Het Spoor Terug
De nieuwe mens afl. 2: Na de revolutie van 1917, De vlucht
Deel twee van de zesdelige serie 'De nieuwe mens', over het leven in de Sovjet-Unie van 1917 tot de periode Gorbatsjov.
In deze aflevering: de vlucht van de Nederlanders uit Leningrad, na het welslagen van de communistische revolutie van 1917.
De Nederlanders in Petrograd hadden de gevolgen van de revolutie aan den lijve ondervonden. Zij beschouwden het bolsjewisme als de hel op aarde. Maar er bestond vooral in intellectuele kringen in Nederland ook sympathie voor de jonge Sovjet-staat.
Interviews met Nederlanders die in 1917 deel uitmaakten van de Nederlandse gemeenschap in St. Petersburg:
- mevrouw De Bruijne-van Gilse van der Pals, dochter van een zeer vermogend fabrikant en drievoudig consul in Petersburg, zij was negentien jaar toen de revolutie uitbrak;
- Annie van Aller, werkte bij de Nederlandse Bank voor Russische Handel in Peterburg;
- Johan Gramser, bedrijfsleider van een kledingwinkel, die de zaak zag verloederen;
- emeritus hoogleraar Wim Wertheim, die in Petersburg woonde met zijn familie;
- Frederik Cornelis Harmsen, zijn vader had een importbedrijf voor thee in Petersburg en suikerfabrieken in de Oekraïne en Letland. Harmsen van twaalf in 1917.
Geïllustreerd met diverse gelezen dagboekfragmenten.
Inleidende teksten:
Tekst 1
De Oktoberrevolutie - die volgens de latere Juliaanse kalender op 7 november plaats vond - had de wereld geschokt. En tot ieders verbazing zouden Lenin en de Bolsjewieken langer dan enkele dagen, en zelfs langer dan enkele weken aan de macht blijven. Ook de Nederlandse gemeenschap in Petrograd, dat na de dood, van Lenin Leningrad zou gaan heten, en sinds dit jaar weer zijn Tsaristische benaming Sint-Petersburg heeft teruggekregen, kon er maar niet aan wennen. De Nederlandse zakenlieden en diplomaten wachtten gelaten af wat de Nieuwe Tijd hen zou brengen. En dat werd al
spoedig duidelijk.
De 93-jarige mevrouw De Bruijne-van Gilse van der Pals, dochter van een zeer vermogend fabrikant en drievoudig consul, was als 19-jarig meisje sinds de zomer van 1917 samen met haar moeder op hun landgoed in Finland achtergebleven. Haar vader kwam vanuit het roerige Petrograd af en toe langs. Zij kan zich uit zijn verhalen herinneren hoe penibel de situatie voor de Nederlanders werd.
Tekst 2
De fabrikánt Van Gilse van der Pais zou in totaal een vermogen van 20 miljoen gulden verliezen. Buitenlandse eigendommen werden stukje bij beetje
genationaliseerd. Ook de Nederlandse Bank voor Russische Handel, waar Annie van Aller werkzaam was.
Tekst 3
De levensomstandigheden zouden snel verslechteren. Ingenieur M. Mohr, directeur van de Petrogradse Elektriciteitsbedrijven, ondervond dat aan den lijve, zoals hij dat later zou beschrijven.
Tekst 4
Johan Gramser was bedrijfsleider van een kledingwinkel. Hij zag de zaak verloederen.
Tekst 5
Wilhelmina Lang was met haar kinderen de winter weliswaar doorgekomen, maar de lente van 1918 maakte haar niet optimistischer - zo blijkt uit haar dagboek.
Tekst 6
Langzamerhand zagen de meeste Nederlanders in dat ze geen toekomst meer zouden hebben in Petrograd. Moeders en kinderen vertrokken als eerste. Dat was niet eenvoudig want de oorlog was nog steeds niet ten einde; de spoorverbinding door Polen was onbruikbaar en de Russische havens werden door de geallieerden geblokkeerd. Berra Schim van der Loef-Verdam nam met haar kinderen afscheid van haar man, de dominee H.P. Schim van der Loeff en noteerde in haar dagboek:
Tekst 7
Door de voedseltekorten en de steeds dreigender wordende burgeroorlog besloot Johan Wertheim - de directeur van de Algemene Verzekeringsmaatschappij - dat zijn vrouw en zijn zonen Wim en Hans naar Nederland moesten vertrekken. Zelf bleef hij achter in de veronderstelling dat deze nonsens, zoals zijn zoon het omschrijft, nooit lang zou kunnen duren.
Tekst 8
Na een bootreis kwam het gezin Wertheim in Stockholm aan. De 85-jarige Wim Wertheim staat het vervolg van de reis nog helder voor de geest.
Tekst 9
De man van Wilhelmina Lang, Jan Cornelis Harmsen, was directeur van de Fa. Rothermund, een Petrograds im- en exportbedrijf dat suikerfabrieken bezat in de Oekraïne. Het was oktober 1918 - één jaar na de revolutie - en in Petrograd kon hij niets meer doen. Hij besloot met zijn gezin poolshoogte te nemen in Charkov, waar één van de suikerfabrieken stond. Zijn 85-jarige zoon Frederik Cornelis Harmsen vond het áls 12-jarige jongen een spannende reis.
Tekst 10
In Charkov kreeg zijn vader een zware bronchitis en de doktoren adviseerden hem naar de Krim aan de Zwarte Zee te gaan, waar het mediterrane klimaat hem goed zou doen.
Tekst 11
De Nederlandse regering zou het regime van de Bolsjewieken niet erkennen. De gezant Oudendijk zou in oktober 1918 vertrekken. Hij droeg de verantwoordelijkheid voor het gezantschap over aan dominee Schim van
der Loeff. Johan Wertheim werd zgn. 'financieel beheerder' van het officieuze gezantschap - of de 'onechte legatie', zoals ze het zelf noemden. Zo goed en zo kwaad als het ging probeerden zij de belangen van de resterende Nederlanders te behartigen. Zoon Wim Wertheim hoorde later hoe het zijn vader vergaan was.
Tekst 12
De familieleden van de in Petrograd verblijvende Nederlanders verkeerden in grote onzekerheid over hun lot. Dat bracht Bertha Mohr, de zuster van M.Mohr ertoe een brief te schrijven aan David Wijnkoop, de voorzitter van de
Communistische Partij in Holland.
Tekst 13
Berra Schim van der Loeff-Verdam zat intussen met haar kinderen in Nederland. Ze wist dat haar man in erbarmelijke omstandigheden in een Moskouse gevangenis zat. In 1920 zou hij met de 'Lingestroom' terugkomen. Op een dag was ze aanwezig bij een lezing van de communiste Henriëtte Roland Holst.
Tekst 14
De Nederlanders in Petrograd hadden de gevolgen van de revolutie aan den lijve ondervonden. Zij beschouwden het bolsjewisme als de hel op aarde. Maar er bestond vooral in intellectuele kringen in Nederland ook sympathie voor de jonge Sovjet-staat; het was in hun ogen het paradijs op aarde.
Eén van degenen die de revolutie een warm hart toedroegen was Sebald Rutgers, een Nederlands ingenieur, die ten tijde van de revolutie in de Verenigde Staten werkte. Op het moment dat de Nederlanders in Petrograd het water tot de lippen steeg en zijn zich opmaakten om er vandoor te gaan, trok Rutgers in de zomer van 1918 met zijn gezin vanuit de Verenigde Staten naar de Sovjet-Unie om de Bolsjewieken zijn diensten aan te bieden.
Tekst 15
Na een lange avontuurlijke reis per trein, per boot en per huifkar dwars door de verschillende fronten, waar revolutionairen en contrarevolutionairen elkaar bestreden kwam hij drie maanden later in Moskou aan. Daar zou hij een
ontmoeting hebben met Lenin.
Tekst 16
In 1921 toen de burgeroorlog ten einde was besprak Rutgers tezamen met Lenin een plan om een onderneming in Siberië te stichten. Lenin ging akkoord en honderden idealisten zouden zijn voetspoor volgen.