Het Spoor Terug
Het kruis geplant 1: Het thuisfront
Deel één van de zevendelige serie 'Het kruis geplant', over het Rooms-Katholieke missiewerk.
Deze aflevering gaat over de achterblijvers en hoe zij het missiewerk steunden.
Interviews met:
- de bejaarde zuster Margaritus over de missienaaikringen waaraan zij deelnam. Zij vertelt dat zij vanwege haar gezondheid niet aan de missie kon meedoen;
- pater Gerard Zegwaard, voormalig missionaris in Nieuw-Guinea, over de vele missietentoonstellingen voor de oorlog en over zijn twee broers die ook missionaris werden;
- Pater Vriens, over missietentoonstellingen;
- pater Akerboom, propagandapater;
- Jo Zijerveld, over de optochten van de Heilige Kindsheid;
- Harrie Smeets, die door een film zich tot de missie voelde aangetrokken;
- zuster Gerarda, die bij de missie ging;
- Joop Hogema, docent aan de missionarissenopleiding;
- Sjan en Mien Hosli, en Ine Pierson, leden van de missienaaikring en zelatrices.
Inleidende teksten:
Tekst 1
Als in 1917 op de Nijmeegse Katholieken dag het Groote Missie Uur wordt ingeluid, is dat het startschot voor een felle actie om de missieliefde in katholiek Nederland aan te wakkeren. De wereld moet gekerstend worden en het is de katholieke taak heidenen in hun rijk der duisternis te verlossen van de zonde. Rome staat aan de vooravond van de geestelijke wereldverovering, zeggen de Roomse blaadjes. En iedere gelovige heeft zijn of haar 'persoonlijke dienstplicht' daarin. Moeders naaien voor de missienaaikring, kinderen halen als zelateurs geld op en vaders voetballen
voor de missie. Maar het belangrijkste is toch de bemesting van de 'genadeplanten der roeping', zoals ze zo mooi genoemd worden. En die groeien voorspoedig in die jaren. Tussen 1900 en 1940 vertrekken ruim 2600 priesters, 2500 zuster en 600 broeders uit Nederland om nooit meer terug te keren van hun verre missieposten. Over het thuisfront, dat de grote missie-actie deed slagen, gaat vandaag het Spoor Terug in deel een van de serie Het Kruis Geplant.
In het tijdperk van het Rijke Roomse Leven draait bijna alles om de missie. Vooral de vele tentoonstellingen, die door het land trekken en waar missionarissen vertellen van hun heldendaden trekken veel publiek dat grif in de buidel tast voor de Roomse helden. Het missiemuseum in het Limburgse Steijl, opgericht door de paters van het Goddelijk Woord,
ademt nog die sfeer van de jaren dertig. De bejaarde zuster Margaritus vertelt de verhalen van toen.
Tekst 2
Pater Gerard Zegwaard, missionaris van het Heilig Hart, gaat in 1947 naar Nieuw-Guinea. In de jaren daarvoor is hij al op de missietentoonstellingen actief.
Tekst 3
Ook Zegwaards vriend en confrater, pater Vriens treedt op als invaller. En pater Akerboom, in die periode propagandapater van het Heilig Hart, neemt op een missietentoonstelling de rol over van pater Kees Meeuwisse, beroemd geworden om zijn ontdekking van de Julianarivier en van de doodskopstammen in Nieuw-Guinea. Maar eerst pater Vriens.
Tekst 4
Helden spelen een belangrijke rol in de missie-propaganda: bisschop Ferdinand Hamer sterft een martelarendood in China. De Tilburgse pater Peerke Donders offert zich op in Suriname en pater Damiaan sterft tijdens zijn arbeid onder de melaatsen op het eiland Molokai. Als in 1936, bijna vijftig jaar na zijn dood, Damiaans lichaam naar België wordt overgebracht, roemt men zijn heldendaden.
Tekst 6
Terug naar zuster Margaritus die na een leven als onderwijzeres aan een meisjesschool nu mensen rondleidt in het missiemuseum van Steijl. Zij stamt uit een echt katholiek gezin met zestien kinderen. Haar vijf zusters zwermden als missiezusters uit. Zuster Margaritus mocht niet vanwege haar
slechte gezondheid. Toch beschouwt ze zichzelf wel als missionaris.
Tekst 7
Voor Jo Zijerveld zijn de optochten van de Heilige Kindsheid hoogtepunten uit haar katholieke jeugd. In de jaren dertig is ze nog een klein meisje.
Tekst 8
Harrie Smeets is inmiddels uitgetreden, maar voelde zich door een film al heel jong tot de missie aangetrokken.
Tekst 9
Ook zuster Gerarda weet al heel jong wat ze wil worden.
Tekst 10
Afrika spreekt tot de verbeelding. Een continent vol oerwouden en nikkertjes die met kloppend hart op hun blanke redders wachten. In juli 1951 verschijnt in het missieblad van de witte paters, die zich speciaal op Afrika richten, een oproep voor de jeugd.
Tekst l0a
In het saaie Zandvoort lonkt de verre horizon naar Gerard Zegwaard. Ook zijn twee broers willen missionaris worden.
Tekst 11
Bij Joop Hogema thuis worden de missieblaadjes gespeld. Hij geeft zich op voor de missie maar van hogerhand krijgt hij te horen dat hij in Nederland moet blijven om aan de opleiding voor missionarissen te doceren.
Tekst 12
Ondanks talloze roepingen blijft men een beroep doen op de jeugd om toe te treden tot het leger der missionarissen. Zo houdt een onbekende pater tijdens de landelijke katholieke Studentendag in 1937 een donderpreek. Voor de verbreiding van het heil Gods zijn immers nooit genoeg mensen.
Tekst 13
Terwijl rondreizende paters de jeugd met donderpreken aansporen het beste te geven voor de missie, naaien de dames van de missienaaikring ijverig door. De Tilburgse Regien de Brouwers zelfs al sinds 1927. Nog niet zo lang geleden gingen er nog 22 dozen vol kazuifels, superplies, altaarkussens en andere paramenten de deur uit. Rond de tafel zitten de
zusters Sjan en Mien Hosli, Regien de Brouwer en Ine Pierson de jongste van het stel. Nog steeds komen ze iedere donderdagavond bij elkaar. Ine Pierson beschrijft wat de missie voor haar als katholiek meisje betekende.
Tekst 14
Als Pater Vriens met verlof is vraagt propagandapater Akerboom of hij geen zin heeft een dagje met de dames op stap te gaan.
Tekst 15
Voor het missiewerk is geld nodig. Veel geld. Honderden vrijwilligers offeren hun vrije uren op om voor de missie te colporteren. Voor de verschillende ordes en congregaties gaan deze zelateurs en zelatrices langs de deuren. Maar ook voor de drie pauselijke missiën: het Genootschap tot Voortplanting
des Geloofs, St. Petrus Liefdewerk en het Genootschap van de Heilige Kindsheid, halen ze in iedere parochie geld op. Katholiek Nederland geeft gul, getuige de 7 miljoen gulden die in het crisisjaar 1931 wordt ingezameld. Maar de geldstroom moet doorgaan. In 'Pareltje Wang', een missiefilm over China, doet men een dringend beroep op het thuisfront.
Tekst 16
De Tilburgse gezusters Sjan en Mien Hosli zijn naast lid van de missienaaikring ook zelatrices voor de missionarissen van het Heilig Hart.
Tekst 17
Pater Nico Akerboom moet als propagandapater zorgen voor de inkomsten. Hij begeleidt o.a. de zelateurs en zelatrices.
Tekst 18
Rome is zwaar onder de indruk van het Roomse klimaat dat in ons land heerst. In 1953 stuurt het Vaticaan een speciale gezant, de Belgische kardinaal van Roeij, om het Nederlandse volk toe te spreken. Althans het katholieke gedeelte daarvan.
Tekst 19
Het is begin jaren vijftig en de tijden veranderen. Harrie Smeets, die in die dagen propagandapater is, wil het imago van de missie moderniseren. Een evolutie van zieltjeswinner tot ontwikkelingswerker. Zij het dat de verbreiding van het geloof voorop blijft staan.
Tekst 20
Terwijl de missionarissen, ver weg van de wereld, vasthouden aan hun Roomse roeping, is de ontkerkelijking van Nederland een onomkeerbaar feit. De missieactie spreekt steeds minder jongeren aan. Ook voor Jeroen Arnolds werkt de oude propaganda niet meer.