‘De cardiologen deden de onderhandeling met de industrie. Als hoofdinkoper werd ik volledig buitengesloten. Ik mocht niet eens aanwezig zijn bij het gesprek of met andere leveranciers praten. Pas als de deal was gesloten, kwam ik in beeld. Ik moest het contract regelen; dat vonden de artsen maar administratief gedoe,’ zegt Hendrik*, een voormalig hoofdinkoper van een groot Amsterdams ziekenhuis. Fabienne*, die als freelance-inkoper voor diverse Nederlandse ziekenhuizen werkt: ‘Toen ik aan de prijzen van een firma begon te tornen, klaagden de cardiologen bij de raad van bestuur: wat ik in vredesnaam aan het doen was? Ze vonden dat ik mijn kop moest houden tegen de fabrikant.’
Argos heeft, in samenwerking met Follow the Money en Small Stream Media, de afgelopen maanden gesprekken gevoerd met tientallen inkopers van Nederlandse ziekenhuizen. Daarnaast spraken we met artsen, ziekenhuisbestuurders en leveranciers over de inkoop van medische hulpmiddelen. Makkelijk ging dat niet. De Nederlandse Orthopedische Vereniging riep artsen per e-mail op geen vragen van ons te beantwoorden. In een academisch ziekenhuis kregen alle medische divisies een mail namens de raad van bestuur om niet mee te werken aan dit onderzoek, omdat dit mogelijk ‘schadelijk’ kon zijn voor de reputatie van het ziekenhuis.
De meeste inkopers die willen praten, doen dat liever anoniem. ‘Alsjeblieft, niet nog meer problemen met de chirurgen,’ zegt een van hen. Ze vrezen hoogoplopende conflicten aan de onderhandelingstafel of zijn zelfs bang hun baan te verliezen. Sommige inkopers besloten vanwege de druk om het strijdtoneel te verlaten. Zo ook Hendrik: ‘Het was een oorlog met de cardiologen die ik niet kon winnen.’