Het Spoor Terug
De gedrevenen 5: Henk Sneevliet
Deel vijf van 'De gedrevenen', een zevendelige serie met portretten van Nederlanders die hun leven stelden in het teken van een ideaal, gereconstrueerd aan de hand van dagboekfragmenten, brieven en herinneringen.
In deze aflevering een portret van revolutionair en communist Henk Sneevliet.
Interviews over Sneevliet met:
- Dochter Sima Sneevliet;
- schrijver Sal Santen;
- schrijver Jef Last;
- voormalig PvdA-lid in de Tweede Kamer Herman Drenth;
- Tinus de Winter;
- CPN-lid Theo van Veen, echtgenoot van Sima Sneevliet;
- CPN-lid Cor van 't Hart;
- Hennie de Winter van het Sneevliet-herdenkingscomité.
Inleidende teksten:
tekst 1
De frustrerende eerste herinneringen van de dochter van een gedreven vader. Veel meer dan die eerste herinneringen heeft Sima Sneevliet ook niet, want ze is amper 5 jaar als haar ouders scheiden. En nog voor haar elfde gaat haar moeder - een Russische - terug naar haar vaderland en neemt de kleine Sima mee.
Het is dan 1934 en vader Henk Sneevliet is intussen opnieuw getrouwd; met Mien, zijn vierde vrouw. Mien heeft al een dochter: Beppie. En omdat Beppie verliefd is op Sal Santen, leert die Henk Sneevliet in die jaren van heel dichtbij kennen. In zijn herinnering was het een gevoelig mens.
tekst 2
Het eerste initiatief, dat later van zeer grote betekenis zal blijken te zijn, neemt Sneevliet in 1913. Hij is dan 29 jaar en heeft in Nederland al een opvallende politieke carrière achter zich. Hoewel hij afkomstig is uit een kleinburgerlijk en a-politiek milieu is hij al op z'n 19e jaar lid van de SDAP geworden en op z'n 23ste als de eerste en jongste SDAP'er in de raad van Zwolle gekozen. Twee jaar later - in 1909 - is hij voorzitter van de Bond van Spoor- en tramwegpersoneel en wéér twee jaar later wordt hij op
aandrang van de SDAP-leiding uit die functie ontheven omdat hij bij een grote zeeliedenstaking niet alleen de NVV-leden wilde steunen, maar alle stakers.
Omdat hij (door zijn uitgesproken radicale opvattingen) geen werk kan vinden in Nederland en zowel door de leiding van de SDAP als de Sociaal Democratische Partij (de voorloper van de CPN) met argusogen wordt bekeken, besluit hij naar Indië te vertrekken. In 1913 vindt hij een baan in Semarang en na een moeilijk eerste jaar wordt in 1914 op zijn initiatief in Soerabaja de ISDV opgericht, de Indische Sociaal Democratische Vereniging,
die later zal uitgroeien tot de PKI, de op één na grootste communistische partij van Azië.
Sneevliet probeert de Javanen ook bij de politiek en bij het vakbondswerk te betrekken. Dat lukt niet meteen. De echte doorbraak komt in 1917. Dat is het jaar van de Russische revoluties. Als de eerste berichten over de
februari-revolutie Indië bereiken, schrijft Sneevliet het artikel 'Zegepraal'.
Het wordt 'n paar dagen later in het dagblad 'De Indiër' geplaatst.
tekst 3
'Zegepraal' schiet bij de koloniale machthebbers in het verkeerde keelgat. Sneevliet wordt aangeklaagd wegens opruiing en het proces, dat volgt duurt vier dagen. Het grootste deel ervan wordt in beslag genomen door een verdedigingsrede van Sneevliet, die 300 bladzijden telt.
tekst 4
Sneevliet wordt vrijgesproken. Zijn verdedigingsrede wordt in boekvorm uitgegeven. Het is één lange, boeiend geschreven aanklacht tegen het koloniaal bewind in Nederlands Indië, die nog jaren daarna een inspiratiebron vormt voor Indonesische socialisten. Het gevolg van het proces-Sneevliet is, dat hij onder de gewone Javanen aanhang krijgt. Maar als hij in november 1918 in Soerabaja begint met de oprichting van matrozen- en soldatenraden is dat voor de Nederlands-Indische
machthebbers reden om hem te externeren, dat wil zeggen: hij wordt het land uitgezet.
In januari 1919 is hij terug in Nederland, maar hij blijft voeling houden met Indië. En het is namens de Indonesische communisten, dat hij in 1920 afreist naar Moskou.
tekst 5
Behalve voor politiek heeft Sneevliet z'n hele leven ook een zwak gehad voor vrouwen. En als hij in Moskou aanloopt tegen de felle communiste Sima Zolkowskaja, is hij meteen in de ban van dit "wilde steppenpaard". Het wordt z'n derde vrouw, een korte en hevige relatie, zo herinnert dochter Sima zich uit verhalen van haar moeder.
tekst 6
Vrouwen, die ziet ook Jef Last om Sneevliet heen hangen, als hij zijn beweging wordt binnengehaald. Het is dan 1929 en Sneevliet reist niet meer namens de Komintern door Azië. Na de dood van Lenin heeft hij gezien hoe onder Stalin de socialistische heilsstaat ontaardt. Hij keert er zich van af en als de Nederlandse communisten wèl achter Stalin blijven
staan, probeert hij een eigen partij op te richten. Dat doet hij vanuit het NAS, de syndicalistische vakbeweging. Jef Last maakt het mee, maar gelooft er niet in.
tekst 7
Jef Last gelooft niet in de RSP, de Revolutionair Socialistische Partij, die Sneevliet in 1929 opricht. Hij wordt lid van de CPN. Maar anderen geloven wel in Sneevliets ideeën en hangen aan zijn lippen als hij een van zijn
spreekbeurten vervult. Achtereenvolgens de getuigenissen van vier partijgenoten uit de jaren '30: Herman Drenth, Tinus de Winter, Theo van Veen en Cor van 't Hart.
tekst 8
Henriëtte Roland Holst leerde Sneevliet al kennen vóór hij naar Indië vertrok. Samen met haar voerde hij oppositie in de SDAP en daarna volgde een jarenlange briefwisseling, waarvan er meer dan driehonderd bewaard zijn gebleven. Het had iets van een moeder-zoon relatie. Maar als 'tante Jet', zoals ze haar brieven ondertekende, in de jaren '30 steeds religieuzer
wordt, ontstaat er afstand. Sneevliet probeert het haar uit te leggen in zijn op één na laatste brief aan haar:
tekst 9
Ondanks hun verwijdering, laat 'tante jet' hem niet vallen. Als hij in 1933 in de zaak van de Zeven Provinciën wegens opruiing voor de rechter wordt gehaald, komt zij haar oude kameraad verdedigen. "Hij is rondborstig van aard en niet geneigd tot slinkse streken. Ik heb steeds grote eerbied
gehad voor zijn moed en geweldige energie. En vooral voor zijn onbaatzuchtigheid", zegt ze tegen de rechter. Sneevliet reageert dankbaar.
tekst 10
Voor het schrijven van een pamflet, waarin hij oproept tot solidariteit met de matrozen, die aan boord van de kruiser Zeven Provinciën in opstand zijn gekomen, krijgt hij 5 maanden gevangenisstraf.
tekst 11
De 5 maanden gevangenisstraf leveren Sneevliet wel een zetel in de 2e Kamer op. Maar hoewel hij in de Kamer ook bij tegenstanders bewondering oogst voor zijn redenaars-talenten, keert hij in 1937 niet terug.
Zijn partij, die dan met de DSP tot RSAP (Revolutionair Socialistische Arbeiders Partij) is gefuseerd weet geen enkele zetel te bemachtigen. Ook op internationaal terrein verliest hij vrienden. Aan zijn jarenlange samenwerking met Trotsky komt een einde door verschil van inzicht over het optreden in de Spaanse burgeroorlog. Ook vindt Trotsky dat
revolutionaire arbeiders zich niet apart in het NAS moeten organiseren, maar in het NVV moeten infiltreren. En hoewel de breuk met Trotsky hem pijn doet, kan hij z'n eigen principes niet verloochenen. Daarover Herman Drenth en Sal Santen.
tekst 12
Dan komt de 2e Wereldoorlog. Sneevliet wordt meteen gezocht en duikt onder. Hij sticht het Marx-Lenin-Luxemburg-Front; niet zomaar een groepje illegalen, die zich tegen de Duitsers verzetten, maar socialisten die hun oude ideaal proberen trouw te blijven en.... uit te dragen. En in dat ideaal past geen bondgenootschap met het kapitalistische Engeland en ook niet
met het Stalinistische Rusland. Daarover Tinus de Winter.
tekst 13
Vanaf de eerste oorlogsweek zwerft Sneevliet met zijn vierde vrouw Mien van het ene adres naar het andere. Meestal blijft hij ergens een week om te kunnen werken aan nieuwe krantjes en brochures, aan oproepen tot actie tegen de Jodenvervolging. En dan verdwijnt hij naar het volgende
adres. Ook bij Herman Drenth in Den Haag is hij af en toe een week op bezoek.
tekst 14
Begin 1942 slaat het noodlot toe. In Haarlem wordt een van z'n medebestuurders door een NSB'er verraden. Binnen 'n paar dagen is bijna de hele leiding van het MLL-front opgerold. Er volgt een proces, waarbij tegen Sneevliet en zeven kameraden de doodstraf wordt geëist. Sneevliet houdt een pleidooi, dat zoveel indruk maakt op de president, dat hij persoonlijk bij Seyss Inquart gratie bepleit. Maar die weigert pertinent. Het
vonnis blijft: de kogel.
De avond voor de terechtstelling schrijft Sneevliet een afscheidsbrief aan z'n vrouw Mien.
tekst 15
In een aangrenzende cel hoort een andere, opgepakte verzetsstrijder, hoe Sneevliet en zijn kameraden hun laatste uur doorbrengen in de bunker van het Kamp Amersfoort:
tekst 16
Hoewel het op 13 april een halve eeuw geleden is, dat Sneevliet werd doodgeschoten, heeft hij nog altijd volgelingen. Ze zijn al vele jaren verenigd in het Sneevliet-herdenkingscomité. Namens dat comité Hennie de
Winter.