Je moordenaar in de ogen kijken
Oorlog in Bosnië
Het is al meer dan twee decennia geleden dat de oorlog in Bosnië eindigde. Tegenwoordig leven de bevolkingsgroepen hier niet meer met elkaar zoals voor de oorlog. Maar toch is het niet ongebruikelijk dat je je voormalige vijanden gewoon tegenkomt. ’S ochtends ging ik altijd koffie drinken met vrienden. Er kwam een man binnenlopen. Vol ongeloof keek ik hem aan. Ik herkende hem. Dat was de man die ik had vermoord. Daar stond hij opeens. Dane en Daut. De Bosnische moslim en de Bosnische-Serviër. Ze stonden lijnrecht tegenover elkaar want ze eisten beiden het land op. De Serviërs waren al snel aan de winnende hand. Daut had een voorgevoel dat zijn einde nabij was. Ik wilde weer omkeren want ik had een slecht voorgevoel. Ik dacht echt dat ik die dag niet zou overleven. Want ik wist dat de Serven er aankwamen. Weet je, je gaat iets tegemoet wat de dood heet. Het is je eigen dood of andermans dood. En op een gegeven moment zag ik een paar meter voor me ineens een silhouet. Ik weet niet meer wat er op dat moment in mijn hoofd omging. Ik had het geweer in mijn handen, geladen en al. En ik vuurde onmiddellijk een salvo op hem af. Ik wist zeker dat ik hem zou raken op vier meter afstand. En de man viel gewoon achterover. Hij bewoog niet meer. Geen enkel teken van leven. Z’n gezicht, de mond een beetje openhangend. Het gezicht van die man staat in m’n geheugen gegrift. Veertien jaar lang bleef het hoofd van de dode man spoken in Daut’s hoofd. Totdat moment waarop hij werkelijk dacht dat hij een geest zag. Hij liep naar een andere tafel. Ik draaide me om en keek eens goed. Ja, hij is het. Ik herken z’n gezicht nog. Dat is me bijgebleven. Ik zei tegen hem: maat, jou heb ik doodgeschoten. Hij zei: nee, hoor. Je ziet toch dat ik leef? Ik vertelde hem tot in de kleinste details wat er gebeurd was. Toen zei hij: krijg nou wat, jij was het. Hij zei dat hij een kogelvrij vest droeg dat helemaal aan flarden was. En dat hij gered was door de houten kolf van z’n geweer. Want het salvo dat ik afschoot kwam vooral op de kolf van zijn geweer terecht. Je hebt echt mazzel gehad toen. Nee hoor. Volgens mij had hij meer mazzel dan ik. Vijftien jaar lang was ik ervan overtuigd dat ik per ongeluk door m’n medesoldaten was neergeschoten. Wij kunnen het goed vinden met elkaar. Hij leeft, hij werkt. We drinken samen koffie enzo. De twee mannen die ooit tegenover elkaar stonden hebben dezelfde taal en houden nog steeds van hetzelfde land. Ik ging in dat witte gebouw naar school. De wapens zijn neergelegd, maar het gevecht gaat door. Ook tussen vrienden. Het hele dal stond in brand. We hoorden hier pas wat er was gebeurd. Het dorp daar is niet platgebrand. Wel, dat is toen platgebrand. Boljevici? Ja. Mijn eigen oma heeft het overleefd. Maar de broer van mijn opa en zijn buurvrouw zijn vermoord. Later hoorde ik dat ze voor hun huis zijn vermoord. Ze waren zo’n 65, 70 jaar oud. Stanija en Vladan. Waar zijn ze begraven? Ik geloof in Bajina Basta. We zijn nu op mijn geboorteplek. Oké. Links van dit buitentoilet stond mijn geboortehuis. Is er nog iets van over? Niks. 27 leden van mijn familie zijn hier vermoord. Het zuiveren van dit gebied werd gedaan door lokale Serven. Het waren aanvankelijk onze buren. Dus… Weet je dat wel zeker? Honderd procent. Ik weet het echt niet hoor. Want ik zei je al dat ik hier niet was. Sowieso zaten er in dit dorp helemaal geen Moslimstrijders. Dat klopt. Dus het was niet normaal. Net zo min als het platbranden van Servische dorpen normaal was. En het was ook niet normaal geweest als ik daarop een moslimdorp had platgebrand. Maar dat deden we wel bij elkaar. Snap je? Wie is ermee begonnen en wie niet? Dat is een lastige vraag. Jij wil hier je eigen land en ik ook. Dan krijg je een conflict. Maar Servië snapt niet dat iedere moslim bereid is te sterven voor Bosnië. Dit is van mij, ik kom alleen hier vandaan. Daut, even afkoelen. Dit is 80 procent moslimeigendom. We zijn afgedwaald, jij en ik. We zijn te ver afgedwaald. Daardoor maken we ruzie en herhalen we dit verhaal al honderd jaar. Klaar, laten we gaan. Het is genoeg geweest.