem door Slupsk waaide. Mijn indruk van Slupsk was dat de stad bijzonder openminded is en ik denk dat Biedron daar een groot aandeel in heeft gehad.’

▾ lees meer avonturen van Anna tijdens haar research voor Moja Polska!

Silezië: provincie van contrasten

In het zuidwesten van Polen ligt Silezië, waar armoede heerst en het inwonertal in sommige dorpjes en steden hard terugloopt. Maar ook waar de natuur prachtig is en een heuse Toyota-fabriek zich heeft gevestigd. Toen researcher Michiel Driebergen naar Silezië afreisde voor Moja Polska! zag hij al deze contrasten samenkomen.

Michiel: 'De houtverkoper in Walbrzych zegt tegen Dore: “Wij Polen worden geacht te werken en dat is het dan.” De man doelt op arbeidsmigranten die uit zijn land wegtrekken en de buitenlandse bedrijven die naar Polen komen, puur om te profiteren van de lage lonen. De klanten van de man zijn werklozen, die hun gasrekening niet kunnen betalen.'

'Rijkdom is ook rust en tevredenheid. Dankzij Toyota hoeven we niet over de wereld te zwerven'

'Toch is Sokolowsko veel meer dan armoede. Het lijkt wel een filmdecor. Het dorp werd in de Duitse tijd gebouwd als kuuroord; een verzameling villa’s en gastenverblijven rondom een kliniek en een paar rusthuizen, gelegen tussen hoge bomen. De lucht, het water, de bossen; mensen met astma en reumatiek varen er wel bij. Sokolowsko heeft een geheel eigen microklimaat, liet ik me vertellen, als de optrekkende dauw van het grasland beneden mengt met de frisse wind van boven, die waait vanuit het knusse ski-oord Andrzejowka, waar ooit prins Bernard en prinses Juliana op huwelijksreis waren en er zo lang bleven dat de regering ongerust naar ze op zoek ging.'

'Het dorp is trouwens bijna letterlijk een filmdecor, omdat de beroemde filmregisseur Krzysztof Kieslowski er opgroeide. Een keer per jaar overstromen filmliefhebbers uit alle windstreken Sokolowsko, als er een internationaal festival wordt gewijd aan de man die bekend werd van de speelfilms Dekaloog en Drie Kleuren.'

(tekst loopt door onder afbeelding)

'Maar de rest van de tijd is het stil in het kuuroord. Behalve als twee helden van de serie, Wiktor en Pawel, op hun motor afdalen naar hun ploegendienst in de Toyota-fabriek in Walbrzych.'

'De vader en de zoon hebben het niet slecht, als je bedenkt dat werk dungezaaid is in de regio sinds in 1993 de mijnen van de ene op de andere dag dicht gingen.'

'Tienduizenden mensen werden in een klap werkloos. Vader Wiktor werkte een aantal jaar als conciërge in een kuuroord maar sinds de komst van het Japanse autobedrijf maakt hij carrière als onderhoud-ingenieur in de reusachtige fabriek. Natuurlijk, in het buitenland kan hij drie keer meer verdienen, beaamt Wiktor tegenover Dore, maar, zegt hij: “Rijkdom is niet alleen maar geld. Rijkdom is ook rust, en tevredenheid. Dankzij Toyota hoeven we niet over de wereld te zwerven.'''

'Het kuuroord moet nodig worden opgeknapt. Langzamerhand komen er investeerders, zo lijkt het. Een aantal zorg-instellingen is weer in gebruik en er is sinds kort een heus hipstercafé: de plek waar Dore koffiedrinkt. De eigenaren zijn twintigers uit de verre hoofdstad Warschau, die aanvankelijk met wat argwaan werden bekeken door de lokale bewoners maar inmiddels zijn ze geaccepteerd.'

'De komst van buitenstaanders, die ook allerlei culturele activiteiten ondernemen, maakt het dorp nog interessanter voor een bezoek, dat vanwege de adembenemende omgeving sowieso de moeite waard is. Je kunt er uren rondwandelen door de heuvels zonder iemand tegen te komen. En de sluiting van de kolenmijnen was wel goed voor de volksgezondheid…
De lucht rond Walbrzych en Sokolowsko is schoner dan ooit tevoren.'

Motormuis Dore

Ook nieuwschierig of Dore nog op de 200 kilo zware motor van Pawel heeft gereden? Dore: 'Het bleef bij zitten. Wel heb ik vanuit het busje gekeken hoe cameraman Pim Hawinkels, stuiterend vanuit de achterbak, Wiktor filmde. Ook wat waard.'

Walbrzych

praten over armoede

Tijdens haar research en voor Moja Polska! heeft Anna Stylińska, zelf wonende in Polen, veel van haar landgenoten gesproken en beter leren kennen. Van Adam, de rechtse nationalist uit de eerste aflevering en de eigenaar van de anti-abortusbus uit aflevering drie, tot het gezin in Walbrzych uit deze vierde aflevering. Bij elk gesprek komen er verschillende uitdagingen om de hoek kijken. 

‘De draaidagen met Poolse mensen die een compleet andere mening hadden dan ikzelf, waren op emotioneel gebied best moeilijk voor mij. Ik was op de set ook vertaler voor de Moja Polska! crew. En ik vond het heel zwaar om de woorden van mensen met nationalistische en conservatieve opvattingen te vertalen. Het voelde soms alsof ze mij persoonlijk aanvielen met die woorden. Het gaat namelijk over mijn eigen land. En het leek net alsof ik daar niet bij hoorde, omdat ik niet dezelfde ideeën deelde. Toen ik het verhaal van de man met de anti-abortusbus moest vertalen, dacht ik: waar ben ik mee bezig? Welke woorden komen er nu uit mijn mond?’

Anna Stylińska

‘In Walbrzych heb ik een hele andere ervaring gehad. De mensen waren daar warm, zoals veel Polen die ik ontmoet heb hoor. Maar met de houtverkoopfamilie voelde ik ook echt een connectie. Voor de eerste kennismaking heb ik een paar uur bij het gezin thuis doorgebracht. Het is lastig als je mensen wil spreken omdat ze arm zijn en je juist dat graag wil laten zien op beeld. Het voelt toch een beetje ongemakkelijk als dat de reden is waarom je geïnteresseerd in ze bent. Maar ondanks dat waren ze vriendelijk en open. En mijn waardering voor deze mensen begon te groeien. Ze leven in een bizarre situatie waarin ze maar weinig kansen hebben gekregen in het leven.'

'De vader werkt dag in dag uit als een gek en blijft altijd positief, hij was ook veel aan het lachen. De moeder vertelde me in een openhartig gesprek dat ze vastzit. Als ze naar het buitenland kon om meer geld te verdienen, zou ze daar geen moment over twijfelen. Maar het is onmogelijk voor haar. Ze kent geen buitenlandse talen en haar oudste zoon is gehandicapt. De overheid steunt haar daarom met 150 euro in de maand, zodat zij thuis voor hem kan zorgen. Dat geld verliest ze, wanneer ze wel zou gaan werken en dat risico is te groot. Dus blijven ze doen wat ze al jaren doen. Vader werkt hard en moeder zorgt thuis voor de kinderen, met de hoop op drie dagen vakantie iedere vijf jaar. Van alle verhalen die ik heb gehoord voor Moja Polska! heeft die van hen echt mijn hart geraakt.’

Dore achter de schermen

Dore over wapens, patriottische jongeren op schietscholen en of er een beetje patriot in haar schuilt vanbinnen.  

‘Toen ik in gesprek ging met de ex-professor internationale veiligheid over wapenbezit, gingen mijn haren wel even overeind staan. Hij vertelde me dat de regering nu heel erg inzet op wapenbezit en schietscholen in Polen, maar dat dat een soort schijnconstructie is. Want als er ooit oorlog met Rusland komt, dan wordt dat een soort cyberoorlog. Geen soldaatjes die de grens over gaan en dat jij dan denkt: oh ik pak snel mijn wapen uit de kelder.'

'Maar ze doen het om mensen een gevoel van macht en bescherming te geven. Alleen als je mensen eenmaal wapens geeft, kan je die niet zo makkelijk meer afnemen. Een volgende politieke partij kan het wapenbezit waar de vorige regering zo makkelijk in was niet zomaar terugdraaien, want het is ineens een recht.’

‘We waren het vooraf helemaal niet van plan, maar na het gesprek met de professor besloten we naar zo’n schietschool te gaan waar jonge mensen zich voor aanmelden. Het was bijzonder om te merken dat zij echt achter het idee staan dat ze hun land moeten verdedigen. Als Nederlander denk ik nooit: wij kunnen aangevallen worden. Maar het is ook wel weer Pools om er vanuit te gaan dat je een slachtoffer bent. De jongeren waren vrij sympathiek daar. Wel bloedserieus. We spraken met twee meisjes en zij zeiden iets dat me verbaasde: ‘’Wij zijn helemaal geen nationalisten, maar patriotten. We hebben een hekel aan nationalisten.’’ Ik liet me vertellen: een nationalist sluit iedereen uit, het eigenbelang van het land is het belangrijkst. Een patriot daarentegen wil best samenwerken met andere landen en is vooral trots op zijn land. Ik denk alleen niet dat je een Pool tegenkomt die geen patriot is.’

‘Of ik een halve patriot was geweest als ik echt in Polen was opgegroeid? Ik denk het niet, mijn familie is bijvoorbeeld ook niet anti-abortus. Maar je wordt er dan natuurlijk wel meer door beïnvloedt. Ik hoop dat ik dan had gedacht: ik ga naar Warschau. Daar kom je ook gewoon mensen tegen die zoals wij zijn.’

▾ meer verhalen van Dore? Luister verderop naar Dore die voorleest uit haar boek Mijn Poolse huis

Ex-professor internationale veiligheid geeft les aan Dore

Stoomcursus voor de jonge Poolse militair

In deze vierde aflevering zien we hoe jonge Polen in legeruniform op de militaire basis in Słupsk. Zij maken deel uit van de nieuwe ‘Territoriale verdedigingsmacht’ (OTK) die begin 2016 werd onderschreven door Antoni Macierewicz: de Poolse minister van Defensie.

Het doel is in totaal zo’n 53 000 man op te leiden om Polen te beschermen tegen Russische dreiging. De angst dat Rusland de onafhankelijkheid van Polen in gevaar kan brengen, is gaan groeien sinds Rusland strijdkrachten heeft opgebouwd langs de westelijke grenzen na de annexatie van de Krim in 2014. Uit opiniepeilingen werd duidelijk dat na deze Russische inval in Oekraïne bijna de helft van alle Poolse inwoners vreest voor Rusland. Om genoeg mensen bij elkaar te sprokkelen zet de minister in op promotie onder scoutingverenigingen, schietclubs en meer van dit soort ‘patriottische’ organisaties. 

Zijn aanpak lijkt te werken: In 2016 hadden al 35 000 paramilitaire leden zich aangemeld, om militaire trainingen te volgen op verschillende basissen verspreid door Polen. De vrijwilligers die zich aanmelden worden elk jaar een maand lang getraind en voor zo’n maand ontvangen ze 116 euro van het ministerie van Defensie. Hoe ziet zo’n training eruit? 

‘Ik vind dat iedereen moet weten hoe je wapens moet gebruiken'

De meeste trainingskampen zijn voor een groot deel gericht op het omgaan met wapens. Op schietbanen leren de jongeren met echte wapens schieten en in nabije bosgebieden worden soms oorlogen gereconstrueerd met plastic schietwapens. Sebastian Lipínski is militaire instructeur bij paramilitaire organisatie Unit 3060 en vertelt in een artikel van Buzzfeed: ‘’Ik vind dat iedereen moet weten hoe je wapens moet gebruiken. Het bezit ervan is een individuele zaak. Er moeten natuurlijk regels zijn, maar die moeten eerder worden gefaciliteerd dan gehinderd.’’

Bij Unit 3060 krijgen de jongeren les van ex- en huidige soldaten van het Poolse leger. Naast schietlessen leren ze ook gevechtstactieken in stedelijke gebieden. De activiteiten variëren van eerste hulp, studie van de topografie, lichamelijke opvoeding en militaire trainingen tot extremere overlevingskampen, luchtkabeltechnieken en vechttactieken. Zo worden er onder meer Martial Arts-lessen gegeven. Maar ook staan geschiedenislessen op het programma bij Unit 360.

Waarom Poolse jongeren zich aanmelden voor schietscholen

Hoe komt het dat Poolse jongeren zich voor dit soort militaire programma’s en trainingskampen aanmelden? Zijn ze echt zo bang voor de dreiging van Rusland? Sommige jongeren hopen via deze weg een goede baan te te bemachtigen in de toekomst. Veel jongeren zien zichzelf niet in de agricultuur werken in Polen en zien dit als een opstapje naar een baan in het Poolse leger of de wetshandhaving.

Los daarvan richt het Poolse onderwijs, sinds de PiS-regering daar aan de macht is, zich meer en meer op patriottisme. Op middelbare scholen krijgen leerlingen patriottisme-les in legeruniform waar ze onderwezen worden "hoe je als burger van een democratisch land dat geen oorlog voert toch je patriottisme tot uitdrukking kan brengen". Ook wordt er gemarcheerd in de gymzaal. Deze vorm van onderwijs wakkert natuurlijk ook een vuurtje aan in jonge Polen om zich op te offeren voor het vaderland, en zich aan te melden bij de paramilitaire groepen van Macierewicz.

1. Holtland, Jenne Jan. ''Polen breidt leger uit met paramilitaire 'verdedigingsmacht' tegen Russische dreiging'' in de Volkskrant, 20 november 2016. 

2. Pawlak, Justyna. ''In training with Poland's volunteer militia'' op Reuters, 18 oktober 2018. 

3. Beradi Lorenzo. ''Polish Paramilitaries: Training to War in Times of Peace'' op Visegradrevue, 9 december 2016. 

4. Jarzakbek, Hanna. ''Intense Photos Show Polish Teens Getting Military Training At A Nationalist Boot Camp'' op Buzzfeednews, 22 januari 2018.

5. z.a. ''Patriottisme-les op Poolse scholen: marcheren in de gymzaal'' op NOS, 9 februari 2018. 

Dore leest voor

In 2018 publiceerde Dore haar boek Mijn Poolse huis. Over haar familiehuis in Auschwitz, over oorlog en familieliefde. Elke week leest zij daaruit een nieuw stukje voor.
 

(klik op 'open' om mee te lezen met Dore)

'Volgens mijn moeder wilde mijn grootvader weg. Weg, weg, weg. Volgens babcia niet. Niet, niet, niet. Ze zuchtte, zette haar leesbril op en pakte het tijdschrift er weer bij.'

‘Hij wilde een grotere flat’, ging mijn moeder verder. Voor het gezin met twee tieners werd het huis in woningblok 3 te klein. De grotere flat werd aan een Partijlid toegewezen. Mijn grootvader was gedesillusioneerd. Nadat hij naar Wrocław was verhuisd, dat Breslau was geweest, en terecht was gekomen in Oświęcim, dat Auschwitz met zich mee torste, was zijn toekomstvisie grimmig. Niets in hem was er gerust op dat de Duitsers niet zouden terugkeren. Tel daar de dwangbuis van het communisme en het voor hem geesteloze Oświęcim bij op en zijn hart taalde naar elders.'

‘Hij had het best naar zijn zin in Oświęcim’, reageerde babcia. Haar hart zocht zekerheid, voor henzelf en de baby in haar buik. Haar zuchten ging over in gepuf. ‘Wist je dat wij een televisie hadden?’ vroeg ze aan mij.'

‘Hij haatte Oświęcim’, onderbrak mijn moeder haar en sloeg een boek open. In de hoeken zaten ezelsoren. De bladzijden stonden rechtop. Ik las de zin: ‘Bovendien: iedereen denkt dat we zijn weggegaan om een gemakkelijk leventje te hebben.’ De pagina viel om. In Polen leek mijn moeder altijd boos, alsof ze er nog gevangenzat en probeerde weg te komen. Het land leek als een te zware jas over haar heen te hangen. Ze probeerde hem af te gooien, maar daardoor werd hij juist zwaarder. Nergens zag ik nostalgie of weemoed. Ze hield van de bergen en het huis. Verder leek weinig haar te bekoren. Volgens mijn moeder stond alles er scheef. De hekken, de billboards, de verkeersborden en elektriciteitspalen. Geen waterpas was ertegen bestand.'

‘Papa bouwde het huis om die verschrikkelijke stad te ontvluchten’, zei ze. Op vrijdagmiddag reden haar ouders Oświęcim uit en ontsnapten aan de rook van de Chemische Fabriek. In de tuin van het buitenhuis hield mijn grootvader bijen. Hij droeg handschoenen tot aan zijn ellenbogen, hoge laarzen, een overall en een hoed waaraan een net hing dat zijn gezicht bedekte. Beschermd tegen de bijen liep hij naar het einde van de tuin, waar zes bijenkasten op een rij stonden. Vanuit de buiten-wc zag ik eens door een kier hoe hij in iedere kast een honingraam verving. Een enkele keer zag ik hem in korte broek en zonder handschoenen de ramen verzamelen. Dat hij dat durfde, kon ik niet begrijpen. De bijenkasten leverden een proviandkast vol honing op. Die was niet vloeibaar, maar droog en hard. In Nederland hadden wij een voorraad potten staan die nooit op raakte. Volgens mijn moeder was de honing eeuwig houdbaar.'

'Babcia’s gepuf werd gesputter. ‘Vluchten? Je kon toen niet zomaar doen waar je zin in had. Er was geen keus. Het leven was basaal.’ Ze sprak iedere klemtoon uit alsof het haar laatste was. ‘Iedereen bleef en overleefde. Het huis was geen vlucht, het was ons leven. Het waren andere tijden. We konden niet weg. Jij bent gegaan, wij bleven.’ Ze verdween in het tijdschrift, haar handen beefden. Handen die ze tot God had gevouwen om haar dochters emigratie tegen te houden, zoals háár moeder er alles aan had gedaan om te voorkomen dat zij naar Oświęcim zou vertrekken. Altijd zou ze heimwee houden naar haar landelijke geboortedorp in het oosten van Polen. Anders dan mijn moeder in Rotterdam leek zij niet in haar nieuwe stad op te gaan. Ik kreeg de indruk dat ze evengoed weg had gewild. Alleen zei niemand haar waarnaartoe. In plaats daarvan werd het gezin in het buitenhuis zelfvoorzienend en belandde de ene na de andere honingpot in de voorraadkast.'

→ klik hier om verder te lezen en luisteren naar Dore