Het Spoor Terug
De gedrevenen 3: Hein van Wijk
Deel drie van 'De gedrevenen', een zevendelige serie met portretten van Nederlanders die hun leven stelden in het teken van een ideaal, gereconstrueerd aan de hand van dagboekfragmenten, brieven en herinneringen.
In deze aflevering een portret van vredesactivist en advocaat Hein van Wijk.
Hein van Wijk was actief in de vredesbeweging vanaf 1924. Als advocaat verdedigde hij honderden dienstweigeraars in binnen- en buitenland en zat van 1966 tot 1974 in de Eerste Kamer voor de PSP.
Interviews over Van Wijk met:
- Miep Bijleveld, vredesactiviste;
- Cor Hoek, dienstweigeraar in 1949;
- Zoon Bert van Wijk;
- Raymond Hulkenberg, zoon van Van Wijk's tweede echtgenote.
- dienstweigeraar Dries Brunia;
- Hans Wiebenga, voormalig PSP-Tweede-Kamerlid.
Inleidende teksten:
Tekst 1
De moeder van Jan Hendrik van Wijk houdt de eerste jaren van zijn leven een dagboek bij. Iedere ontwikkeling rond de kleine Hein, zoals zijn ouders hem noemen, zet ze op papier. Hij groeit op in een keurig christelijk milieu. Zijn vader is secretaris van het Nederlands Bijbelgenootschap, en het spreekt vanzelf dat Hein na zijn middelbare school theologie zal gaan studeren. Al voor hij naar de universiteit gaat ontdekt hij de vredesbeweging, waar hij de rest van zijn leven actief in zal zijn. In 1924 sluit hij zich aan bij Jongeren Vredes Actie.
Twee jaar later bezoekt de dan 19-jarige theologie-student Hein van Wijk, de algemene vergadering van Jongeren Vredes Actie in Den Haag.
Tekst 2
Het vertrouwen in god en de kerk brokkelt snel af bij Van Wijk. Hij correspondeert met een zendeling in Nederlands Indië en op 31 december 1928 schrijft hij deze het volgende:
Tekst 3
Van Wijk stopt met zijn studie theologie en gaat biologie studeren. Intussen is hij lid geworden van de Sociaal Democratische Studenten Club en houdt hij lezingen over socialisme en antimilitarisme.
Miep Bijleveld is 16 jaar als ze, in 1929, Van Wijk leert kennen.
Tekst 4
In de jaren dertig laat Van Wijk zich niet alleen als spreker gelden, maar ook als publicist. Hij schrijft in Vredesstrijd, De Fakkel, Kentering, De Socialist, Schakels en vele andere bladen die het socialisme en het antimilitarisme propageren. Als de SDAP van haar pacifistische standpunt afstapt, keert
hij de sociaal-democratie definitief de rug toe en knoopt hij kontakten aan met de anarchistische Internationale Anti-Militaristische Vereniging. Onder invloed van Van Wijk wordt de gematigde Jongeren Vredes Actie steeds radicaler. Intussen wil het, door al zijn activiteiten, met zijn studie niet vlotten. Daar komt verandering in als hij besluit van biologie op rechten over te schakelen. Deze studie rondt hij in twee en een half jaar tijd af.
In 1938 trouwt hij met mede-activiste Jannie, en vestigt hij zich als advocaat. Hij begint met het verdedigen van dienstweigeraars. Dan breekt de oorlog uit en begint de Duitse bezetting.
Miep Bijleveld en haar man doen een beroep op Van Wijk.
Tekst 5
In 1942 wordt Hein van Wijk door de Duitsers gepakt wegens hulp aan onderduikers. Drie jaar brengt hij in concentratie-kampen door. Eerst in Vught en later in het SS Arbeitslager Kottern, een buitencommando van
Dachau. Om zijn kamptijd door te komen schrijft hij veel. Brieven aan zijn vrouw, die hij naar buiten laat smokkelen en daarnaast veel gedichten. Honderden, met een stompje potlood op kleine papiertjes neergekrabbeld. Gedichten over de natuur, maar ook over het kampleven en zijn eigen emoties.
Tekst 6
Direct na de bevrijding pakt Van Wijk zijn activiteiten van voor de oorlog weer op. Al gauw verdedigd hij weer dienstweigeraars. Met oude kameraden, zowel uit de Jongeren Vredes Actie, als uit de Internationale Anti-militaristische Vereniging, richt hij de ANVA op, de Algemene Nederlandse Vredes Actie. Als Nederland de koloniale oorlog tegen Indonesië begint trekt hij hiertegen direct fel van leer. Iedere Indië-weigeraar kan op zijn steun rekenen. Geld speelt hierbij geen rol voor Van Wijk. Heel wat dienstweigeraars staat hij bij tot aan het Hoog Militair Gerechtshof, zonder hiervoor een cent te ontvangen. Alleen als de ouders van de weigeraar voldoende geld hebben vraagt hij een honorarium. Cor Hoek weigert in 1949 dienst en neemt Van Wijk als advocaat. In laatste instantie weet die erkenning voor de gewetensbezwaren van Hoek te krijgen. Als die na 13 maanden gevangenis en 11 maanden houthakken in Vledder vrij komt, neemt Van Wijk al snel weer contact met hem op.
Tekst 7
De vrouw van Cor Hoek, An, helpt Van Wijk zo nu en dan op zijn kantoor. De brieven die Van Wijk aan het echtpaar Hoek schrijft, hebben een heel andere toon dan de serieuze artikelen die hij in Vredesactie, het blad van de ANVA, schrijft.
Tekst 8
In de loop van de jaren vijftig neemt het aantal actieve leden van de ANVA steeds verder af. Uiteindelijk is de enige activiteit het uitgeven van het blad Vredesactie, dat wordt volgeschreven door de bestuursleden Wim Jong, Han Kuysten en Hein van Wijk. Naast zijn werk voor de ANVA gaat Van Wijk onvermoeibaar door met het verdedigen van dienstweigeraars. Niet alleen in Nederland, ook in landen als Frankrijk en Griekenland adviseert hij gewetensbezwaarden. Hierbij maakt hij geen onderscheid naar overtuiging. Ook Jehova-getuigen bijvoorbeeld kunnen bij hem terecht. De in 1947 geboren zoon van Van Wijk, Bert, realiseert zich niet dat zijn vader met
bijzondere dingen bezig is. Voor hem is alles wat er thuis gebeurt heel gewoon.
Tekst 9
Het huwelijk tussen Hein en Jannie van Wijk loopt mis. In 1961 gaan ze uit elkaar en korte tijd later hertrouwt Hein. Een van de kinderen van zijn tweede vrouw had hij enkele jaren eerder al ontmoet, toen die hem advies kwam vragen voor een spreekbeurt op school over het antimilitarisme. Raymond Hulkenberg.
Tekst 10
Dat Hein van Wijk lastig kan zijn voor dienstweigeraars ondervindt Dries Brunia, als hij begin 1962 het kantoor in Haarlem voor het eerst bezoekt. Hij zit dan al enkele weken in dienst, maar heeft besloten alsnog te weigeren. Op advies van vrienden uit Rotterdam, die het anarchistische blad De Vrije uitgeven, heeft hij een afspraak gemaakt met van Wijk.
Tekst 11
Brunia blijft in eerste instantie weigeren een beroep te toen op de wet. Het verhaal van maar liefst 61 pagina's, waarin hij zijn gewetensbezwaren uiteenzet, speelt daarom voor de krijgsraad geen rol. Hij wordt veroordeeld tot 2,5 jaar gevangenisstraf. Na de veroordeling bedenkt Brunia zich en
doet alsnog een beroep op de wet. Van Wijk is hoopvol. Zeker omdat enkele maanden eerder de nieuwe dienstweigeringswet in het staatsblad is gepubliceerd. Een wet die veel grotere kans op erkenning biedt dan de oude, daterend uit 1923. Het pakt echter anders uit. De commissie die het beroep van Brunia op de wet moet beoordelen hanteert de oude wet nog en weigert Van Wijk zelfs de toegang tot het commissie-verhoor. Het vonnis tegen Brunia wordt door het Hoger Militair Gerechtshof bevestigd.
Tekst 12
Van Wijk laat het er niet bij zitten. Hij doet een gratieverzoek en geeft een brochure uit over de zaak Brunia, volgens Van Wijk de belangrijkste zaak sinds de dienstweigering van Herman Groenendaal in 1921. Niet alleen
vanwege de nieuwe wet, maar ook vanwege de principiële stellingname van de weigeraar. Het gratieverzoek heeft uiteindelijk succes. Twee maanden en vijftien dagen voor zijn straf erop zit, komt Dries Brunia vrij.
Als enkele jaren later zijn zoon Bert naar de keuring moet, staat Van Wijk voor een dilemma. Hij wil natuurlijk dat Bert zal weigeren, maar moet hij zich daar als vader mee bemoeien. Van Wijk besluit een brief te schrijven.
Tekst 13
Naast zijn advocatenpraktijk en zijn werk voor de ANVA, is Hein van Wijk nog op talloze andere fronten actief. In het Humanistisch Verbond, in de War Resisters International en, sinds de oprichting in 1957, in de PSP.
Vanaf 1966 zit Van Wijk voor die partij de Eerste Kamer. Ook daar valt hij direct op door zijn geheel eigen stijl. Zo introduceert hij het vragen stellen. De tien vragen die in 1966 door de eerste kamer aan bewindslieden zijn gesteld zijn alle afkomstig van Van Wijk. In 1974, het laatste jaar dat hij in de kamer zit, stelt hij 28 vragen. Alle andere kamerleden tezamen 45. Al dat vragen stellen valt binnen de PSP niet bij iedereen goed. Men verwijt hem hobbyisme. Niet geheel ten onrechte. Zo stelt Van Wijk een groot aantal vragen over de kottervaart, geïnspireerd door anarchistische vissers uit Scheveningen, waar hij goede contacten mee onderhoudt en ook de in Stein woonachtige Rode Reus kan altijd bij hem terecht voor steun bij zijn strijd voor de belangen van woonwagenbewoners. Hans Wiebenga die in die tijd voor de PSP in de Tweede Kamer zit is het niet eens met de
kritiek op Van Wijk.
Tekst 14 vervalt
Tekst 15
Ondanks de steun van Wiebenga vervangt de partij Van Wijk in 1974 door Joop Vogt.
Tekst 16
Na het verlaten van de Kamer blijft van Wijk zich inzetten voor dienstweigeraars. Niet alleen in Nederland. Als Griekenland zich bij de EEG wil aansluiten weet Van Wijk hier handig gebruik van te maken, en krijgt hij, met hulp van euro-parlementariër Ien van den Heuvel voor elkaar dat in
Griekenland een dienstweigeringswet tot stand komt. Eind jaren zeventig wordt de rol van Van Wijk in de vredesbeweging steeds minder prominent. De ANVA gaat in 1978 op in 't Kan Anders, en door de opkomst van het
totaalweigeren, komt hij ook als advocaat voor dienstweigeraars op het tweede plan. Van Wijk ziet niets in totaalweigeren. De wet gewetensbezwaren is een verworvenheid, die gebruikt moet worden.
In 1981, nog steeds actief als advocaat, overlijdt hij plotseling aan de gevolgen van een verkeersongeluk. Zijn zoon Bert was enkele uren voor het ongeluk nog bij hem op bezoek.