Het Spoor Terug
Tussenstop Apeldoorn, op weg naar het Beloofde Land 3
Derde deel van de driedelige 'Spoor Terug'-documentaire 'Tussenstop Apeldoorn, op weg naar het Beloofde Land'. In oktober 1947 werd een groep van vijfhonderd joodse weeskinderen afkomstig uit Roemenië ondergebracht in het gebouwencomplex 'Het Apeldoornsche Bos'. Een jaar later vertrekt vrijwel de hele groep naar Israël. In deze aflevering staat hun reis per boot naar Israël alsmede hun uiteindelijke aankomst centraal. De toenmalige ziekenboegverpleegster Tsipora Lavy haalt herinneringen op aan de bootreis. In Het Spoor terug het verhaal van de dan 10-jarige Nathan Barzilai en zijn lotgenoten, over hun belevenissen in Roemenië, hun verblijf in Apeldoorn en hun uiteindelijke aankomst in "Erets Jisraeel", zoals zij hun beloofde land dan al noemen.over de rest van zijn tijd in Nederland en zijn reis naar Israël. Vraaggesprek (in het Ivriet, met vertaling) met de zus van Nathan, o.a. over de tijd in Israël. Daarnaast vertellen enkele van zijn vroegere lotgenoten (in het Roemeens, met vertaling) over de aankomst in 'Het beloofde Land'.
Inleidende teksten:
Tekst 1
Het is 6 oktober als de Negbah de Amsterdamse haven uitvaart met bestemming Haifa. De Roemeense kinderen, het grootste deel van de passagiers van het schip, reizen nog steeds in acht aparte groepen, variërend van extreem rechts/religieus tot uiterst links. Ieder met zijn eigen leiders, zijn eigen slaapcabines en eigen eettafels. Niet alle Roemeense kinderen zijn aan boord. De veertig jongsten zijn achtergebleven in Nederland om nog wat verder aan te sterken. Onder hen Nathan Barzilai, met wie we een aantal van de 500 kinderen opzochten om herinneringen op te halen. Hij heeft de reis met de Negbah niet meegemaakt.
Wel aan boord is Tsipora Lavy. Ze is verpleegster en wil al lang naar Israël emigreren. Als ze als medewerkster van de ziekenboeg op de Negbah mee kan, grijpt ze die kans met beide handen aan.
Tekst 2
De veertig jongste kinderen die zijn achtergebleven zitten intussen niet meer in het Apeldoornse Bosch, maar zijn ondergebracht in een voormalig sanatorium in Zandvoort. Onder hen Nathan Barzilai en zijn jongere zusje Jona.
Tekst 3
Terwijl Nathan met het kleine groepje achterblijvers voor het eerst met de zee kennis maakt, krijgt de rest van de groep van 500 een veel radicalere cultuurschok te verwerken. Voor Rachel, Arje en Batsjeeva Friedman is de aankomst in Israël een grote teleurstelling. Alleen het landschap al, dat lijkt niet op wat ze is voorgespiegeld.
Tekst 4
Niet alleen de kinderen hebben het moeilijk. Ook voor de leiders die meegekomen zijn uit Roemenië is het leven in Israël niet makkelijk.
Tekst 5
In Nederland verloopt intussen voor Nathan ook niet alles zoals hij verwacht had.
Tekst 6
Nathan moet het moeilijk gehad hebben in Nederland, al laat hij daar zelf niets over los. In ieder geval draagt hij gruwelijke ervaringen met zich mee die ook voor een volwassene moeilijk te verwerken zouden zijn, laat staan voor een tien jarige jongen.
Op z'n vierde jaar heeft hij gezien hoe zijn moeder voor zijn ogen werd doodgeschoten, kort daarop overlijdt ook zijn vader, waarna hij met zijn jongste zusje Jona in een weeshuis terecht komt waar hij absoluut niet kan aarden. Na de oorlog vertrekt hij in 1947 met een grote groep kinderen naar Apeldoorn. Zijn oudste broer en drie oudere zussen heeft hij dan al zes jaar niet meer gezien. De enige band die hij nog met het verleden heeft is zijn kleine zusje Jona.
En dan, na een verblijf van anderhalf jaar in Nederland, wordt ook die band verbroken. Het Joods Maatschappelijk Werk acht voor Nathan de tijd nog niet rijp om naar Israël te vertrekken.
Zo blijft zijn zus Jona alleen bij de groep achter, zonder precies te weten wat er met haar broer aan de hand is.