O'Hanlons helden
De bottenoorlog
In de VS treedt O’Hanlon in de voetsporen van twee van zijn helden: Othniel Marsh en Edward Drinker Cope. In de tijd van Buffalo Bill, de massamoorden op de Indianen, toen de spoorwegen nog werden aangelegd en de VS net een burgeroorlog en de goudkoorts hadden overleefd, gingen de twee beroemde paleontologen Marsh en Cope op onderzoek in het Wilde Westen naar botten. Dinosauriërbotten, welteverstaan. Om de zaak te bemoeilijken hadden beide mannen een bloedhekel aan elkaar. De strijd tussen deze twee heren is bekend geraakt als ‘De bottenoorlog’. Ze schuwden niet elkaars werkmannen om te kopen en de opgravingen van de ander te bewerken met springstof om ervoor te zorgen dat de concurrent niets van waarde zou vinden. Ondertussen was hun productiviteit ongeëvenaard. Letterlijk duizenden uitgestorven diersoorten werden door deze mannen gevonden, ook al zouden ze uiteindelijk arm en verbitterd sterven. Redmond O’Hanlon steekt de woeste prairies van The Midwest over, speurt in de archieven en op zolders van musea naar bewijsmateriaal van hun fraude en bedrog. Ook trekt hij de Missouri-rivier af, op zoek naar de plaatsen waar zijn helden Marsh en Cope hun grootste ontdekkingen deden.