Het Spoor Terug
De keizer ging, de generaals bleven 1: De opstand
Deel één van het tweeluik 'De keizer ging, de generaals bleven', over de communistische revolutie in 1918 in Duitsland na de Eerste Wereldoorlog.
De Eerste Wereldoorlog is door het Duitse keizerrijk praktisch verloren. Ondanks grote verliezen willen Duitse generaals de strijd voortzetten. Maar in Kiel breekt de opstand uit onder de matrozen. Deze breidt zich uit naar alle
grote steden. Het machtige keizerrijk komt ten val.
Interviews over de revolutie van 1918 met o.a.:
- Mevrouw Löffler, zij was 10 toen de oorlog begon;
- Eberhard Rebling, in 1911 geboren in Berlijn, komt in 1936 als politiek vluchteling in Nederland terecht;
- schrijver Konrad Merz;
- Wolfgang Szepansky, heeft als 8jarige jongen de November Revolutie in Berlijn meegemaakt;
- Mevrouw von Broesicke, in 1905 in Kassel geboren.
Inleidende teksten:
Tekst 1
Aan het begin van deze eeuw is de opbouw van het Duitse rijk militaristisch. Dit militarisme is ingevoerd door de Pruisische koning Friedrich de 1e. Ook ambtenaren lopen in uniform en meten zich een titel aan. Uit deze Pruisische
mentaliteit zal later de Befehl ist Befehlhouding voortkomen. Het Duitse Parlement stemt in 1914 voor de oorlogskredieten. Ook de SPD, de socialistische partij van Duitsland, stemt hiermee in.
Wilhelm de Tweede, de snor naar boven gekruld, valt nu, gesecondeerd door de generaals Von Ludendorf en Von Hindenburg, met zijn legers dwars door België, Frankrijk aan, waarop Engeland Duitsland de oorlog verklaart. Aan het Oostfront levert hij slag met het tsaristische Rusland. De strijd valt de Duitsers echter veel zwaarder dan verwacht, vooral op het Westelijk front raakt het leger door het taaie verzet van Belgen en Fransen totaal uitgeput. Gelukkig moet Rusland zich in 1917 totaal concentreren op de revolutie in
eigen land, waardoor Duitsland met nogal gunstige voorwaarden de vrede van Brest-Litowsk kan afdwingen. Ondertussen mengt op het Westelijk front ook Amerika zich in de oorlog. Als generaal Von Ludendorf het hopeloze van de strijd eindelijk inziet, verzoekt hij de Keizer om een wapenstilstand. De
Entente-mogendheden willen echter slechts over vrede onderhandelen met een democratische regering. Prins Max von Baden wordt tot kanselier benoemd. Tegen alle logica in zal het leger later de sociaaldemocraten altijd blijven verwijten dat zij achter de generaals om de vredesonderhandelingen
begonnen zijn, en dit beschouwen als een dolkstoot in de rug. Zo wordt door rechts de geschiedenis vervalst. In werkelijkheid is de bevolking de oorlog meer dan zat, het land is uitgemergeld, de mensen zijn uitgehongerd.
Mevrouw Löffler was een meisje van 10 toen de oorlog begon. Haar ouders behoorden tot de welgestelde bourgeoisie van Hamburg. Als 87-jarige heeft ze nog haarscherpe herinneringen aan die ellendige tijd.
Tekst 2
Eberhard Rebling is in 1911 geboren in Berlijn. Hij komt in 1936 als politiek vluchteling in Nederland terecht. Hij leert de Joodse danseres Rebecca Brillenslijper kennen, die optreedt onder de naam Lin Jaldati. Na de oorlog werkt hij als musicus o.a. voor de VARA, maar kan als communist door de Koude Oorlog niet meer aan de slag komen. Hij gaat in 1952 terug naar het Oostelijk deel van Berlijn en wordt in 1959 directeur van de Musikhochschule Hans Eisler. In december 1918 zit hij in de le klas van de lagere school.
Tekst 3
Twee Nederlanders gaven in de VARA-uitzending van 18 februari 1967 96 een beschrijving van het Duitsland van 1918 zoals zij dat zelf hadden meegemaakt. De schrijver A. Perdek is in Duitsland opgegroeid en Gerard van het Reve, vader van Karel en Gerard Cornelis van het Reve, is als werkeloze
textielarbeider naar Duitsland getrokken waar hij zich verbaast over het patriottisme en de liefde voor de Keizer.
Tekst 4
Schrijver van o.a. 'Ein Mensch fällt aus Deutschland', is Konrad Merz. Hij is geboren in Berlijn. In 1934 vlucht hij naar Nederland, duikt onder en begint na de oorlog een praktijk als fysiotherapeut. Zijn vader is kleermaker maar
wordt opgeroepen voor het leger. Het militarisme wordt Konrad Merz als kind met de paplepel ingegoten, hij speelt graag met loden soldaatjes, marcheert als zevenjarige met een houten geweer over straat.
Tekst 5
Wolfgang Szepansky heeft als 8-jarige jongen de November Revolutie in Berlijn meegemaakt. Zijn ouders behoren tot de bourgeoisie, maar sympathiseren met links. Szepansky wordt communist, moet 1933 voor het nazi-regime vluchten en komt in Nederland terecht. In 1933 wordt hij door een Nationaal Socialistische politieman opgepakt, geïnterneerd, en bij de
Duitse inval keurig uitgeleverd. Zo komt hij in Sachsenhausen terecht tot het eind van de oorlog. Zijn ouders zijn fel tegen de eerste Wereldoorlog gekant. Als geheim wapen schrijft zijn vader gedichten. Wolfgang doet hem dat als
vierjarige al na:
Tekst 6
Na de vrede van Brest-Litowsk hoopt Duitsland zijn troepen op het Westelijk front te kunnen concentreren. Voor de ingang van de Oostzee ligt een blokkade van de Engelse marine. In de havens van Kiel, Hamburg, Bremen moet de Duitse vloot zich gereed maken om uit te varen en slag te leveren. Maar soldaten en matrozen zijn de oorlog moe. Ze willen naar huis. Als eersten slaan de matrozen op de Schiligrede voor Wilhelmshafen aan het muiten en al gauw breidt de opstand zich uit naar de andere havensteden. Op 4 november is Kiel in handen van 40.000 matrozen en mariniers. Er worden raden gekozen.
De in 1880 in Mecklenburg geboren Jan Appel werkt al vanaf zijn 11e jaar op de scheepswerf. Hij is metaalbewerker op de werf Vulkan in Hamburg. In een opname uit 1366 vertelt hij over het begin van de revolutie.
Tekst 7
De wegens muiterij ter dood veroordeelde en op het laatste moment niet geëxecuteerde matroos Hans Bekkers vertelt in een uitzending in 1967 hoe de muiterij op zijn schip in Kiel verliep.
Tekst 8
Jan Appel is uitgekozen als één van de 17 afgevaardigden van Vulkanwerf in Hamburg om van de metaalbewerkersbond te eisen dat deze een staking over heel Duitsland afroept.
Tekst 9
Onder de veertien voorwaarden voor de wapenstilstand hebben de Entente-mogendheden genoemd: het aftreden van de keizer. Het zou dus voor alle partijen beter zijn als de monarch van het huis den Hohenzollern zou verdwijnen.
Mevrouw von Broesicke is in 1905 in Kassel geboren. Haar vader is militair aan het Front. En zij gaat als dertienjarig meisje op die bewuste dag dat de Revolutie in heel Duitsland is uitgebroken, de negende november 1918, gewoon naar school.
Tekst 10
De keizer heeft niet uit eigen vrije wil afstand gedaan van de troon. De abdicatie is hem gewoonweg meegedeeld door rijkskanselier Max van Baden tijdens een lunch in de keizerlijke trein. Pas drie weken later, in Nederland, zal
hij officieel afstand doen. Duitsland is op die 9e november dus nog steeds geen republiek. Maar door het land te verlaten heeft de keizer de monarchie de genadestoot toegediend. Intussen stromen de arbeiders uit de fabrieken, de soldaten uit de kazernes, de matrozen komen in grote getale aan in
Berlijn, en deze menigte beweegt zich in de richting van het centrum en er is niets meer dat ze kan tegenhouden. Rebling en Konrad Merz zijn nog kinderen als de revolutie uitbreekt, maar beiden hebben toch herinneringen die haarscherp in hun geheugen gegrift staan, de ene in Breslau, de ander in Berlijn.