Het Spoor Terug
Tussenstop Apeldoorn, op weg naar het Beloofde Land 2
Aflevering 2 van de Spoor Terugserie "Tussenstop Apeldoorn, op weg naar het Beloofde Land".
In oktober 1947 wordt een groep van vijfhonderd joodse kinderen afkomstig uit Roemenië ondergebracht in het gebouwencomplex "Het Apeldoornse bos". Een jaar later vertrekt bijna de hele groep per schip naar Israël. In Het Spoor terug het verhaal van de dan 10-jarige Nathan Barzilai en zijn lotgenoten, over hun belevenissen in Roemenië, hun verblijf in Apeldoorn en hun uiteindelijke aankomst in "Erets Jisraeel", zoals zij hun beloofde land dan al noemen.
In deze aflevering staat hun verblijf in het paviljoen tot hun uiteindelijke vertrek centraal. Vraaggesprek met de toen 10-jarige Nathan Barzilai en (in het Roemeens, met vertaling) enkele van zijn lotgenoten over die periode. Verslaggever Paul van der Gaag brengt samen met het voormalige paviljoenhoofd Julia Boeke een bezoek aan het complex. Met historische geluidsfragmenten.
Inleidende teksten:
Tekst 1
Met Nathan Barzilai kijken we naar wat oude foto's genomen in Kinderdorp Ilania. Op een piepkleine foto staat een groep jongens en meisjes van een jaar of tien. Ze dragen een soort padvindersuniformpjes. Het zijn kinderen van de jongerenorganisatie Gordonja, waar Nathan ook toe behoorde. Alle bijna 500 kinderen in het kinderdorp in Apeldoorn zijn bij een van de acht zionistische jongerenorganisaties aangesloten. Eind september 1947 is de groep in Nederland aangekomen. Nathan samen met zijn jongere zusje Jona. Zij is de enige die hij nog heeft. Zijn ouders hebben de oorlog niet overleeft en zijn broer en drie oudere zussen is hij uit het oog verloren. Met hem bezoeken we nu, bijna vijftig jaar later, een aantal voormalige lotgenoten, waaronder Rachel, Batsjeeva en Arje Friedman.
Tekst 2
We zijn terug in het Apeldoornse Bosch, met Julia Boeke, die hier in 1947 aanwezig is als de kinderen uit Roemenie aankomen. Drie van de acht jongerenorganisaties worden ondergebracht in het gebouw waar Julia Paviljoenhoofd is.
Tekst 3
Voor de kinderen is het afnemen van de kleren inderdaad een traumatische ervaring. Het is een van de eerste dingen waar Meir Hirsch over begint als wij hem opzoeken.
Tekst 4
Volgens Julia Boeke hebben de kinderen, door alle ontberingen die ze achter de rug hebben, het moeilijk om te wennen aan de gebruiken hier. Al direkt de eerste ochtend blijkt het 's nachts mis te zijn gegaan.
Tekst 5
Iets anders waar ze aan moeten wennen is de hoeveelheid eten hier. Volgens Shuilamit Ayalon hebben bijna alle kinderen het daar moeilijk mee,
Tekst 6
Dit soort zaken zijn snel verholpen. Daarna leiden de kinderen al gauw een normaal leven in hun eigen 'dorp in het bos', 's Ochtends gaan ze naar school, waar Hebreeuws een van de belangrijkste vakken is en 's middags spelen ze in het bos of gaan ze erop uit. Sjlomo Toker haalt met zijn broer en twee vrienden die ook in Apeldoorn zaten herinneringen op. Er wordt veel gelachen.
Tekst 7
Of de kinderen in Apeldoorn al voldoende Hebreeuws hadden geleerd om dit te verstaan weten we niet, maar met deze woorden proclameert Ben Goerion op 14 mei 1948, tijdens een vergadering van de Joodse Nationale Raad de Staat Israel. Rueben Eyal herinnert zich nog hoe dit bericht in Apeldoorn werd ontvangen.
Tekst 8
Het uitroepen van de staat en de oorlog met de omringende landen heeft onmiskenbaar invloed op het leven in het kinderdorp. Ook op dat van jongere kinderen zoals Arje en Batsjeeva Friedman.
Tekst 9
Omdat hij nog te jong is mag Nathan niet mee naar Israël. Maar het overgrote deel van de 500 kinderen vertrekt, op 6 oktober 1948, met de Negbah, vanuit de haven van Amsterdam naar Haifa. Reuben Eyal.
Tekst 10
Het uitvaren van de Negbah is een grootse gebeurtenis voor joods Nederland. Honderden mensen staan aan de Javakade de passagiers uit te zwaaien. Onder hen de veertig achterblijvende kinderen en veel van het Nederlandse personeel uit het kinderdorp. Ook Julia Boeke is aanwezig.