Het Spoor Terug
Cheerio! 13: De huisvrouw
Deel dertien van de zeventiendelige serie 'Cheerio!' over Nederland tijdens de wederopbouw.
Deze aflevering: huisvrouwen: 'de heldinnen van het aanrecht'. Als voor iemand de kater na de bevrijdingsroes hard aankwam, dan was dat voor de huisvrouw. Er was gebrek aan kleding, linnengoed, meubels, fietsen en soms zelfs voedsel. En het was de huisvrouw die verstellend, breiend en improviserend het gezin overeind hield.
Inleidende teksten:
Inleiding
En dan nu Cheerio ! met de 13e aflevering van de serie over de wederopbouw. Deze gaat over de Huisvrouw. De huisvrouw.....tjaah, toen waren er nog echte huisvrouwen! Toen was dat nog een beroép. De godganse dag waren ze in touw — wat zeg ik ? — het hele etmaal! De heldinnen van het aanrecht! Altijd met een rij jengelende kinderen aan de rokken, want natuurlijk nog geen crèches of peuterspeelzalen of kinderprogramma's op de televisie, waar je dat spul kon droppen. 's Maandagsmorgens om 6 uur al achter de dampende wastobbe en 's zaterdagsmiddags nog bezig het stoepje te schuren. Urenlang in de rij bij de slager voor een paar speklappen. Altijd bezig met het verstellen van oude kleren en het stoppen van sokken....Ach, hoe heb ook ik ze veronachtzaamd! Zittend in m'n crapaud onder de schemerlamp, met de krantenbak binnen handbereik keek ik toe hoe ze 's avonds laat nog m'n boterhammen klaar maakte en inpakte voor de volgende ochtend. En ik? Ik was nog te beroerd om een kleed uit te kloppen of een boodschappentas te dragen. Want dat dééd je niet als man..!! jahaha, zo ging dat toen. Daarom: een programma over de huisvrouw van toen....ik durf er amper naar te luisteren, want het schaamrood stijgt me bij voorbaat naar de kaken.
TEKST 1 Mei 1945. Er is vrede, maar geen vreten, zoals de Rotterdamse mevrouw Groenedaal het zich levendig herinnert. De vrouwen zijn het beu. Vijf jaar lang hebben ze het zwaar gehad in de oorlog. Als er om voedsel moest worden gegaan bij de boeren, waren het de vrouwen, die dat deden omdat de mannen – voor zover ze nog thuis waren – niet het risico wilden lopen om opgepakt te worden en naar Duitsland gestuurd. En toen uiteindelijk na de razzia's vrijwel alle mannen toch waren weggehaald, stonden ze er helemaal alleen voor om de hongerwinter door te komen. Niet zelden met een groot gezin. Maar nu er vrede is blijken de zorgen voor de huisvrouw nog niet voorbij. Nog steeds is bijna alles op de bon en vaak kun je zelfs met bonnen niets kopen. Doodeenvoudig omdat het er niet is. De vrouwen raken gedemotiveerd en gaan bij de pakken neerzitten. Maar dat mag niet! Vandaar dat ze met pep–talk onder vuur worden genomen: "Vijf jaar hielden we vol, dan zullen we nu niet versagen! Juist nu hebben we vrouwen nodig die van aanpakken en doorzetten weten", schrijft het zojuist weer verschenen damesblad Margriet.
TEKST 2 "Spartaanse zelfopvoeding en gevoel voor humor". Dat hebben veel vrouwen inderdaad wel nodig. Zeker in de gebieden waar zwaar is gevochten en soms geen steen meer op de andere staat. Mevrouw De Leeuw kreeg in de laatste oorlogsmaanden een voltreffer op haar huis in Zutphen.
TEKST 3 Wie handig is, kan inderdaad van bijna niets toch nog iets maken. De inventiviteit is groot. In damesbladen worden speciale rubrieken geopend met aanwijzingen hoe je van de baleinen van een oude paraplu breinaalden kunt maken, van een blikken doos een kaasrasp en van versleten handschoenen een zeem...
TEKST 4 Ondanks alle handigheid blijft er de eerste jaren een schrijnend gebrek aan alles, maar in het bijzonder aan kleding en schoeisel. Een NIPO—onderzoek in 1947 onthult dat éénderde van de bevolking onvoldoende kleding heeft om de volgende winter door te komen. Op dat moment zijn twee hulp—organisaties al een tijd bezig om geld in te zamelen en goederen uit te delen: de HARK (Hulp Actie Rode Kruis) en Volksherstel. Helaas is er tussen beide organisaties nogal wat animositeit. Daarnaast gaat er nogal eens wat mis bij de verdeling van hulpgoederen uit het buitenland. Zo verdwijnt bijvoorbeeld alle hulp, die in Portugal is ingezameld, spoorloos. Bij de bevolking klaagt men over verkeerde hulp en vriendjespolitiek. De dames Luppens en Simons uit Oost—Groningen.
TEKST 5 Naast de twee officiële hulporganisaties, zijn er ook particulieren die zich het lot van de huisvrouw aantrekken. Bijvoorbeeld het damesblad Margriet, waar in 1946 zoveel schrijnende lezersbrieven binnenkomen van vrouwen die geen luiers en kinderkleertjes hebben, dat de hoofdredactrice een eigen hulpactie opzet. Ze begeleidt die actie met artikelen, die je eerder in een radicaal links blad zou verwachten dan in een braaf, katholiek georiënteerd damesblad.
TEKST 6 Het resultaat van de aanklacht in Margriet is een stortvloed aan pakketjes met luiers en kinderkleren. Ze worden verdeeld over de eerste 500 noodgevallen. De nu 79—jarige mevrouw Thomassen uit Limburg wordt nog emotioneel als ze denkt aan dat grote pak dat de postbode bezorgde in het kippenhok dat ze toen met haar man als woning had. Ze had zelf niet eens een brief naar Margriet gestuurd. Dat deed haar schoonzus, die wist dat er in het kippenhok geen kleren waren voor de baby die elk moment kon komen.
TEKST 7 Het feit dat één oproep in een damesblad honderden pakketten oplevert, bewijst dat er nog vrouwen zijn die iets weg te geven hebben. Ja, er zijn al vrouwen die dromen van de eerste na—oorlogse luxe.... van kousen, gemaakt van een wonderbaarlijk nieuw materiaal...
TEKST 8 Mevrouw Volmer uit Emmen is nog geen huisvrouw als Nederland wordt bevrijd. Ze trouwt pas zes jaar later, in 1951. Dat is ook het jaar waarin het laatste artikel, koffie, van de bon gaat. Maar verder blijft het voorlopig nog schaars en sober in de Nederlandse huiskamers.
TEKST 9 Huisvrouw is duidelijk een beroep en als het aan de confessionele politici liet, dan kun je daar geen tweede beroep naast uitoefenen. Minister—president Beel (KVP) dient in 1947 zelfs een wetsvoorstel in waarbij het aan getrouwde vrouwen verboden wordt om te werken. Het voorstel haalt het niet, maar de regel dat ambtenaressen die trouwen onmiddellijk ontslagen worden, blijft gehandhaafd tot 1958. Van de kant van de vrouwen is er in de wederopbouwperiode overigens ook nog geen grote druk om ruimte te scheppen voor de gehuwde werkende vrouw.
TEKST 10 Aan het eind van de jaren '50 promoveert in Leiden de Indiase wetenschapper Ishawaran op het onderwerp 'Family Life in the Netherlands'. Hij komt tot de conclusie dat Nederland een hecht familie— en gezinsleven kent dat door de oorlog niet uit elkaar is geslagen, maar eerder verstevigd. Volgens hem zijn binnen het gezin de ideeën over seksualiteit en de patriarchale structuur nauwelijks ondermijnd door hier en daar opkomende egalitaire fantasieën. En mevrouw Volroer bevestigt die mening.