vrijwillige CO2-compensatie: goed idee of niet?

Zijn koolstof-kredietsystemen nou een goed idee of niet? Deze keer in de podcast: regisseur Stephane Kaas en FTM-onderzoeksjournalist Mira Sys.

Er worden in elk geval miljarden dollars mee verdiend: CO2-compensatie projecten. Ook wel de vrijwillige CO2-markt genoemd. Maar wordt de natuur ook echt beter van die projecten?

Mislukte oogsten door hitte en droogte, misgelopen houtproductie door bosbranden, miloenen euro's schade door overstromingen: één ding is zeker, de natuur is al lang een keiharde economische zaak.

Maar wat nou als we vooraf investeren in behoud, in plaats van achteraf betalen voor herstel? Zou dat niet veel goedkoper zijn? En belangrijker: veiliger. 

In deze podcast bespreken Stephane Kaas, regisseur van de Tegenlicht-aflevering 'Greed is green', en Mira Sys, onderzoeksjournalist bij Follow the Money, de verschillende mogelijkheden die er zijn om het financiële systeem in het voordeel van 'de natuur' te laten werken, en daarmee in het voordeel van onze samenlevingen. In het bijzonder: de vrijwillige CO2-markt.

Dat er nog veel moet gebeuren is duidelijk. Uit een recent onderzoek bleek dat slechts 16 procent van de C02-compensatieprojecten, een van de grote initiatieven waarmee geprobeerd wordt om geld vóór de natuur te laten werken, daadwerkelijke emissiereducties representeerde. De rest stelt eigenlijk weinig voor, aldus Sys.

Het is - naast de keiharde fraude - het grote probleem van de CO2-compensatie. Welke projecten vermijden nu echt broeikasgasuitstoot? Anders gezegd: welke projecten houden koolstof vast die anders de lucht in was gegaan? Hoe bepaal je dat precies? 

Een harde noot om te kraken dus. Toch zijn koolstof- en natuurmarkten niet enkel jammerlijk mislukt. Zo is het Europese Emissiehandelssysteem (ETS) eigenlijk best wel een succes. Dat is ook een koolstofmarkt, maar dan eentje waar de Europese industrie verplicht aan moet meewerken. Momenteel geldt die voor circa Europese 11.000 fabrieken en andere installaties. Die fabrieken mogen elk jaar opnieuw minder uitstoten, maar wel onderling bepalen wie wat meer uitstoot en wie minder. Wie minder uitstoot wordt vergoed door de veelverbuikers. De totale uitstoot van deze fabrieken en installaties is al jaren aan het dalen. 

Vanaf 2027 komt er een tweede ETS voor de bebouwde omgeving, transport en de zeevaart. Daardoor zal zo’n 80 procent van alle uitstoot in de Europese Unie onder een ETS-systeem komen te vallen. 

Dát het kan, bewijst Europa, waar elk land z’n eigen emissieautoriteit heeft die de strenge boekhoudverplichtingen voor de industrie handhaaft. Als óók de vrijwillige koolstofmarkt goed werkt, dan heeft de gehele wereldbevolking ineens een diepgaande motivatie - geld - om broeikasgassen uit de atmosfeer te halen.