Lieve geliefde
Het mag een schande heten, dat er een rad van fortuin aan te pas moet komen, om mij te dwingen jou een ouderwetse, liefdesbrief te schrijven. De liefdesbrief is ingehaald door duizenden appjes, likejes, door post-its op je ontbijtbord, en ongetwijfeld ga ik er te gretig van uit dat in al die fragmenten alles al schuilt. En als we eerlijk zijn: liefdesbrieven zijn, net als dagboeken gevaarlijk, Je wilt, nee móét iets groots vangen, de pathetiek dreigt op elke hoek, en voor buitenstaanders is zo’n brief hoe dan onbegrijpelijk. Wij spreken een taal die geheim is – is dat niet ook wat het betekent geliefden te zijn? We schrijven een lang verhaal, in een eigen onverstaanbaar accent, met ons eigen witte en groene boekje, een taal die bestaat uit blikken, en uit het warme water dat ik onder de douche zo uit mijn mond in je gezicht sproei. Een taal die zit in honderden bijnamen die je voor mij uitvindt en die ik altijd weer afkeur. Onmogelijk te vangen, en toch is dit, in alle bescheidenheid, de meest romantische brief ooit geschreven. Want ik heb je kind bij me, als verstekeling onder het bureau. Het is mijn co-auteur, het trommelt op mijn blaas, het stormt door mijn leven en verandert alles, het lijkt dus al op jou. Beschouw deze brief dus als het begin van een verhaal waaraan we voortschrijven, op post-its, ansichtkaarten, ik zal hem in je gezicht sproeien, ik zal hem je appen en toefluisteren, en alleen wij zullen begrijpen wat er staat.